Zoekresultaten 441-449 van de 449 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0471 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/318

    Verpleegkundige was als zodanig in dienst bij klaagster, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De klacht houdt in dat de verpleegkundige een intieme relatie met een cliënte is aangegaan en heeft onderhouden in een periode dat hij als verpleegkundige een beroepsmatige hulpverleningsrelatie met haar had binnen een klinische vestiging van de instelling. Deze relatie hield tevens een seksuele relatie in. Klaagster is van mening dat sprake is van een gerede kans op recidive. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het verweten grensoverschrijdend gedrag de verpleegkundige ernstig moet worden aangerekend, en de daaraan ten grondslag gelegde motivering. In het licht van de ernst van de feiten en de – ook naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege niet uit te sluiten – kans dat de verpleegkundige bij voortzetting van zijn werkzaamheden als verpleegkundige op enig moment opnieuw zijn grenzen overschrijdt, acht ook het Centraal Tuchtcollege de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het register gerechtvaardigd. Centraal Tuchtcollege deelt de ten overvloede door het Regionaal Tuchtcollege gegeven overweging dat wanneer de verpleegkundige na verloop van enige jaren kan aantonen dat een adequate behandeling heeft plaatsgevonden op grond waarvan aangenomen kan worden dat het risico van herhaling van het verweten gedrag nihil of verwaarloosbaar is, hij op grond van artikel 50 van de Wet BIG de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan verzoeken in de hem ontzegde bevoegdheid te worden hersteld. Beroep verworpen

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0299 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/391P

    De klacht van de Inspectie betreft het onprofessionele en grensoverschrijdende gedrag van de psychiater/psychotherapeut in 2001 jegens twee patiënten; met één van hen is hij inmiddels gehuwd. De psychiater/psychotherapeut heeft de klacht gemotiveerd betwist en heeft zich onder andere beroepen op artikel 8 EVRM. Het college oordeelde de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater/psychotherapeut zowel in zijn hoedanigheid van arts als psychotherapeut de maatregel opgelegd van een onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar. Ook is aandacht besteed aan de bevoegdheid van de aangeklaagde om niet mee te werken aan het Inspectieonderzoek (cautie).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0298 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/391

    De klacht van de Inspectie betreft het onprofessionele en grensoverschrijdende gedrag van de psychiater/psychotherapeut in 2001 jegens twee patiënten; met één van hen is hij inmiddels gehuwd. De psychiater/psychotherapeut heeft de klacht gemotiveerd betwist en heeft zich onder andere beroepen op artikel 8 EVRM. Het college oordeelde de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater/psychotherapeut zowel in zijn hoedanigheid van arts als psychotherapeut de maatregel opgelegd van een onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar. Ook is aandacht besteed aan de bevoegdheid van de aangeklaagde om niet mee te werken aan het Inspectieonderzoek (cautie).

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 h 038.dh

    Klaagster verwijt de psychiater grensoverschrijdend gedrag. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht, bestaande uit drie onderdelen, op twee onderdelen gegrond geacht en de psychiater de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0252 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 034/2009

    Klacht tegen verpleegkundige, werkzaam als groepsleider bij een GGZ-instelling. Rechtbank en gerechtshof hebben verweerder veroordeeld wegens ontucht met twee patiëntes en mensenhandel met betrekking tot één van hen. Naast vier jaar gevangenisstraf heeft hij een verbod gekregen om gedurende 7 jaar in de zorg werkzaam te zijn. Verweerder is met vroegpensioen gegaan en heeft zich, na de indiening van de tuchtklacht door zijn voormalige werkgeefster, laten uitschrijven uit het BIG-register. Het tuchtcollege ontzegt verweerder het recht om zich weer in het BIG-register in te schrijven.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0241 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 260/2009

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klager niet-ontvankelijk na herindiening klacht na eerdere intrekking. Naar het oordeel van het college is in dit geval sprake van bijzondere omstandigheden. Allereerst valt te wijzen op alle acties die klager in persoon tegen verweerder had ondernomen via het strafrecht, het klachtrecht, de Inspectie en het tuchtrecht. Voorts is van belang dat klager pal voor de zitting via zijn advocaat, die zich twee weken tevoren voor het eerst namens hem had gesteld nadat klager de procedure tot dan toe steeds zelf had gevoerd, zonder nadere redengeving en onder aanbieding van excuses de klacht heeft ingetrokken. Tegen die achtergrond mocht verweerder ervan uitgaan dat klager de klacht weloverwogen door tussenkomst van zijn advocaat had ingetrokken en dat klager hem niet opnieuw tuchtrechtelijk zou aanspreken ter zake van dezelfde feiten. vlak voor de zitting.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/187Vp

    De Inspecteur voor de gezondheidszorg verwijt de verpleegkundige dat hij grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond jegens een 93 jarige patiënte. De verpleegkundige heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht gegrond geacht en heeft de inschrijving van de verpleegkundige geschorst voor de termijn van een jaar, doch heeft voorts bepaald dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de voorwaarde dat de verpleegkundige zich binnen een proeftijd van twee jaar niet schuldig maakt aan een soortgelijk feit.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0079 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/129

    Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster op grond van het bepaalde in artikel 51 van de Wet BIG niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht tegen een verpleegkundige omdat op een door de Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen de verpleegkundige ingediende gelijkluidende klacht al onherroepelijk is beslist. Beroep tegen dit oordeel wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0026 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 012/2009

    Klager was in verband met een combinatie van verslavings- en psychiatrische problematiek opgenomen in de instelling Brinkgreven te Deventer. Klager verwijt verweerster dat zij klager als zijn persoonlijk begeleidster emotioneel en sexueel heeft verleid tijdens de behandeling (inclusief intimidatie). Uitspraak: Berisping Er was sprake van een intieme relatie vóór het ontslag van klager uit Brinkgreven. Of het initiatief tot de relatie van klager of van verweerster is uitgegaan is niet relevant. Berisping omdat verweerster geacht kon worden op de hoogte te zijn van de desbetreffende gedragsregels en beroepscodes, terwijl het ging om begeleiding van een psychiatrische patiënt, waarbij uitgegaan moet worden van meer kwetsbaarheid van de patiënt dan van een patiënt met een fysieke aandoening.