Zoekresultaten 10021-10030 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:96 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200270

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in de pers uitlatingen gedaan over klaagster. Het hof is van oordeel dat de uitlatingen niet gekwalificeerd kunnen worden als onnodig grievend en in strijd met de waarheid, maar verweerder heeft wel de grenzen van zorgvuldigheid jegens klaagster overschreden. Verweerder heeft zich tijdens het mediationtraject van zijn cliënt, de ex-man van klaagster, en klaagster in de pers uitgelaten over een belastingclaim van de Schotse belastingdienst. Verweerder wist dat de mediator deze kwestie (die weliswaar geen deel uitmaakte van de mediation) in het kader van de lopende mediation had aangekaart. De kwestie zorgde er volgens die mediator voor dat de zaak volledig stil kwam te liggen. Bij die stand van zaken, de nog lopende mediation waaronder de geheimhoudingsverplichting voor klaagster en de cliënt van verweerder, had verweerder niet naar buiten mogen treden over een voor het welslagen van de mediation relevante kwestie. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij zich ervan zou vergewissen dat de mediation formeel was beëindigd alvorens zich tegenover een derde uit te laten over dit onderwerp, wat hij heeft nagelaten. Het hof zal, in tegenstelling tot de raad, slechts één klachtonderdeel gegrond verklaren en de klacht voor het overige ongegrond verklaren. Het hof legt verweerder de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:90 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-090/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk in verband met ne bis in idem en gedeeltelijke kennelijk ongegrond wegens gebrek aan feitelijke onderbouwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2021:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 143/2020

    Klaagster is weduwe van patiënt. Patiënt is na een herseninfarct opgenomen in het ziekenhuis en aansluitend opgenomen in een revalidatiecentrum. Klaagster verwijt de ANIOS neurologie dat zij heeft besloten tot een klinische revalidatie in een revalidatiecentrum zonder patiënt te informeren over de optie van een poliklinische revalidatie, zonder de besluitvorming gedegen vast te leggen en zonder klaagster te betrekken bij de besluitvorming. Klaagster deels niet-ontvankelijk. Patiënt was akkoord met opname in het revalidatiecentrum en in het dossier is geen aanknopingspunt te vinden voor het oordeel dat patiënt op enig moment ontevreden is geweest over het handelen van beklaagde ten aanzien van de opname. Klaagster kan niet worden geacht in zoverre de wil van de patiënt te vertegenwoordigen. Voor zover klaagster klaagt niet bij de besluitvorming betrokken te zijn geweest is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:97 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-128/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Van valsheid in geschrifte, bedrog of dwaling is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.188

    Klacht tegen een huisarts. In 2019 werd klaagster tijdens een vakantie in het buitenland ziek en werd zij opgenomen in een ziekenhuis. Zij brak haar vakantie af en belde vanuit het buitenland naar de praktijk van de huisarts om een spoedafspraak te maken. Klaagster werd na haar terugkeer twee keer door de huisarts gezien. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende zorg heeft verleend, dat de huisarts haar niet heeft onderzoek en onjuist heeft behandeld en dat de huisarts onoplettend is geweest. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de bevoegdheid van de huisarts voor de duur van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de huisarts, gelet op de leeftijd van klaagster en de door haar geuite (hoofdpijn)klachten, ten onrechte geen blijk heeft gegeven dat hij de toepasselijke richtlijn in zijn overwegingen heeft betrokken, dat hij onvoldoende (lichamelijk) onderzoek heeft verricht en bovendien onvoldoende aantekeningen heeft gemaakt in het medisch dossier waardoor de continuïteit van de zorg niet kon worden gewaarborgd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep gegrond, voor zover het de zwaarte van de opgelegde maatregel betreft, en legt aan de huisarts een voorwaardelijke schorsing van drie maanden op met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:89 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210001

    Klacht over eigen advocaat. De klacht over de door verweerder gehanteerde strategie van ‘achterover leunen (enkel beroepen op bewijslast wederpartij)’ verklaart het hof in beroep alsnog gegrond. Van verweerder mag als advocaat in civielrechtelijke zaken de parate vakkennis aanwezig worden verondersteld dat aan bewijsvoering voor de eisende partij niet wordt toegekomen als de wederpartij (ic klagers met verweerder) de gestelde feiten niet of nauwelijks gemotiveerd betwist. Verweerder had moeten weten dat bij onvoldoende betwisting de rechtbank de vordering van de curator zou toewijzen en dit moeten voorkomen. Verder had verweerder een vermogensopstelling moeten (laten) opmaken zodat hij de gestelde vorderingen van de curator gemotiveerd kon betwisten dan wel schikkingsonderhandelingen kon opstarten. Verweerder heeft de kernwaarde deskundigheid geschonden. Verder heeft verweerder door hem genomen aktes niet aan klagers voorgelegd in concept en heeft hij ondanks zijn toezegging daartoe geen werk gemaakt van het feit dat klagers dubbel griffierecht hebben moeten betalen. Het beroep tegen de ongegrondverklaring van andere klachtonderdelen (niet in behandeling nemen klacht en onnodig grievende uitlatingen tegen gemachtigde klagers) faalt en daarvan bekrachtigt het hof het oordeel van de raad. Het hof legt aan verweerder de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 weken op, omdat verweerder de kernwaarde deskundigheid op verschillende manieren en meerdere keren heeft geschonden (en hij in het verleden al een waarschuwing heeft gekregen voor de kwaliteit van zijn dienstverlening).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:91 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-035/DH/RO

    Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening gegrond. De dienstverlening van verweerder was onder de maat. Voorwaardelijke schorsing van vier weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:98 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-168/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021.007

    Klacht tegen psychiater die een Pro Justitia rapportage heeft uitgebracht over klager. Klager verwijt de psychiater dat hij weigert de door klager aangegeven feitelijke onjuistheden in het Pro Justitia rapport 2019 te corrigeren. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat het correctierecht niet ziet op in de rapportage opgenomen gegevens afkomstig van derden en heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:36 Accountantskamer Zwolle 20/2070 en 20/2120 Wtra AK

    Een onderneming is in juli 2018 failliet verklaard. Klagers verwijten de betrokken accountant dat de jaarrekening van de onderneming over het jaar 2016 misleidend is geweest en dat hij ten onrechte de indruk heeft gewekt dat de onderneming solvabel was. Verder wordt de accountant verweten dat hij geweigerd heeft om de jaarrekening over het jaar 2016 te verstrekken hoewel de onderneming daartoe contractueel verplicht was. De klachten zijn ongegrond.