Zoekresultaten 12721-12730 van de 13721 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0997 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.028

    Klager verwijt de internist dat zij door gebrek aan intercollegiale samenwerking, het ontbreken van schriftelijke formalisering van afspraken dan wel door een niet voldoende controleren op het uitvoeren op het “protocol screenen en opwerken van de transplantatiekandidaat” niet de zorg van een redelijk handelend arts heeft betracht. Verder verwijt klager de arts dat er onduidelijkheid is over de verdeling van de verantwoordelijkheid bij het screenen en opwerken van transplantatiekandidaten tussen het ziekenhuis dat de transplantatie zou uitvoeren en de behandelend arts. De arts heeft aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is, omdat geen behandelrelatie heeft bestaan tussen klager en de arts. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht op inhoudelijke gronden ongegrond. Klager stelt hoger beroep in en de arts stelt incidenteel appel in, betogende dat klager niet-ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing in eerste aanleg en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klachten, omdat niet gebleken is van een behandelrelatie tussen klager en arts.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0978 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.003

    De huisarts en zijn elf eveneens aangeklaagde collega’s vormen het totale huisartsenbestand van een huisartsengroep. De klachten tegen de huisartsen betreffen de wijze waarop het roulatieschema tot stand is gekomen, waarbij klagers naar zij stellen verstoken bleven van eerstelijnszorg en door de artsen langdurig in het ongewisse werden gelaten. Voorts stellen klagers dat er zonder opgaaf van redenen werd geweigerd tot inschrijving in een patiëntenbestand over te gaan. Bovendien werd volgens klagers het recht op vrije artsenkeuze volledig genegeerd en iedere poging om tot een acceptabele en werkbare oplossing te komen zonder opgaaf van redenen ter zijde geschoven. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG0994 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/17

    Klaagster verwijt huisarts ongewenst en ongepast onderzoek te hebben verricht in het kader van een rijbewijskeuring. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1006 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.307

    Klaagster verwijt de tandarts niet professioneel handelen bij het trekken van een kies. Alhoewel het trekken niet probleemloos verliep, oordeelt het RTG dat er geen plaats is voor een tuchtrechtelijk verwijt. In beroep wordt enkel nog geklaagd over het vermeende gebruik van Toxavit door de tandarts. Het gebruik van dit middel is niet vast komen te staan, waardoor het beroep wegens het ontbreken van de feitelijke grondslag, wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0991 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/032GZP

    10/032GZP: Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog, kort samengevat, dat hij een onzorgvuldige rapportage over hem en zijn gezin heeft uitgebracht. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1013 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-042

    Klaagster verwijt de psychiater ernstige nalatigheid, laconiek en verwijtbaar handelen, strijdig met hetgeen van een arts in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Meer in het bijzonder verwijt klaagster de psychiater dat zij patiënte, die opgenomen was met een rechterlijke machtiging en suïcidaal was, met verlof heeft laten gaan met nauwelijks geld op zak en toen patiënte niet terugkeerde van verlof niet direct actie heeft ondernomen. Ook verwijt klaagster de psychiater de slechte nazorg door de inrichting. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1000 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.077

    Patiënte is na een knievervangende operatie in het ziekenhuis overleden. De echtgenoot van patiënte heeft een klacht ingediend tegen de anesthesioloog. De arts heeft de patiënte op consult gezien ter voorbereiding op de operatie. De klacht houdt in dat de arts: a. ten onrechte geen notitie heeft gemaakt van het vermoeden van het bestaan van een slaap-apneu syndroom; b. ten onrechte geen aantekening heeft gemaakt dan wel onderzoek heeft verricht naar aanleiding van de mededeling van patiënte dat zij snurkte; en c. ten onrechte in het pre-operatief verslag niet heeft gemeld dat patiënte last had van snurken. Het RTG oordeelt a en b gegrond en c tardief en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing ten dele en legt de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0985 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.010

    De huisarts en zijn elf eveneens aangeklaagde collega’s vormen het totale huisartsenbestand van een huisartsengroep. De klachten tegen de huisartsen betreffen de wijze waarop het roulatieschema tot stand is gekomen, waarbij klagers naar zij stellen verstoken bleven van eerstelijnszorg en door de artsen langdurig in het ongewisse werden gelaten. Voorts stellen klagers dat er zonder opgaaf van redenen werd geweigerd tot inschrijving in een patiëntenbestand over te gaan. Bovendien werd volgens klagers het recht op vrije artsenkeuze volledig genegeerd en iedere poging om tot een acceptabele en werkbare oplossing te komen zonder opgaaf van redenen ter zijde geschoven. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0998 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.029

    Klager verwijt de internist-nefroloog dat zij niet de zorg van een redelijk handelend arts heeft betracht doordat zij in de voorbereiding op de niertransplantatie bij klager in 2005 en 2006 geen PSA-waardebepaling heeft uitgevoerd, ondanks het bestaan van het “protocol screenen en opwerken van de transplantatiekandidaat”, waarin een PSA-waardebepaling is opgenomen. Voorts verwijt klager de arts dat zij het dossier van klager niet heeft overgedragen aan een collega toen zij haar werkzaamheden bij het ziekenhuis beëindigde. Klachten zowel in eerste aanleg als in hoger beroep ongegrond. Het protocol is (tot op heden) nog een concept-versies. De wijze van overdracht van het dossier van klager aan haar opvolgster is correct.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0979 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.004

    De huisarts en zijn elf eveneens aangeklaagde collega’s vormen het totale huisartsenbestand van een huisartsengroep. De klachten tegen de huisartsen betreffen de wijze waarop het roulatieschema tot stand is gekomen, waarbij klagers naar zij stellen verstoken bleven van eerstelijnszorg en door de artsen langdurig in het ongewisse werden gelaten. Voorts stellen klagers dat er zonder opgaaf van redenen werd geweigerd tot inschrijving in een patiëntenbestand over te gaan. Bovendien werd volgens klagers het recht op vrije artsenkeuze volledig genegeerd en iedere poging om tot een acceptabele en werkbare oplossing te komen zonder opgaaf van redenen ter zijde geschoven. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.