Zoekresultaten 19691-19700 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:10 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-604

    Klacht over optreden eigen advocaat, de advocaat zou de cliënt onvoldoende vooraf hebben geïnformeerd over de gang van zaken in  de echtscheidingsprocedure en vragen niet hebben beantwoord. Verder zou de advocaat onprofessioneel hebben gehandeld door te dreigen zich terug te trekken. De raad heeft geoordeeld dat de advocaat de cliënt steeds voldoende heeft geïnformeerd over de procedure en ook vragen van de cliënt voldoende heeft beantwoord. Toen bleek dat de noodzakelijke vertrouwensband tussen de advocaat en de cliënt ontbrak, mocht de advocaat zich terugtrekken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-827/DB/OB

    Onvoldoende eigen belang bij klacht tegen de advocaat van de wederpartij van zijn cliënten over het onjuist voorlichten van de rechter in een gerechtelijke procedure tussen klagers cliënten en hun wederpartij. Stukken conform procesreglement ingediend en daartegen is niet geprotesteerd, terwijl stukken bovendien reeds bekend waren. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:291 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-854

    Advocaat wederpartij. Voorzitter oordeelt klaagster kennelijk niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang bij klacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/198

      Klaagster is de weduwe van een overleden patiënt. Bij patiënt is in juli 2015 de rechterlong verwijderd in verband met een tumor. Drie dagen later vond een re-operatie plaats door verweerder, een collega cardio-thoracaal chirurg en een Italiaanse arts-assistent. Tijdens de operatie zijn bloedingen ontstaan en patiënt is overleden. Na onderzoek is gebleken dat de Italiaanse arts-assistent een muurzuiger op de thoraxdrain heeft aangelegd terwijl die instructie niet was gegeven. Verweerder wordt verweten dat hij onzorgvuldig (onoplettend) heeft gehandeld tijdens de operatie. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:31 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160286

    Verzoeker heeft onder meer alle leden van het hof gewraakt op de grond dat het hof artikel 17 van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) naast zich neerlegt. Ten aanzien van een ander wrakingsverzoek van verzoeker heeft het hof bij beslissing van 7 maart 2016 geoordeeld dat wraking van een college in geheel niet mogelijk is, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad d.d. 18 december 1998, NJ 1999, 271. Deze beslissing kan bij verzoeker bekend worden verondersteld. Het hof is van oordeel dat verzoeker, door niettemin in de onderhavige zaak wederom een verzoek tot wraking van het gehele hof zonder deugdelijke grondslag in te dienen, misbruik maakt van procesrecht. Volgt niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn wrakingsverzoek.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/

      Ongegronde klacht van ouders minderjarige over schending van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en ongegronde klacht over bejegening en communicatie. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:32 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160274

    Partijen hebben een regeling getroffen op grond waarvan klaagsters hun klacht hebben ingetrokken. Naar het oordeel van het hof zijn geen omstandigheden aanwezig die voortzetting als bedoeld in artikel 47a jo. 57 Advocatenwet vergen. Volgt vernietiging van de beslissing van de raad, waarbij het hof verstaat dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:9 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-051

    Wrakingsbeslissing. De raad verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking van twee tuchtrechters/ advocaat-leden. Op grond van artikel 513 lid 1 Sv dient een wrakingsverzoek te worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker tot wraking bekend zijn. Gelet op de door verzoekers geschetste gang van zaken dat ook indien de zaak achter gesloten deuren was behandeld verweerders ook zouden worden gewraakt, hadden verzoekers hun wrakingsverzoek voorafgaand aan de zitting of direct bij aanvang van de zitting kunnen en ook moeten doen, hetgeen zij niet hebben gedaan. Naar het oordeel van de raad hebben verzoekers de door hen aangevoerde wrakingsgrond, wat daar inhoudelijk ook van zij, aanvankelijk achter de hand gehouden om dit op enig moment, afhankelijk van de ontwikkelingen in de procedure, als wrakingsgrond naar voren te brengen. Daarvoor leent zich het wrakingsmiddel niet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:259 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-011/DH/DH

    Beslissing op verzet. De raad maakt gebruik van zijn bevoegdheid om de klacht ambtshalve aan te vullen ex artikel 46d, lid 9, Advocatenwet. Verweerder heeft een e-mailbericht gezonden aan de leden van de gemeenteraad alwaar klager wethouder is. De strekking van dit bericht is dat er aandacht gevestigd wordt op een schijn van belangenverstrengeling bij klager als wethouder, inzake diens bemoeienis met een recreatiepark. Gesteld noch gebleken is dat verweerder met het versturen van dit bericht enig redelijk doel heeft gediend. Dat verweerder  ‘geruchten’ onderzocht wilde zien, rechtvaardigt immers nog niet dat verweerder zijn e-mail, in de door hem gebezigde bewoordingen, ter kennis van de gemeenteraad heeft gebracht. Verweerder weet, althans had kunnen weten, dat een dergelijk bericht in een plaatselijk kennelijk gevoelige kwestie, gericht aan een openbaar orgaan, in de openbaarheid zou komen, met - zelfs bij naderhand blijkende onjuiste inhoud van de ‘geruchten’ - mogelijk reputatieschade voor de wethouder als gevolg. Het ambtshalve aangevulde klachtonderdeel is daarmee gegrond. De raad overweegt voorts dat verweerder op klagers verzoek tot rectificatie in had moeten gaan en het bericht minst genomen vervolgens, toen de juiste feiten en omstandigheden aan verweerder bekend waren, had dienen te rectificeren. De klacht is in zoverre eveneens gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/120

      Klaagster is de weduwe van een overleden patiënt. Bij patiënt is in juli 2015 de rechterlong verwijderd in verband met een tumor. Drie dagen later vond een re-operatie plaats door verweerder, een collega cardio-thoracaal chirurg en een Italiaanse arts-assistent. Tijdens de operatie zijn bloedingen ontstaan en patiënt is overleden. Na onderzoek is gebleken dat de Italiaanse arts-assistent een muurzuiger op de thoraxdrain heeft aangelegd terwijl die instructie niet was gegeven. Verweerder wordt verweten dat hij onzorgvuldig (onoplettend) heeft gehandeld tijdens de operatie. Ongegrond.