Zoekresultaten 12631-12640 van de 13033 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0401 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/096

      Klager verwijt cardioloog (1) lakse en vooringenomen houden mbt tot voorschrijven medicatie, (2) hem te hebben afgewezen voor hartrevalidatie en (3) onnauwkeurig onderzoek. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In hoger beroep worden de klachtonderdelen (1) en (2) ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voorgelegd. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0395 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 288/2009

    Klacht tegen revalidatiearts. Klager wordt in verband met aanhoudende rug- en voetklachten door zijn huisarts verwezen naar verweerder. Deze verwijst naar een fysiotherapeut, een orthopedisch schoenmaker, een neuroloog, de polikliniek anesthesie voor een pijnblokkade en een multidisciplinair poliklinisch revalidatieprogramma. Klager verwijt verweerder een onheuse bejegening, onvoldoende zorg, verkeerde doorverwijzing en het niet willen afgeven van zijn dossier. De klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0389 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 190/2009

    Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met een alcoholprobleem en is gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. Hij heeft verlof en wordt geacht zich weer te melden, maar doet dat niet. Verweerder wordt in de waarneming gebeld, eerst door een buurvouw en dan door klager zelf. Verweerder belt met de kliniek en verneemt dan dat klager net is bezocht door een verpleegkundige. Op basis hiervan adviseert hij klager telefonisch om zich te melden bij de kliniek en biedt hij aan een ambulance te bellen. Klager weigert. Klacht, inhoudende dat verweerder medische zorg heeft onthouden, wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0396 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/026

      Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen beslissing van het Regionaal Tuchtcollege dat klacht ongegrond is. Het beroepschrift bevat niet de gronden van het beroep. Klager is in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen, maar ook uit zijn reacties blijkt onvoldoende waarom hij het niet eens is met het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0402 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/185

      Klacht tegen plastisch chirurg over correctie van wallen onder de ogen van klager. Klager maakt de plastisch chirurg verwijten over (1) het verloop en uitvoering van de ingreep en (2) het resultaat ervan. Voorts (3) verwijt klager de plastisch chirurg dat hij met klager geen contact heeft op genomen over een hersteloperatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. In hoger beroep acht het Centraal Tuchtcollege ten aanzien van het eerste onderdeel van de klacht niet aannemelijk gemaakt dat de aanwezigheid van een huidtherapeute in opleiding tijdens de ingreep heeft geleid tot een gebrek aan concentratie bij de plastisch chirurg. Voor het overige wordt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0397 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/170

      Chirurg. Klacht ziet op de behandeling van patiënt en communicatie met wettelijk vertegenwoordiger. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in beide onderdelen af maar legt de chirurg ambtshalve een waarschuwing op wegens onvoldoende dossiervoering. Beroep van klagers tegen afwijzing van de klacht wordt verworpen. Centraal Tuchtcollege wijst het incidenteel appel van chirurg tegen opgelegde maatregel toe. Niet is gebleken dat de chirurg gebrekkige dossiervoering heeft onderkend als afzonderlijk verwijt en uit het proces-verbaal van de zitting blijkt evenmin dat chirurg had moeten begrijpen dat de tuchtrechtelijke toetsing zich tot dat punt uitstrekte.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0390 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 191/2009

    Klacht tegen huisarts. Het verwijt luidt dat verweerder aan de jongste zoon van klager heeft gezegd dat klager al meer dan 30 jaar alcoholist is en dit in de p.c. heeft opgenomen waar alle huisartsen inzage in hebben. Dit is overgenomen door de volgende huisarts en heeft een rol gespeeld bij een gedwongen opname van klager. Het college oordeelt dat het dossier geen houvast biedt voor de stelling van klager en wijst de klacht als kennelijk ongegegrond in raadkamer af.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0398 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/148

      Klagers zijn de echtgenote en broer van een patiënt die is geopereerd aan een tumor aan de vena cava superior en de rechter longkwab. Door het afglijden van een partiële klem is patiënt uiteindelijk door hersenschade overleden. Klagers verwijten de cardio-thoracaal chirurg dat hij heeft afgezien van het direct vervangen van de vena cava superior. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klagers niet-ontvankelijk met betrekking tot de eerst in hoger beroep geuite klacht en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0391 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 192/2009

    Klacht tegen huisarts. Deze heeft een brief opgesteld op verzoek van de psychiater ter ondersteuning van de rechterlijke machtiging. Vervolgens wordt klager met een voorlopige machtiging gedwongen opgenomen in een psychiatrische kliniek. Klacht dat informatie zonder toestemming is verleend en dat verweerster geen diagnose heeft kunnen stellen. College oordeelt dat informatieverschaffing is gebaseerd op de Wet BOPZ  en dat geen diagnose is gesteld. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0399 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/099

      Chirurg. Klaagster, zus en curator van overleden patiënt, verwijt de arts aan de patiënt onvoldoende nazorg te hebben geboden na operatieve ingreep en haar als curator niet op de hoogte te hebben gesteld van de verslechtering van de toestand van de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege laat uitdrukkelijk in het midden of de patiënt door de arts in de vroege ochtend van 18 april 2006 toen de arts weer dienst had, is onderzocht, zoals de arts stelt maar door klaagster wordt betwist en ook niet in de status staat, nu niet is gebleken dat de zorg voor de patiënt die ochtend niet adequaat is geweest. Beroep wordt verworpen.