Zoekresultaten 10491-10500 van de 44683 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-81

    Klagers hebben gesteld dat de notaris onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld, maar ook in strijd gehandeld met de statuten door: a. zonder rechtsgrond klager in het handelsregister uit te schrijven als bestuurder van de Stichting, nota bene zonder enig overleg hierover met klager te hebben gehad; b. zonder rechtsgrond [D] in het handelsregister in te schrijven als bestuurder van de Stichting; c. zonder rechtsgrond het hypotheekrecht dat ten behoeve van de Stichting was gevestigd ter zekerheid van haar vordering op de BV op een tweetal registergoederen “om niet” door te halen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-17, 20-18, 20-19, 20-20, 20-21, 20-22

    Klager verwijt de notarissen dat het [naam onroerend goed] is verkocht zonder toestemming van klager. De statuten van de Stichting zijn overtreden waardoor de rechten van klager zijn geschonden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:47 Raad van Discipline Amsterdam 21-058/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Anders dan klager stelt hebben zijn adresgegevens geen rol gespeeld bij de keuze van verweerster om een datum voor een kort geding aan te vragen bij de rechtbank Midden-Nederland. Verweerster heeft verder onbetwist gesteld dat zij de dagvaarding tijdig heeft betekend nadat zij op het allerlaatste moment van de rechtbank Midden-Nederland bericht had gekregen dat een nieuwe datum en/of tijdstip voor het kort geding niet mogelijk was. Het enkele feit dat verweerster in de dagvaarding niet tot in detail het standpunt van klager heeft beschreven, is onvoldoende voor de conclusie dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerster mocht, gegeven de aard van de zaak, in de dagvaarding volstaan met een korte weergave van het standpunt van klager.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:28 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-15

    Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft in strijd met de waarheid in de akte opgeschreven dat klaagster maritaal beslag zou hebben gelegd op het appartementsrecht; 2. de notaris heeft zonder medeweten/toestemming van klaagster geen rekening gehouden met het door klaagster gelegd beslag op het erfdeel van de man; 3. de notaris heeft het in de hand gewerkt of mogelijk gemaakt of geadviseerd of goedgevonden dat de man over zijn erfdeel heeft beschikt ondanks het gelegde beslag wat het strafbare feit van onttrekking aan beslag inhoudt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190189

    Klacht tegen kantoor eigen advocaat. Verweerder zou onduidelijkheid hebben laten bestaan over de hoedanigheid van de bij klaagsters zaak betrokken letselschadejurist en er geen zorg voor hebben gedragen dat de opdracht tussen klaagster en verweerder door deze letselschadejurist werd uitgevoerd en dat er met klaagster werd gecommuniceerd. Klaagster heeft tegen het advocatenkantoor en de advocaat onder wiens verantwoordelijkheid de zaak is behandeld gelijkluidende klachten ingediend. Het hof verwijst naar zijn uitspraak van dezelfde datum met zaaknummer 190188. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat de klacht van klaagster niet op de organisatie van het advocatenkantoor ziet, maar op het handelen en nalaten van de advocaat en de bij het advocatenkantoor werkzame letselschadejurist, die beiden haar zaak hebben behandeld. De klachtonderdelen zien niet op gedragingen van een of meer leden van het bestuur in die hoedanigheid. Zoals de raad zelf ook heeft overwogen diende de advocaat de opdracht uit te voeren dan wel klaagster duidelijk mede te delen dat hij onvoldoende grond zag voor aansprakelijkstelling. Voor het niet uitvoeren van de werkzaamheden en het niet communiceren met klaagster door de letselschadejurist is de advocaat verantwoordelijk. Het in hoger beroep nog aangevoerde voorbeeld dat de zaak van klaagster kennelijk niet was geagendeerd, hetgeen op een gebrekkige kantoororganisatie zou wijzen, kan het hof niet volgen. De agendering van een zaak valt onder de behandeling van de zaak en aldus onder de verantwoordelijkheid van de behandelend advocaat. Gelet op het voorgaande geldt dat klaagster in haar klacht tegen het advocatenkantoor niet-ontvankelijk is. De gestelde gedragingen waar de klacht op ziet, kunnen niet worden toegerekend aan de bestuurders van het advocatenkantoor. De bestuursleden zijn niet verantwoordelijk voor het gedrag van de advocaat die de opdracht van de cliënt uitvoert. De beroepsgrond van het advocatenkantoor slaagt. Vernietiging beslissing van de raad. Niet-ontvankelijkverklaring.

