Zoekresultaten 671-680 van de 13039 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5421

    Gegronde klacht van de Inspecteur van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd tegen een psychiater. De Regionale Toetsingscommissie Euthanasie heeft de Inspecteur gemeld dat de psychiater bij de beoordeling van twee verzoeken om euthanasie niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wtl. Het college overweegt ten aanzien van het eerste verzoek dat niet te beoordelen is of de psychiater ondanks de opvatting van de psychiater die de second opinion heeft gegeven dat de patiënt niet wilsbekwaam was, tot het oordeel heeft kunnen komen dat de patiënt wilsbekwaam was. Gelet op het doel van de second opinion zal op zijn minst de psychiater op uitgebreide en overtuigende wijze moeten motiveren waarom hij of zij niettemin aan zijn of haar opvatting vast kan houden. Dit heeft de psychiater niet gedaan. De psychiater heeft bij de behandeling van het tweede verzoek in strijd met de Richtlijn ‘Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’ geen second opinion gevraagd. Klacht gegrond verklaard. Het college acht de maatregel van berisping aangewezen. Hierbij is voor het college doorslaggevend geweest de complexiteit van de materie waarmee de psychiater te maken heeft en de omstandigheid dat niet is gebleken dat de patiëntveiligheid in deze zaken in het geding is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4984

    Gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar, nadat zij had laten weten dat zij via de spoedeisende hulp bij de kaakchirurg was beland, geen enkele reactie heeft gekregen, ook niet na herhaaldelijk aandringen bij de receptioniste van de praktijk. Ook heeft de tandarts niet gereageerd op haar bericht over het opzeggen van de behandelrelatie en haar verzoek om informatie over de geplaatste kroon. De tandarts heeft verklaard dat deze berichten hem en/of de andere tandartsen niet hebben bereikt en erkent dat de verwijten van klaagster terecht zijn en dat hij daar als praktijkhouder verantwoordelijk voor is. Het college stelt vast dat de praktijkorganisatie niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Binnen de praktijk was de praktijkmanager verantwoordelijk voor het afhandelen van klachten van patiënten. Zij bleek onvoldoende gekwalificeerd te zijn voor het uitvoeren van haar functie. De tandarts is, zoals hij zelf ook heeft erkend, als praktijkhouder verantwoordelijk voor de bereikbaarheid van de praktijk en voor het functioneren van de praktijkmanager en de receptionisten. Bij dergelijk grote praktijken is het van belang dat de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers goed zijn omschreven en afgebakend en dat de praktijkhouder het overzicht behoudt en tijdig ingrijpt wanneer zaken minder goed lopen. Klacht gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5098

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft voor het plaatsen van vullingen een gebruikelijk verdovingsmiddel gebruikt dat niet schadelijk is. Het is niet vast komen te staan dat de tandarts een ander – wel schadelijk – middel heeft gebruikt, laat staan dat hierdoor een tandvleesontsteking is ontstaan. Ook komt niet vast te staan dat de tandarts (stiekem) de nervus facialis heeft geïnjecteerd. Dat de tandarts amalgaam in plaats van composiet heeft gebruikt en dat de tandarts haar heeft opgelicht, heeft klaagster onvoldoende onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4985

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij niet met zijn collega-tandarts heeft overlegd toen hij een andere diagnose stelde dan waarvoor klaagster naar hem toegestuurd was. Zij verwijt hem ook dat hij niet op enige wijze contact met haar heeft opgenomen, of heeft geïnformeerd hoe het met haar ging, terwijl hij haar met heftige pijn en in beroerde toestand naar huis heeft gestuurd. Het college oordeelt dat het stellen van een andere diagnose niet ongebruikelijk is. Dit vormde ook geen reden om hierover contact op te nemen met de collega-tandarts. Het was beter geweest als de tandarts meerdere pogingen had gedaan of laten doen om contact op te nemen met klaagster. De persoonlijke verantwoordelijkheid van de tandarts gaat echter niet zo ver dat hij tuchtrechtelijk aansprakelijk is voor het feit dat de berichten van klaagster hem niet hebben bereikt. Daarbij speelt mee dat sprake is van een bijzonder grote praktijk met verschillende filialen, waarvan de organisatie in handen is van de eigenaar en het management van de praktijk, en waar de tandarts geen enkele invloed op heeft. Klacht kennelijk ongegrond verklaard. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5099

