ECLI:NL:TNOKALM:2011:YC0712 Kamer van toezicht Almelo 10 11 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2011:YC0712
Datum uitspraak: 01-11-2011
Datum publicatie: 04-11-2011
Zaaknummer(s): 10 11 Wna
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: De kandidaat-notaris was partij-notaris. De kandidaat-notaris heeft geen werkzaamheden in opdracht van klaagster noch andere werkzaamheden ten behoeve van klaagster verricht zoals bedoeld in artikel 98 Wna..  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

Klachtzaak 10 11 Wna 

                        UITSPRAAK

inzake:                   <naam>,

                             wonende te <plaats>,  

                             klaagster;

tegen:                     <naam> ,

                             kandidaat-notaris te <plaats>,

                             hierna te noemen de kandidaat-notaris.

1           Verloop van de procedure

Bij brief van 12 mei 2011, aangevuld bij brief van 21 mei 2011, is door klaagster een klacht ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de Kamer.De kandidaat-notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 12 juli 2011. Vervolgens heeft klaagster bij brief van 30 juli 2011 gerepliceerd. Door de kandidaat-notaris is op 30 augustus 2011 gedupliceerd.

De klachtzaak is behandeld ter zitting van 13 oktober 2011. Klaagster is, met kennisgeving, niet verschenen. De kandidaat-notaris is in persoon verschenen.

2         Toesting 

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de kandidaat-notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

3        Standpunten

Klaagster stelt zich op het standpunt dat de kandidaat-notaris in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van haar vader niet juist heeft gehandeld. Kort samengevat stelt klaagster dat de kandidaat-notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap blijk heeft gegeven van een totaal gebrek aan essentie en urgentie van communicatie en dat zij te traag heeft gereageerd op een door klaagster bij het kantoor van de kandidaat-notaris ingediende klacht. Klaagster wijst verder op een van het kantoor van de kandidaat-notaris ontvangen brief van 17 mei 2011 waarin is aangeven dat zij geen klachtrecht heeft.

De kandidaat-notaris stelt zich op het standpunt dat zij bij de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klaagster uitsluitend is betrokken als adviseur/vertegenwoordiger van één van de erfgenamen, niet zijnde klaagster. De kandidaat-notaris stelt zich op het standpunt dat zij aldus als partij-notaris is ingeschakeld . Klaagster is daarover door de kandidaat-notaris geïnformeerd bij brief van 8 november 2010.

4         Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De Kamer neemt tot uitgangspunt dat een (kandidaat-)notaris het feit dat hij als partij-notaris optreedt, aan een wederpartij die hij benadert direct en expliciet kenbaar dient te maken. Klaagster vermeldt in haar repliek: “<naam kandidaat-notaris> heeft mij bij schrijven d.d. 09-11-2010 bericht dat zij mevr. <naam> zal bijstaan voor wat betreft de afwikkeling van de nalatenschap van mijn vader”. Uit deze zin in de eerste brief van de kandidaat-notaris aan klaagster blijkt naar het oordeel van de Kamer in voldoende mate dat de kandidaat-notaris in deze kwestie handelde als partij-notaris. In het licht van de overige omstandigheden van het geval had klaagster ook redelijkerwijs behoren te begrijpen dat de kandidaat-notaris optrad als partij-notaris. Klaagster was in de onderhavige nalatenschap immers zelf de executeur testamentair, terwijl er in de onderhavige nalatenschap drie erfgenamen zijn en de kandidaat notaris heeft vermeld er voor één op te treden.

De kandidaat-notaris heeft geen werkzaamheden verricht in opdracht van klaagster noch andere werkzaamheden ten behoeve van klaagster verricht zoals bedoeld in artikel 98 Wna. Naar het oordeel van de Kamer komt aan klaagster in het onderhavige geval derhalve geen klachtrecht toe. Klaagster is om die reden niet-ontvankelijk in haar klacht.     

Mitsdien wordt beslist als volgt.

5           Beslissing

De Kamer van Toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo;

-        verklaart klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. van der Winkel, voorzitter, mr. W.J. Hordijk, mr. G.J. Numan, mr. M.H. van Rhijn en A. Roesink, leden en door de voorzitter, in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris, in het openbaar uitgesproken op 1 november 2011.