ECLI:NL:TNOKALM:2011:YC0714 Kamer van toezicht Almelo 14 11 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2011:YC0714
Datum uitspraak: 01-11-2011
Datum publicatie: 04-11-2011
Zaaknummer(s): 14 11 Wna
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klaagster was partij bij de akte van 17 december 2001. De bij brief van 14 juli 2011 ingediende klacht is te laat ingediend. De termijnoverschrijding is niet objectief gerechtvaardigd.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

Klachtzaak 14 11 Wna 

                        UITSPRAAK

inzake:                   <naam>,

                             wonende te <plaats>,  

                             klaagster;

tegen:                     <naam> ,

                             notaris te <plaats>,

                             hierna te noemen de notaris.

1           Verloop van de procedure

Bij brief van 14 juli 2011 is door klaagster een klacht ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de Kamer. De notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 21 juli 2011. Klaagster heeft van de mogelijkheid om te repliceren geen gebruik gemaakt.  De klachtzaak is behandeld ter zitting van 13 oktober 2011. Klaagster is, met kennisgeving, niet verschenen. De notaris is in persoon verschenen.

 

2    Toesingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

  3     S tandpunten

Klaagster stelt zich op het standpunt dat de notaris haar belangen niet op de juiste wijze heeft behartigd. Klaagster wijst in dit verband op de tussen haar en haar toenmalige partner opgemaakte partnerschapsvoorwaarden waarvan de akte op 17 december 2001 door de notaris is gepasseerd. Kort samengevat is klaagster van mening dat het in die akte in artikel 10, lid 2, aanhef, onder a genoemde bedrag groot € 240.503,= niet juist is. Daarbij is uitgegaan van een onjuiste lagere waarde van het door klaagster aangebrachte registergoed. Klaagster wijst er op dat genoemd bedrag in de ontwerpakte nog was vastgesteld op € 340.335,=.

De notaris stelt zich op het standpunt dat hij correct heeft gehandeld. De notaris geeft in dit verband aan dat het aanvankelijk hoger vastgestelde bedrag op verzoek van klaagster en haar toenmalige partner op het lagere bedrag is vastgesteld.

4      Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

In artikel 99, twaalfde lid, Wna is bepaald dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.

Naar het oordeel van de Kamer is de onderhavige klacht te laat ingediend. Klaagster was partij bij de akte van 17 december 2001 en door de notaris is onweersproken gesteld dat de inhoud van deze akte destijds voorafgaand aan het passeren is besproken met klaagster. Klaagster heeft bij brief van 14 juli 2011 de onderhavige klacht ingediend. De door klaagster genoemde omstandigheid dat haar de strekking van de akte pas in 2008 duidelijk is geworden na besprekingen met een andere notaris maakt de overschrijding van de wettelijke klachttermijn niet objectief gerechtvaardigd.

Gelet op de termijnoverschrijding behoort klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

5           Beslissing

De Kamer van Toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo;

-        verklaart klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. van der Winkel, voorzitter, mr. W.J. Hordijk, mr. G.J. Numan, mr. M.H. van Rhijn en A. Roesink, leden en door de voorzitter, in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris, in het openbaar uitgesproken op 1 november 2011.