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Het komt niet vast te staan dat de tandarts onnodige kosten in rekening heft gebracht door twee elementen te verwijderen. Bovendien heeft klaagster met verwijdering van deze elementen ingestemd. Voor het plaatsen van vullingen en trekken van tanden en kiezen heeft klaagster een begroting meegekregen en ondertekend. Het komt niet vast te staan dat de tandarts klaagster pijn en schade heeft toegebracht, al is het niet altijd te vermijden dat een tandheelkundige behandeling pijn veroorzaakt. Onheuse bejegening en overige klachten komen ook niet vast te staan. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4983

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft niet onjuist gehandeld door klaagster na het consult over pijnklachten geen pijnstilling voor te schrijven, klaagster gebruikte op dat moment al pijnstilling. Er kan niet worden vastgesteld dat de tandarts daadwerkelijk geen advies of uitleg heeft gegeven, omdat de lezingen van partijen hierover verschillen. Uit het dossier blijkt niet dat klaagster vervolgens zelf een afspraak bij de tandarts voor endodontie heeft moeten maken, hieruit blijkt juist dat de tandarts aan de assistente heeft gevraagd klaagster te bellen voor een afspraak. Uit niets blijkt dat de tandarts voor endodontie onvoldoende informatie had of onvoldoende geïnformeerd was door de aangeklaagde tandarts. Hoewel wel vast staat dat de praktijkorganisatie niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden, en het ook vast staat dat klaagster herhaaldelijk geprobeerd contact heeft te krijgen met de tandarts, gaat de persoonlijke verantwoordelijkheid van de tandarts in dit geval niet zo ver dat hij tuchtrechtelijk aansprakelijk is voor het feit dat de berichten van klaagster hem niet hebben bereikt. Daarbij speelt mee dat sprake is van een grote praktijk met verschillende filialen waarvan de organisatie in handen is van de eigenaar van de praktijk en het management van de praktijk, waar de tandarts geen enkele invloed op heeft. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5173

    Klacht tegen gynaecoloog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over het handelen van verweerster in de periode 2014/2015. Klaagster verwijt verweerster dat zij voor de operatie (die uiteindelijk plaatsvond in 2016) niet haar hele medische dossier heeft opgevraagd, waaronder de brief waar op staat dat zij gen-draagster is. Hierdoor is zij voor een tweede keer geopereerd terwijl het niet nodig was. Het college oordeelt dat verweerster binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven en dat zij heeft gehandeld als redelijk bekwaam en redelijk handelend gynaecoloog.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4534

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster stelt dat de huisarts haar broer onvoldoende heeft onderzocht of laten onderzoeken. De patiënt meldde zich bij de huisarts met heup- en loopklachten en later bij haar collega met klachten aan de borstkas. In 2020 is de patiënt overleden door een hartstilstand. De huisarts voert gemotiveerd verweer. Het college verklaart de klacht ongegrond. Zie ook zaaknummer Z2022/4535.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4535

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster stelt dat de huisarts haar broer onvoldoende heeft onderzocht of laten onderzoeken. Haar broer meldde zich in 2017 bij de huisarts met klachten aan de borstkas en later in 2019 met buikklachten. In 2020 is de patiënt overleden door een hartstilstand. De huisarts voert gemotiveerd verweer. Het college verklaart de klacht ongegrond. Zie ook zaaknummer Z2022/4534.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5170

    Klacht tegen een gynaecologisch oncoloog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van klaagster in 2016. Klaagster verwijt verweerder dat hij voor de operatie niet haar hele medische dossier heeft opgevraagd, waaronder de brief waar op staat dat zij gen-draagster is. Hierdoor is zij voor een tweede keer geopereerd terwijl het niet nodig was. Het college oordeelt dat verweerder binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven en dat hij heeft gehandeld als redelijk bekwaam en redelijk handelend arts.