Zoekresultaten 2191-2200 van de 2761 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0571 Kamer van toezicht Rotterdam 08a/10 en 08b/10

    Klaagster stelt dat zij de notarissen alleen toestemming heeft gegeven om de eerste hypotheek d.d. 17 juni 1999 te vestigen. Klaagster heeft nimmer enige toestemming of volmacht gegeven om meer dan een hypotheek te vestigen. Volgens klaagster hebben de notarissen niet de zorgvuldigheid in acht genomen die van notarissen mag worden verwacht. Klaagster verwijt de notarissen verder dat zij tot op heden geen opheldering hebben kunnen verschaffen over de vestiging van de twee andere hypotheken. Beslissing: verklaart de klacht voorzover het betreft de handelingen met betrekking tot de hypotheekverleningen en doorhalingen tegen notaris [Y] gericht niet-ontvankelijk; verklaart de klacht voorzover het betreft de handelingen met betrekking tot de hypotheekverleningen en doorhalingen tegen (oud)notaris, thans kandidaat-notaris, [X] gericht gegrond zonder oplegging van een maatregel; verklaart de tweede klacht over het niet voldoende verschaffen van opheldering over de gang van zaken gericht tegen beide notarissen, gegrond, zonder oplegging van een maatregel.  

  • ECLI:NL:TNOKALM:2010:YC0561 Kamer van toezicht Almelo 02 10 Wna

    Handelen van een medewerker van de notaris valt onder de verantwoordelijkheid van de notaris. Schending zorgplicht omdat de akte na een kwalitatieve wijziging niet opnieuw in concept aan partijen is voorgelegd. De door een medewerker verstrekte informatie geeft een onjuiste voorstelling van zaken. In de hypotheekakte is ten onrechte de indruk van extra zekerheid gegeven.  

  • ECLI:NL:TNOKALM:2010:YC0563 Kamer van toezicht Almelo 10 10 Wna en 11 10 Wna

    De aktes zijn intensief voorbereid door de notarisklerk en bevatten een boetebeding dat betrekking heeft op het registergoed van de zonen van de notarisklerk. Door dit niet met klagers te bespreken alvorens de aktes te passeren hebben de notarissen onzorgvuldig gehandeld.

  • ECLI:NL:TNOKALM:2010:YC0560 Kamer van toezicht Almelo 03 10 Wna

    Erfgenamen oneens met elkaar. De notaris heeft zijn onpartijdige positie op de juiste wijze bewaakt. Terecht zijn de erfgenamen voor een beslissing in hun geschil te verwezen naar de civiele rechter. Niet gebleken is dat de wijze waarop erfgenamen met elkaar communiceren, een gevolg is van een gedrag of handelen van de notaris.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0556 Kamer van toezicht Amsterdam 445665/NT 09-52 B 445678/NT09-53 B

      Het komt er voor de bepaling van de bewaringspositie op neer, dat er zoveel liquiditeit op het notariskantoor aanwezig moet zijn, dat alle verplichtingen aan derden direct kunnen worden voldaan. Indien dat het geval is voldoet de notaris aan de bewaringseis, voortvloeiend uit artikel 23 Wna jo artikel 15 Vbg. Het is dan ook niet in strijd met die bewaringseis om derdengelden van de kwaliteitsrekening over te boeken naar de kantoorrekening. Wel handelt de notaris in dat geval in strijd met artikel 25 Wna. Derdengelden dienen immers op grond van artikel 25 Wna gestort te zijn of te worden op een kwaliteitsrekening. Een tekort in het saldo van die rekening dient op grond van artikel 25 lid 3 Wna terstond te worden aangevuld. De kamer is op grond van het voorstaande van oordeel dat het saldotekort van artikel 25 Wna echter niet hoeft te betekenen dat er sprake is van een negatieve bewaringspositie in de zin van artikel 23 Wna juncto artikel 15 lid 1 Vbg. De kamer legt de notarissen een waarschuwing op aangezien zij door hun nalatigheid niet het op de kwaliteistrekening ontstane tekort  terstond hebben aangevuld.  

