Zoekresultaten 11751-11760 van de 43082 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/336

    Klaagster vindt dat verweerster, plastisch chirurg, onzorgvuldig heeft gehandeld bij de verwijdering van haar lipoom. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:4 Raad van Discipline Amsterdam 19-265/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/242

    Klaagster verwijt verweerder grensoverschrijdend gedrag tijdens de fysiotherapeutische behandeling. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-639/DH/DB/D 19-640/DH/DB/D

    Het kantoor van verweerders maakt gebruik van de aanduiding “professional support lawyer” (psl) voor juridisch medewerkers die niet als advocaat op het tableau staan ingeschreven. Tussen het kantoor en de deken is in geschil of deze aanduiding misleidend is. De raad heeft vastgesteld dat het kantoor de aanduiding gebruikt voor medewerkers met een zeer uiteenlopende staat van dienst en verschillende werkzaamheden. De raad heeft vastgesteld dat er kantoren zijn waar pls’s overwegend intern worden ingezet. Er zijn ook kantoren waar de psl ingezet wordt bij de dossierbehandeling en ook cliëntcontact heeft. Bij kantoren die tax lawyers in dienst hebben is niet altijd duidelijk of deze medewerkers advocaat zijn. Voorts duidt de Nederlandse Orde van Advocaten op de Engelse versie van haar website advocaten aan met het begrip lawyers. De raad concludeert op basis van dat alles dat de functie van (professional support) lawyer kan duiden op een grote diversiteit aan juridische functies, waaronder die van advocaat. Het woord lawyer heeft aldus niet het onderscheidend vermogen dat nodig is om uit te maken of de persoon die met lawyer wordt aangeduid een op het tableau ingeschreven advocaat is of een andere juridische functie uitoefent. De raad is van oordeel dat het begrip lawyer wanneer dat wordt gebruikt door advocaten(kantoren) om daarmee medewerkers aan te duiden die geen advocaat zijn misleidend en verwarrend is. Een samenstelling met het woord lawyer, zoals professional support lawyer of tax lawyer, maakt deze verwarring niet minder groot. De raad is van oordeel dat advocaten(kantoren) het gebruik van het woord lawyer voor het aanduiden van medewerkers die niet als advocaat op het tableau zijn ingeschreven moeten vermijden op hun websites en in andere uitingen, ongeacht de taal van de website of de andere uiting.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2018

    Klacht tegen chirurg. Beklaagde wordt verweten dat hij geen/onvoldoende dossier heeft aangelegd; te veel taken heeft laten verrichten door een (leerling) nurse practitioner; zonder informed consent klaagster heeft laten deelnemen aan medisch wetenschappelijk onderzoek. Beklaagde heeft wel en goed dossier gevoerd. Het was destijds (2008) gebruikelijk dat een nurse practitioner in opleiding zelfstandig, maar wel onder supervisie van een specialist, consulten verrichtte. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klaagster heeft niet deelgenomen aan een medisch wetenschappelijk onderzoek. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 142/2019

    Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de diagnose hartinfarct heeft gemist. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Beklaagde kon op grond van zijn bevindingen met voldoende zekerheid een afwachtend beleid instellen . Ook de nazorg was zorgvuldig. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 166/2019

    Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld nu zij de patiënt op 28 juni 2017 temazepam heeft voorgeschreven, terwijl uit zijn medische gegevens bleek dat hij op dat moment reeds drie andere medicijnen gebruikte die effect hebben op het centrale zenuwstelsel; dat zij, nu patiënt op 26 juni 2017 ook al op het spreekuur was geweest, een grondig onderzoek had moeten inzetten; dat zij onvoldoende rekening heeft gehouden met de effecten van het opstapelen van de medicatie, de (bij)werkingen van de verschillende geneesmiddelen en in het bijzonder met de interactie die deze geneesmiddelen op elkaar (kunnen) hebben. Patiënt heeft twee dagen nadat hij beklaagde heeft bezocht met een verzoek om slaapmedicatie suïcide gepleegd. Geen verwijtbaar handelen van beklaagde. Tijdens het consult vertoonde patiënt geen tekenen van onttrekkingsverschijnselen als gevolg van het feit dat hij een paar dagen het hem sinds 2010 voorgeschreven middel venlafaxine was vergeten in te nemen. Patiënt was niet depressief en maakte geen verwarde indruk. Bij patiënt was in het verleden ook geen depressieve stoornis geconstateerd, maar slechts een obsessief compulsieve (angst)stoornis, zodat beklaagde op basis van die diagnose niet verdacht behoefde te zijn op depressieve klachten die tot suïcide zouden kunnen leiden. Beklaagde heeft overigens nog een consult voorgesteld bij de in de praktijk van beklaagde werkzame psycholoog (POH-GGZ), maar patiënt had aangegeven dat hij daar geen behoefte aan had, maar slechts slaapmedicatie wenste. Er is niet aangetoond dat de opeenstapeling van de aan patiënt voorgeschreven medicatie, in de lage dosering die was voorgeschreven ook niet tegen de achtergrond van het jarenlange gebruik van die laatste twee middelen, de oorzaak is geweest van de door patiënt gepleegde suïcide. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-493/DH/DH

    Tussenbeslissing. Voorzitter is van oordeel dat klagers klacht ook is gerecht tegen een ander dan verweerster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.498

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij een enorm risico heeft genomen door de nekregio te mobiliseren (door partijen aangeduid als de Nelson-techniek) (klachtonderdeel 1), ondanks de omstandigheid dat klager in het verleden whiplashklachten heeft gehad. Klager heeft door deze behandeling zeer hevige pijn gehad. Klager verwijt de fysiotherapeut voorts dat hij de behandeling heeft uitgevoerd zonder deze vooraf te bespreken, uit te leggen en zonder acceptatie (2). Ten slotte verwijt klager de fysiotherapeut dat in het patiëntdossier essentiële informatie niet is opgenomen(3). Het Regionaal Tuchtcollege wijst klachtonderdeel 1 af, verklaart de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond en legt aan de fysiotherapeut de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de uitgevoerde behandeling voldoende aan klager is uitgelegd. Nu de behandeling geen (aanzienlijke) risico’s met zich brengt, was de fysiotherapeut niet gehouden daarover informatie te geven. De dossiervoering oordeelt het Centraal Tuchtcollege adequaat en zorgvuldig. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het principaal beroep van klager, verklaart het incidenteel beroep van de fysiotherapeut gegrond en wijst de gegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog af.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:181 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668211 DW/RK 19/316

    Klacht van de KBvG tegen gedefungeerde gerechtsdeurwaarder vanwege te weinig opleidingspunten. Klacht is gegrond, maar er wordt geen maatregel opgelegd ivm bijzondere omstandigheden, gelegen in het feit dat beklaagde wel een training heeft gevolgd, maar deze niet tijdig heeft aangemeld en dat hij niet van plan is ooit weer te gaan werken als gerechtsdeurwaarder. Hij heeft dus geen tijd en geld uitgespaard en ook de beroepsuitoefening komt niet in gevaar.