Zoekresultaten 11-20 van de 44905 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:142 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-885/AL/GLD

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7278

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ. Tijdens klagers opname op de high intensive care van een GGZ-instelling was de verpleegkundig specialist zijn regiebehandelaar. De verpleegkundig specialist heeft klager regelmatig zelf onderzocht. De diagnose is navolgbaar en de medicatie was passend bij de gestelde diagnose. De verpleegkundig specialist heeft niet de crisismaatregel opgelegd. Wel heeft zij een beoordeling ten behoeve hiervan aangevraagd, dit is navolgbaar. Overig klachtonderdeel ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7279

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager was onder ambulante behandeling bij de crisisdienst van een GGZ-instelling. De psychiater was zijn regiebehandelaar. De psychiater heeft klager meerdere keren zelf onderzocht. De diagnose is goed onderbouwd en navolgbaar. De door de psychiater voorgeschreven medicatie, in samenspraak met klager, was passend gezien de diagnose. Overige klacht ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:83 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-258/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder bewust gebruik heeft gemaakt van onjuiste informatie en smadelijke beweringen heeft gedaan is niet gebleken. Ook het verwijt dat verweerder de afspraak, om de hoofdzaak binnen 30 dagen na het gelegde beslag aanhangig te maken, niet is nagekomen, mist feitelijke grondslag. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7877

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij hem via een rechterlijke machtiging gedwongen heeft laten opnemen. De arts had geen betrokkenheid bij deze opname. Hij heeft zeer zorgvuldig gehandeld door een vermoeden van dementie uit te spreken, maar een definitief oordeel daarover uit te stellen totdat klagers problematisch alcoholgebruik tot aanvaardbare proporties zou zijn teruggebracht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:84 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-847/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een ondernemingsrechtelijke en erfrechtelijke procedure. Klachten over het in het geheim samenspannen met klaagsters advocaten, het bijdragen aan het overlijden van zijn cliënt, het geheim houden dat een zitting door zou gaan, de wijze waarop verweerder stukken in een kort geding heeft ingediend, liegen, schending van artikel 21 Rv, het doen van onnodig grievende uitlatingen en het overtreden van gedragsregel 15 ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:101 Raad van Discipline Amsterdam 25-251/A/A

    Beslissing op verzoek extra termijn dekenbezwaar van 3 juni 2025

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2568

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft bij de huisarts het medisch dossier van zijn moeder opgevraagd. Hij verwijt de huisarts dat zij het medisch dossier niet aan hem heeft verstrekt. Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is, maar dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege is het volledig eens met die beslissing en verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7277

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. In het kader van de voorbereiding van een crisismaatregel heeft de psychiater een medische verklaring opgesteld. De psychiater heeft klager zelf onderzocht en heeft op goede gronden tot haar diagnose kunnen komen. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:93 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2682

    Klacht tegen een apotheker. De zoon van klaagster (hierna: de patiënt) is overleden. Hij heeft door zijn behandelaren voorgeschreven medicatie gebruikt. Verweerster is werkzaam als apotheker in de apotheek waar de patiënt stond ingeschreven. Klaagster verwijt de apotheker dat er blindelings medicatie is uitgegeven aan de patiënt, dat er geen overleg heeft plaatsgevonden met de andere zorgverleners en dat het gebruik van de medicatie niet of onvoldoende is uitgelegd aan de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert dat niet is gebleken dat de apotheker op enig moment nalatig is geweest in de zorg voor de patiënt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.