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0557 Kamer van toezicht Amsterdam 452172/NT10-10 B

    De notaris is zijn informatieplicht onvoldoende nagekomen. Mede gelet op het feit dat de levensverzekeringsuitkering een substantieel deel van het aan de kinderen van de erflater toekomende bedrag betrof (€ 57.743,50) had de notaris, aangezien daarover onduidelijkheid bestond bij erflater, expliciet moeten kenbaar maken dat de (polis van de) levensverzekering diende te worden gewijzigd of dat de wens van erflater ten aanzien van het bewind niet bij testament geregeld kon worden. Eveneens is de kamer van oordeel dat het ook tot de door de notaris te betrachten zorgvuldigheid had gehoord om na het passeren na te gaan of de levensverzekering overeenkomstig de wens van de erflater was aangepast. De notaris wist immers dat dat voor erflater belangrijk was. De klacht wordt daarom gegrond verklaard. De kamer acht de onzorgvuldigheid van de notaris dermate verwijtbaar, dat de maatregel van waarschuwing op zijn plaats is.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0555 Kamer van toezicht Breda Kl 16/2010

      Ofschoon de oud-notaris op eigen verzoek reeds op 1 september 2009 is gedefungeerd, acht de kamer het opleggen aan hem van de maatregel van ontzetting uit het ambt de enige daarop passende maatregel. De omstandigheid dat de oud-notaris op eigen verzoek al ontslag heeft verkregen en niet meer in functie is, doet hieraan naar het oordeel van de kamer niet af. Zij vindt hiervoor steun bij de beslissing van de kamer van toezicht te Zutphen van 18 mei 2010, welke bij beslissing van het Gerechtshof Amsterdam van 14 september 2010 (LJN: BO0554) is bekrachtigd. Ook de kamer oordeelt evenals het Hof in voormelde beslissing, dat artikel 103 Wna, ondanks dat een notaris eerder op eigen verzoek ontslag heeft verkregen, geen beperking kent, die in een in geval als het onderhavige aan het opleggen van die maatregel in de weg staat. Met het Hof is de kamer daarbij van oordeel, dat aan een ontzetting uit het ambt na ontslag zelfstandige betekenis toekomt, aangezien een notaris die uit zijn ambt is ontzet op grond van artikel 103, lid 7 Wna niet meer tot waarnemer kan worden benoemd en dus niet meer in aanmerking kan komen voor een (nieuwe) benoeming tot notaris. De kamer is van oordeel dat, gelet op de ernst van de door oud-notaris geschonden tuchtnorm en in aanmerking nemend zijn leeftijd van 53 jaar, er alle reden is met de aan hem op te leggen maatregel van ontzetting, zijn herbenoeming tot notaris te voorkomen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0553 Kamer van toezicht Amsterdam 446971/NT09-56 Pee

      Op grond van artikel 547 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de notaris van binnengekomen biedingen op te executeren zaken onverwijld afschrift aan de executant en de geëxecuteerde te geven. In de onderhavige zaak was de veilingdatum bepaald op 6 mei 2008. Tot veertien dagen vóór 6 mei kon onderhands worden geboden, derhalve tot 22 april 2008. De notaris stelt in haar verweer dat door zon- en feestdagen voorafgaand aan de veilingdatum het voor haar onmogelijk was nog onverwijld een afschrift van de biedingen aan klager te zenden. Daarmee heeft zij een onjuiste voorstelling van de feiten gegeven. Immers, uit het voorgaande blijkt dat zij uiterlijk op 23 april 2008, dus een week vóór de in haar verweer genoemde zon- en feestdagen, aan klager een afschrift had kunnen (en moeten) zenden van de toen ontvangen biedingen. Dat betekent dat de notaris klachtwaardig heeft gehandeld, immers in strijd met de voormelde wetsartikelen. Daar komt bij dat haar opstelling in deze procedure, waarbij zij de voor dit aspect van de zaak relevante feiten onjuist heeft weergegeven, zodanig onbehoorlijk en ongewenst is, dat de kamer de maatregel van berisping op zijn plaats acht.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0554 Kamer van toezicht Amsterdam 448400 / NT 10-4 Pee

    Een aan de notarisklerk verwijtbare gedraging wordt de notaris tuchtrechtelijk toegerekend. De kamer kan niet vaststellen of klagers gewezen zijn op de risico's van hun overeenkomst en of de notarisklerk hen heeft voorgelicht over alternatieven. De notaris heeft zich ten onrechte laten sturen door de wederpartij van klagers. De kamer legt de notaris een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TNOKSHE:2010:YC0549 Kamer van toezicht 's-Hertogenbosch Kln.09.25

    De notaris wordt verweten dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door (ten onrechte) de term vruchtgebruik te gebruiken. Voorts heeft hij nagelaten deze term te wijzigen.