Zoekresultaten 91-100 van de 44614 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-530/AL/MN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-136/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet gebleken dat verweerster het gerechtshof en de deken in het kader van het klachtonderzoek foutief heeft ingelicht en daarmee de belangen van klaagster op enigerlei wijze heeft geschaad. Klaagster heeft uitdrukkelijk en schriftelijk ingestemd met het beroepschrift, zoals verweerster dat heeft ingediend. Na de vertrouwensbreuk met klaagster kon verweerster ervoor kiezen om zich als advocaat te onttrekken. Dat heeft zij op zorgvuldige wijze gedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:63 Raad van Discipline Amsterdam 25-115/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft in zijn procedure namens de ex-echtgenote van klager de belangen van klager niet op ontoelaatbare wijze geschaad. Het zonder toestemming van de advocaat van klager opvragen van de zittingsaantekeningen is niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:64 Raad van Discipline Amsterdam 25-126/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2503

    Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) zonder dit met klaagster te hebben afgestemd en tegen de wens van klaagster in een behandelbeperking in het dossier van klaagster heeft genoteerd, en b) in de terugkoppelingsbrief aan de huisarts van klaagster die behandelbeperking heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klaagster heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-624/AL/GLD

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft zich in een privékwestie ten onrechte als advocaat van de dochter van klagers heeft voorgedaan. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7352

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is diabetespatiënt. In verband hiermee is periodiek bloed- en urineonderzoek uitgevoerd, waaruit naar voren kwam dat sprake was van fors verhoogde eiwitwaarden (albumine) in de urine. De huisarts heeft Perindopril voorgeschreven. Klaagster verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en dat hij haar niet direct heeft doorverwezen naar de specialist. Daarnaast verwijt zij de huisarts dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de door hem voorgeschreven medicatie. Het college oordeelt dat de huisarts is tekortgeschoten, doordat de laboratoriumuitslagen van klaagster dusdanig afwijkend waren dat hij een nefrotisch syndroom eerder in zijn medische beoordeling had moeten betrekken. Ook had hij zijn beleid daarop moeten afstemmen door niet na vier weken, maar binnen één tot twee weken een herbepaling te laten uitvoeren. Dat hij dit niet heeft gedaan valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Omdat de huisarts, na de late herbepaling, alsnog adequaat heeft gehandeld door klaagster te verwijzen naar de nefroloog kan worden volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-456/AL/MN

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, de oud-cliënten van zijn kantoorgenoot. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7452

    Deels gegronde klacht tegen een arts maatschappij en gezondheid (vertrouwensarts). De baby van klagers is tijdens een vakantie onwel geworden en naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis werd letsel vastgesteld en de aard van het letsel gaf aanleiding om een melding te doen bij A, de B variant van Veilig Thuis. A heeft de melding doorgeleid aan Veilig Thuis in Nederland. Verweerster is als vertrouwensarts bij Veilig Thuis betrokken bij het onderzoek naar aanleiding van de melding. Klagers verwijten de vertrouwensarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens het onderzoek en maken 22 specifieke verwijten. Het college oordeelt dat de vertrouwensarts door een breuk in de tibia per vergissing te vertalen met een breuk in het kuitbeen in plaats van scheenbeen en bovendien te spreken van ribbreuken in plaats van een vermoeden daarvan, niet de zorgvuldigheid betracht die van haar verwacht mocht worden. Beide onzorgvuldigheden waren niet van dien aard dat zij doorslaggevend waren voor de beoordeling van de ernst van het letsel. Nu de vertrouwensarts inzicht in haar handelen en in het gewicht van zorgvuldige verslaglegging heeft getoond, is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel in deze zaak geen redelijk doel meer dient.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:20 Accountantskamer Zwolle 24/3270 Wtra AK

    Hersteluitspraak in de zaak met procedurenummer 24/3270 Wtra AK, uitgesproken op 7 april 2025. In de uitspraak van 7 april 2025 staat een accountantslid niet juist vermeld onder de beslissing.