  • Dekenbezwaar over de Uitvraag financiële kengetallen ongegrond. De raad is van oordeel dat het niet volledig voldoen aan de vordering tot medewerking in deze specifieke situatie niet onbetamelijk is. Gezien de door verweerders aangevoerde bezwaren over de redelijkheid van het dekenbeleid is de weigering van verweerders om volledig aan de vordering te voldoen niet onredelijk en daarmee naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarbij komt dat zij de gevraagde financiële gegevens niet bot hebben geweigerd; verweerders hebben in hoofdlijnen de door de deken verzochte informatie verstrekt, aangevuld met het aanbod aan de deken om de jaarcijfers te komen inzien.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-83

    Klager verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft zich zodanig gedragen dat het vertrouwen in het notariaat en in zijn beroepsuitoefening is geschaad. De notaris heeft onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden uitbesteed aan de notarisklerk, zonder dat hij de regie, zeggenschap en het toezicht daarop volledig heeft behouden. De notaris heeft niet alle partijen die bij de rechtshandeling betrokken waren voorgelicht over de gevolgen van de handeling; 2. bij een kennelijke schrijffout moet er sprake zijn van een fout die zodanig moet zijn, dat die voor iedereen direct kenbaar en duidelijk is. Verder moet door de akte van verbetering de akte geen andere inhoud krijgen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-24

    De notaris heeft niet de benodigde zorgvuldigheid in acht genomen door het geld ten titel van schenking vanaf de derdengeldenrekening naar klager en de man over te maken. De notaris heeft niet getoetst bij moeder of zij een schenking aan klager wenste te doen en onder welke voorwaarden. Verder heeft de notaris verzuimd te toetsen of klager de schenking van moeder onder de gestelde voorwaarden wel accepteerde. Ook heeft de notaris zowel moeder als klager niet vooraf toegelicht wat de (financiële) gevolgen waren van haar handelingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:48 Raad van Discipline Amsterdam 21-169/A/A/W

    Wrakingsverzoek naar aanleiding van procesbeslissingen en gebaseerd op vermoedens van vooringenomenheid. Geen ‘echte’ wrakingsgronden aangevoerd. Geen sprake van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Verzoek is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:41 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190188

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou onduidelijkheid hebben laten bestaan over de hoedanigheid van de bij klaagsters zaak betrokken letselschadejurist en er geen zorg voor hebben gedragen dat de opdracht tussen klaagster en verweerder door deze letselschadejurist werd uitgevoerd en dat er met klaagster werd gecommuniceerd. Het hof overweegt dat verweerder een opdracht van klaagster heeft aanvaard en deze onder zijn verantwoordelijkheid heeft laten uitvoeren door een letselschadejurist. Verweerder heeft er echter niet op toegezien dat deze letselschadejurist aan klaagster heeft medegedeeld dat hij het dossier sloot omdat hij geen grond zag voor aansprakelijkstelling, noch heeft hij dit klaagster zelf medegedeeld. Het hof is van oordeel dat dit verweerder in ernstige mate valt aan te rekenen, zeker gezien de belangen van klaagster. Verweerder heeft laakbaar gehandeld en bij de behandeling van de zaak van klaagster de kernwaarde van deskundigheid geschonden. Het hof ziet dan ook geen aanleiding voor verlichting van de maatregel. Daarbij heeft het hof er rekening mee gehouden dat verweerder geen tuchtrechtelijk verleden heeft. Of klaagster nadeel ondervindt/heeft ondervonden van verweerders handelen is irrelevant; het gaat er immers om dat het gedrag van verweerder laakbaar is. Bekrachtiging beslissing van de raad. Berisping. Proceskostenveroordeling. Het hof verwijst tevens naar zijn uitspraak van dezelfde datum met zaaknummer 190189.