ECLI:NL:TNOKALM:2008:YC0708 Kamer van toezicht Almelo 37 07 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2008:YC0708
Datum uitspraak: 10-11-2008
Datum publicatie: 24-10-2011
Zaaknummer(s): 37 07 Wna
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Terzake van de echtscheiding en verdeling legt de notaris de afspraken van partijen vast. De notaris is geen partij. De notaris draagt zorg voor een correcte zakelijke weergave en wijst op mogelijkheden en onmogelijkheden. De moeite en emoties van die tijd voor klaagster, maken niet dat de notaris niet juist heeft gehandeld.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

Klachtzaak     37 07 Wna 

                        UITSPRAAK

inzake:                  < naam >,  

                             klaagster,

                             wonende te < plaatsnaam >,

                             gemachtigde: < naam >, advocaat te < plaatsnaam >;

tegen:                < naam >,

                             notaris te < plaatsnaam >,

                             hierna te noemen de notaris.

1           Verloop van de procedure

Bij schrijven van 13 november 2007, aangevuld met een groot aantal bijlagen, heeft klaagster een klacht ingediend ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de Kamer.

De notaris, in die tijd kandidaat-notaris, heeft zich verweerd bij schrijven van 18 december 2007.  Klaagster heeft gerepliceerd bij brief van 17 januari 2008. De notaris heeft bij brief van 19 februari 2008 gedupliceerd.

De klachtzaak is ter zitting van 29 september 2008 behandeld. Klaagster is in persoon verschenen tezamen met haar gemachtigde. De notaris is eveneens in persoon verschenen.

2     Toetsingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

3       Standpunten

Klaagster stelt zich - kort samengevat- op het standpunt dat de notaris niet juist heeft gehandeld ten tijde van de echtscheidingsprocedure tussen klaagster en de heer < A >. Het gaat daarbij om het convenant van 15 december 2005, dat door de notaris is opgesteld. Klaagster wil graag dat het convenant opgebroken wordt. Naar de mening van eiseres heeft de notaris onvoldoende oog gehad voor haar belangen en geen rekening gehouden met haar psychische gesteldheid van dat moment. Klaagster wijst op de kwetsende en vervelende manier waarop < A > haar heeft verlaten. Klaagster geeft aan dat zij daardoor tijdens het hele proces van de scheiding zo verward was dat zij pas later heeft ingezien dat zij ook zakelijk is benadeeld. Klaagster vindt dat de notaris haar daar destijds op had moeten wijzen. Ook stelt klaagster dat < A > de rekening van de notaris op onjuiste wijze heeft voldaan en wijst klaagster op een aantal zaken waarin < A > in gebreke is gebleven. Met betrekking tot haar belangen heeft klaagster verder verduidelijkt dat zij wilde dat de gezamenlijke woning zou worden verkocht. Naar haar mening was de waarde hoger. Klaagster geeft aan dat zij om die reden later ook nog een bedrag heeft ontvangen.

Naar de mening van de notaris heeft hij correct gehandeld. De notaris wijst op de bedragen die in het convenant zijn opgenomen en de afspraak over voor wiens rekening de kosten zijn. Volgens de notaris is van belang dat de vastgestelde waarden in onderling overleg zijn bepaald. Voor zover het gaat om de onderneming zijn de jaarstukken leidend geweest. Daarbij is opgemerkt dat klaagster altijd verantwoordelijk is geweest voor het voeren van de boekhouding en dat aldus mocht worden aangenomen dat klaagster geheel op de hoogte was van de stand van zaken. Ter zitting heeft de notaris hierover nog aangegeven dat de eigen onderneming vrijwel geen goederen bezat, maar dat voor het merendeel sprake was van leasecontracten. Ook wijst de notaris op de overige gemaakte afspraken tussen partijen en de gelden die zijn overgemaakt naar klaagster. Door de notaris is een afschrift van een nota van afrekening overgelegd, waaruit de bij < A > in rekening gebrachte kosten blijken.

4     Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

Blijkens hetgeen klaagster en de notaris over en weer hebben aangegeven stelt de Kamer vast dat klaagster niet alleen bezwaren heeft geuit tegen de notaris, maar ook heeft aangegeven dat zij graag ziet dat het convenant wordt opengebroken. Met betrekking tot dit laatste wijst de Kamer er op dat  niet buiten het hiervoor weergegeven wettelijke kader kan worden getreden. Dit brengt met zich dat over het handelen van de notaris een uitspraak wordt gedaan. In deze procedure is geen ruimte voor het openbreken van een convenant.

Met betrekking tot de medewerking van de notaris aan het convenant overweegt de Kamer het volgende.

In de situatie waarin partijen er voor kiezen om op korte termijn tot scheiding en verdeling te komen kunnen zij naar een notaris gaan en daar hun wensen laten vastleggen. Van belang is dat de notaris daarbij de uiteindelijke afspraken van partijen vastlegt. De notaris is geen partij. Vanuit een juiste professionele houding mag van de notaris worden verwacht dat hij zorg draagt voor een correcte zakelijke weergave en wijst op mogelijkheden en onmogelijkheden. Zeker ook wanneer er de nodige emotie en moeite is vooraf gegaan aan het besluit en dit nog steeds een rol speelt. Uit hetgeen klaagster heeft aangedragen blijkt haar diepe emotionele betrokkenheid bij het geheel en ook haar onvrede over het feit dat haar dit is overkomen. Dit brengt echter naar het oordeel van de kamer niet met zich dat de notaris niet juist heeft gehandeld. Met name is niet gebleken dat klaagster in die tijd niet in staat is geweest om op juiste wijze voor haar belangen op te komen. De moeite en emotie van die tijd maken dat niet anders. Door klaagster zijn geen verklaringen overgelegd waaruit moet worden geconcludeerd dat zij destijds zodanig “in de war” is geweest dat moet worden aangenomen dat de notaris kenbaar onjuist heeft gehandeld. Voor zover het gaat om de vastgestelde bedragen is van belang dat die in onderlinge samenspraak zijn vastgesteld en dat de notaris ter zitting onweersproken heeft gesteld dat destijds in het bedrijf voor het merendeel sprake was van leasecontracten en niet van eigendom.

Voor zover klaagster heeft aangegeven dat de notaris zich op onjuiste wijze heeft laten betalen door  < A > stelt de Kamer vast dat de notaris een afschrift van een voldoende inzichtelijke afrekening heeft overgelegd.

Voor zover klaagster heeft aangegeven dat geen rekening is gehouden met het aspect dat zij in de gezamenlijke woning wilde blijven wonen is de Kamer van oordeel dat niet gebleken is dat de notaris partijen in dit verband niet op de juiste wijze heeft gewezen op de (on)mogelijkheden. Bovendien is door klaagster niet gedocumenteerd onderbouwd dat de destijds gehanteerde waarde er voor de notaris toe had moeten leiden dat hij zijn medewerking niet zou hebben verleend.

Voor zover < A > zich niet zou houden aan de afspraken is dit iets wat de notaris niet kan worden verweten. 

Gelet op het voorgaande is de Kamer van oordeel dat de notaris niet klachtwaardig heeft gehandeld.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

5           Beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo,

-        verklaart de klacht ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. van der Winkel, voorzitter, mr. F.M.J. Mulder, mr. H.W.C. Spijkerboer, mr. H.J. Vos en mr. C.J. Wesseling, leden en door de voorzitter

in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris in het openbaar uitgesproken op 10 november 2008.