Zoekresultaten 141-150 van de 867 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:36 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021.017

    C2021.017 Klacht tegen huisarts. Klager en zijn (ex-)vrouw zijn beiden patiënt bij de huisarts. Klager heeft sinds lange tijd psychische klachten. Later blijkt sprake te zijn van een niet-onderkende diabetes bij klager. Verder is er sprake van een conflictsituatie tussen klager en zijn (ex-)vrouw. Dit heeft geleid tot een aangifte van mishandeling van de (ex-)vrouw door klager. Klager verwijt de huisarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door klagers (vermeende) psychische gesteldheid met zijn (ex-)vrouw te bespreken, dat hij ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan om eventuele andere oorzaken van klagers psychische klachten uit te sluiten en dat hij zijn zorgen over de gezinssituatie niet met klager heeft besproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten ongegrond verklaard. In beroep is alleen de klacht over schending van het beroepsgeheim aan de orde. Het Centraal Tuchtcollage verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2022:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2021/11

    Klacht ongegrond. Beklaagde heeft ter zitting uitgebreid zijn werkwijze uiteen gezet. Het college acht het handelen van beklaagde verdedigbaar op grond van het feit dat hij patiënte – gezien haar voorgeschiedenis – vroegtijdig heeft willen zien. Daarnaast heeft hij een werkdiagnose gesteld en beleid gemaakt. Bij ieder consult heeft beklaagde onderzoek uitgevoerd, welke per consult een gradatie werd verzwaard om verschillende mogelijke oorzaken van de klachten uit te sluiten. Deze opvolgende onderzoeken acht het college te billijken. Tevens oordeelt het college dat het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is dat niet al bij het eerste of tweede consult het bestaan van de tumor was vastgesteld. Beklaagde is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsbeoefening.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:224 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.276

    C2020.276Klacht tegen tandarts. De beklaagde tandarts heeft in 2019 bij klager boven in de mond een 10-delige brug geplaatst. De klacht bestaat uit elf onderdelen. Klager verwijt de tandarts onder meer dat hij hem onbehoorlijk heeft bejegend, dat hij onjuist heeft gefactureerd, dat hij het door klager te veel betaalde bedrag niet aan klager heeft terugbetaald en dat hij het medisch dossier van klager niet heeft doorgestuurd naar de nieuwe tandarts van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, de tandarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd, en de klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en komt ambtshalve tot een andere beoordeling van klachtonderdeel 10. Het Centraal Tuchtcollege verklaart dit klachtonderdeel ongegrond, met instandhouding de opgelegde van de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:223 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021.023

    C2021.023Klacht tegen orthodontist. Klaagster heeft zich eind 2012 tot de orthodontist gewend in verband met de door haar gewenste correctie van de stand van enkele tanden in haar onderkaak. Begin 2013 is de behandeling gestart, onder meer bestaande uit het plaatsen van vaste apparatuur op de boven- en onderkaak. In 2014 is deze apparatuur verwijderd. Klaagster verwijt de orthodontist dat hij 1) haar niet althans onvoldoende heeft geïnformeerd over de behandeling, zodat geen sprake is van een informed consent, 2) haar na de diagnose wortelresorptie niet heeft geïnformeerd over de te verwachten gevolgen en risico’s daarvan en de behandeling ten onrechte en zonder overleg heeft voortgezet, en 3) zijn dossierplicht heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3255

    Klacht tegen tandarts. Beklaagde heeft bij de behandeling van de dochter van klager in een schrikreactie haar hand/arm weggeslagen en heeft daarop direct meermalen zijn excuses aangeboden. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2339

    Klaagster verwijt verweerster, huisarts, dat zij haar medicatie (kalmeringsmiddelen en pijnstillers niet (tijdig) heeft voorgeschreven. Ook heeft verweerster volgens klaagster de situatie laten escaleren, toen klaagster naar de praktijk kwam om haar medicatie voorgeschreven te krijgen. Verweerster voert verweer.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:293 Raad van Discipline Amsterdam 21-684/A/A

    Klacht ingediend door de (voormalige) cliënt van mr. Hammerstein. De raad oordeelt dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door meermaals zijn geheimhoudingsplicht te schenden: in interviews gegeven aan De Telegraaf en het AD, in een e-mail aan de officier van justitie en in een telefoongesprek met een misdaadverslaggever. De geheimhoudingsplicht van mr. Hammerstein en de belangen van klager zijn ook geschaad doordat mr. Hammerstein in een telefoongesprek de officier van justitie ervan op de hoogte heeft gebracht dat hij in het bezit was van een envelop met spullen van klager, waaronder een telefoon. Vervolgens heeft mr. Hammerstein die envelop met inhoud aan de deken verstrekt met de mededeling dat de inhoud van de envelop levensgevaarlijk is. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:294 Raad van Discipline Amsterdam 21-719/A/A/D

    De raad oordeelt dat mr. Hammerstein tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in een interview gegeven aan het AD zijn geheimhoudingsplicht te schenden. Hij heeft uitlatingen gedaan over de persoon en de belangen van zijn voormalige cliënt, alsmede over bijzonderheden van de betreffende zaak. Bezwaar gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/3052

    Klaagster verwijt verweerster, tandarts, dat zij haar niet goed heeft geholpen om goed zittende protheses te verkrijgen. Volgens klaagster had de tandarts het probleem onder de garantie moeten oplossen of anders klaagster het bedrag van de rekening moeten terugbetalen. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond, daartoe onder meer overwegende dat de inspanningen van de tandarts meer dan voldoende zijn geweest en dat de tandarts op een correcte wijze heeft getracht het resultaat voor klaagster te verbeteren. Dat dit niet tot tevredenheid van klaagster heeft geleid, doet daar niet aan af, omdat de tandheelkundige behandeling een inspanningsverplichting is waarbij geen garantie op het resultaat kan worden gegeven. Aan de inspanningsverplichting heeft de tandarts zonder meer voldaan. Een tandarts heeft voor het passend krijgen van een prothese de medewerking van de patiënt nodig. Klaagster heeft geen serieuze poging gedaan om de nieuw vervaardigde flexibele protheses uit te proberen. Van een onheuse bejegening door de tandarts is het college niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:266 Raad van Discipline Amsterdam 21-673/A/A/D

    Dekenbezwaar. Uit het signaal van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, volgt dat verweerder zich in drie afzonderlijke gevallen niet aan de coronamaatregelen heeft willen houden en op een agressieve wijze heeft gereageerd toen hij daar door medewerkers van de rechtbank op werd aangesproken. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn gedrag de grenzen van het betamelijke heeft overschreden. De raad is verder van oordeel dat van een advocaat die via de deken wordt geconfronteerd met signalen van twee rechtbanken mag worden verwacht dat hij die signalen serieus neemt en aan enige vorm van introspectie/zelfreflectie doet. Verweerder heeft daarvan geen blijk gegeven, ook niet op de zitting van de raad. Hoewel het voorstel van de deken om dit door middel van een coaching-traject te doen een goed voorstel is, is het aan verweerder zelf dat doel te bereiken. Het gaat de raad te ver om het afbreken van een door de deken aangeraden coaching-traject of het niet hervatten van een afgebroken coaching in de gegeven omstandigheden "an sich" tuchtrechtelijk verwijtbaar te vinden. Waarschuwing + proceskostenveroordeling.