Zoekresultaten 12611-12620 van de 13033 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0419 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/018T

      Bij klager was sprake van een langzaam groeiende zwelling in de linker glandula paroditis. De klacht houdt in dat de kaakchirurg is tekortgeschoten in de zorg die klager van hem mocht verwachten. De klacht betreft de door verweerder verrichte diagnostiek, de door hem uitgevoerde parotidectomie van de tumor, en voorts het postoperatieve beleid. De kaakchirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen. Tijdens de operatie is de nervus facialis beschadigd. Dit is verweerder echter niet aangerekend. Na de ingreep is gebleken dat de tumor zich bevond aan stam van de nervus facialis en uit het pathologisch onderzoek kwam naar voren dat het een schwannoom, een tumor die uitgaat van het zenuwweefsel, betrof. Het beleid dat verweerder had gevolgd zowel tijdens als na de operatie, achtte het college goed verdedigbaar.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0416 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/09

     

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0420 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0999a

    Klaagster is geopereerd aan een blindedarmontsteking. Zij verwijt verweerster, chirurg, niet te hebben ingezien dat het abces voor grote complicaties kon zorgen; klaagster is ten onrechte op de short stay afdeling geplaatst. Het college oordeelt dat de operatie goed is verlopen en dat er op dat moment geen aanwijzingen waren voor perforatie of abcesvorming. Verweerster behoefde daarom geen ander dan het normale beleid te voeren. De klacht is ongegrond.    

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0421 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09163

    Klagers verwijten verweerder, huisarts, dat deze zich bij het stellen van de diagnose omtrent de gezondheidstoestand van klagers’ broer heeft laten (af)leiden door hetgeen hij in diens huis aantrof (een ‘teringzooi’) en zodoende niet heeft vastgesteld dat er sprake was van een ernstige situatie. Patiënt is een dag later overleden aan hartfalen. Het college kan zich, mede gelet op hetgeen in het waarneembericht is opgetekend, niet aan de indruk onttrekken, dat de vervuiling bij het komen tot een diagnose een rol heeft gespeeld. Nu verweerder kennelijk twijfels had over zijn diagnose, had hij daarop zijn beleid moeten afstemmen. Klacht gegrond: waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0417 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/292T

      Klager verwijt de tandarts onder andere dat hij valse facturen heeft verstuurd, geen behandelplan heeft opgesteld, en dat geen sprake is geweest van een informed consent. De tandarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft vastgesteld dat verweerder nota’s heeft gestuurd naar klager voor verrichtingen die hij niet heeft uitgevoerd en deze niet heeft gecorrigeerd toen klager zich hierover beklaagde. Daar verweerder ter terechtzitting geen enkele blijk heeft gegeven van inzicht in de onjuistheid van zijn handelwijze is hem de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0418 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/205T

     

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0415 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/05

     

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0413 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 176

    Klagers, tevens werkgevers, verwijten de psychiater dat hij zonder klagers of de bedrijfsarts te horen, enkel gebaseerd op de visie van werkneemster, een negatieve verklaring over klagers heeft opgesteld die de advocaat van werkneemster heeft overgelegd in een verzoekschriftprocedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een (aanmerkelijke) schadevergoeding. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College dat in ziet dat klagers een zeker (financieel) belang hebben in de deze kwestie is echter van oordeel dat klagers, in hun hoedanigheid van werkgever niet kunnen worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbenden in de zin van art. 65 lid 1 onder a van de Wet BIG en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. Tevens bepaalt het College dat deze beslissing op voet van art. 71 Wet Big zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0414 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 121

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij het uitspuiten van haar oren ten onrechte heeft overgelaten aan een doktersassistente en de destijds binnen de praktijk van de huisarts getroffen maatregelen en het geldende protocol voor het uitvoeren van een cerumenlavage onvoldoende waarborgen gaven voor een juiste en zorgvuldige behandeling. Tenslotte verwijt klaagster de huisarts dat hij na vaststelling van de trommelvliesperforatie onvoldoende heeft gedaan om klaagster snel onder behandeling te krijgeven van een specialist. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0409 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 032a

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat deze te lang heeft gewacht met het verrichten van een sectio met als gevolg een perinatale asfyxie met nierinsufficiëntie en voedingsproblemen bij haar zoontje. Klaagster verwijt de gynaecoloog voorts dat hij haar, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen uitleg heeft gegeven over de gang van zaken voorafgaand aan de spoedsectio. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel gegrond is maar laat zich niet uit over het causaal verband tussen het de gynaecoloog verweten handelen en de asfyxie en de nierinsufficiëntie van het kind. Dit valt buiten het bestek van de tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de gynaecoloog. Het College is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is. Het College legt de arts de maatregel van waarschuwing op.