Zoekresultaten 12851-12860 van de 44758 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/29
- Datum publicatie: 12-03-2020
- Datum uitspraak: 12-03-2020
- ECLI:NL:TGZRGRO:2020:4
Klacht tegen internist-hematoloog. Klager spreekt verweerder zowel aan in zijn hoedanigheid van arts en als van supervisor. Klager verwijt verweerder vooral dat hij in 2009 wegens een antibiotica-allergie niet tegen Mexicaanse griep gevaccineerd (H1N1-vaccin) had mogen worden. Kort nadien is klager in het ziekenhuis opgenomen waar hij volgens hem ten onrechte met TTP/HUS is gediagnosticeerd in plaats van ernstige bijwerkingen van het H1N1-vaccin in combinatie met een antibiotica-allergie. Voorts luidt het verwijt – kort samengevat – dat verweerder ondeskundig en onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college deelt deze verwijten niet en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-371 19-372
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:62
De klacht heeft betrekking op het handelen van verweerders als advocaat van de wederpartij van klagers. Verweerders hebben via een intimiderende brief ernstige beschuldigingen geuit aan het adres van een derde, zijnde de Belastingdienst, met wie klagers in contact wilden treden, en vergelijkbare beschuldigingen aan het adres van klagers geuit en ook overigens nogal wat eisen aan klagers gesteld. Zo zou het klagers niet zijn toegestaan om besprekingen bij te wonen bij de derde (Belastingdienst), waarbij de cliënten van verweerders onderwerp van gesprek zouden zijn en zouden klagers onrechtmatig en mogelijk zelfs strafbaar handelen. Het niet voldoen aan de eisen van verweerders zou ernstige consequenties hebben en klagers werden ook aansprakelijk gesteld voor alle schade als gevolg van het niet voldoen aan de sommaties van verweerders. Daarbij hebben verweerders, naar het oordeel van de raad, niet althans onvoldoende aangetoond waaruit de kennelijke rechten en aanspraken van hun cliënten voortvloeien, die deze eisen en sommaties zouden rechtvaardigen. De brief is niet onnodig grievend, maar de handelwijze van verweerders is niet zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Ten aanzien van het verwijt dat verweerders de derdengeldrekening van hun kantoor hebben ingezet op een wijze die in strijd is met artikel 6.5.1 Voda, oordeelt de raad klagers niet-ontvankelijk. Dit is een zaak van algemeen belang en klagers zijn niet in een eigen belang getroffen. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-379
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:56
Klacht tegen eigen advocaat die voor klaagster een toevoeging heeft aangevraagd die uiteindelijk wordt afgewezen. Klaagster verwijt verweerder onzorgvuldigheid op dit punt. Op een advocaat rust de verplichting periodiek en deugdelijk gespecificeerd onder opgave van tarief en tijdsbesteding te declareren. De raad constateert dat verweerder niet kan aantonen dat hij in de periode 1 juni 2017 tot 8 november 2017, zijnde ruim vijf maanden, aan klaagster inzicht in zijn kosten heeft gegeven. Dit komt voor risico van verweerder. De raad beoordeelt dit tuchtrechtelijk verwijtbaar temeer daar het om een aanzienlijke hoeveelheid uren ging. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-752
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 05-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:57
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft de grenzen van de haar, als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid, niet overschreden. Als partijdig advocaat mocht zij in een verweerschrift in de procedure over de omgangsregeling, en in latere correspondentie, aanvoeren dat klager/ de vader werd verdacht en is veroordeeld voor een zedenmisdrijf en dat hij daarvoor in detentie heeft gezeten, ondanks dat cassatie nog liep. Van spreken van onwaarheid geen sprake. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-775
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:58
Voorzittersbeslissing. Klacht is niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Geen sprake van verschoonbare termijnoverschrijding in de zin van lid 2.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/378
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:38
Verweerder is door de rechter-commissaris benoemd tot deskundige inzake een strafrechtelijk onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van een huisarts (klager). Klager verwijt verweerder dat zijn rapportage niet voldoet aan de vereisten voor een deskundigenrapportage. Ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-702 18-703
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 03-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:52
Klachten van cliënt tegen eigen advocaten. De raad houdt het er om meerdere redenen voor dat klaagster de opdrachtgeefster van verweerster was en verweerster krachtens deze opdracht gehouden was om de vergoeding voor de proceskosten aan klaagster te voldoen. Aan deze verplichting is niet voldaan. Verweerster heeft met haar handelwijze de belangen van klaagster onvoldoende behartigd en in zoverre is de klacht gegrond. Waarschuwing. De klacht tegen de andere advocaat is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:38 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190240
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:38
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht deels niet-ontvankelijk ex art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/354
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:39
Klaagster tegen de huisarts van wijlen haar vader met het verwijt dat hij in rol als huisarts voor, tijdes en na de sedatie gebrekkige steun, zorg en medeleven heeft getoond. Meer in het bijzonder verwijt klaagster de huisarts dat hij geen morfine bij de palliatieve sedatie heeft toegedient met als gevolg dat aan de wens van haar vader, nl. rustig in te kunnen slapen, niet is voldaan. De huisarts voert verweer. Gegrond, berisping
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-211
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:53
Het criterium waaraan het handelen van de advocaat als curator wordt getoetst is een iets beperkter criterium dan dat waaraan het handelen van een advocaat als zodanig wordt getoetst. Dat komt onder meer omdat een curator bij de uitoefening van zijn taak uiteenlopende, soms tegenstrijdige belangen, moet behartigen en omdat hij bij het nemen van zijn beslissingen rekening moet houden met belangen van maatschappelijke aard. Verder speelt een rol dat de curator zijn taak onder toezicht van de rechter-commissaris uitvoert en dat het in de eerste plaats aan de rechter-commissaris is om te beslissen of het handelen van de curator zich binnen de juiste kaders afspeelt. Klacht betreft onder meer het openen van verkeerde post en het niet willen afgeven van contant geld. Met verweerder is de raad van oordeel dat dit in de praktijk niet altijd te vermijden is, zeker als er op het adres van de gefailleerde meerdere ondernemingen zijn ingeschreven. Contante betalingen zijn om diverse redenen steeds ongebruikelijker en onwenselijker en het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar indien een curator een contante betaling weigert te doen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1285
- Pagina: 1286
- Pagina: 1287
- ...
- Pagina: 4476
- Volgende pagina zoekresultaten