Zoekresultaten 12081-12090 van de 12873 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0794 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1017

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, onzorgvuldig handelen bij de diagnose, waardoor sprake is geweest van onnodig lijden, alsmede een ongeïnteresseerde en laconieke houding. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de diagnose begrijpelijk. Verweerder heeft de patiënte vervolgens nauwlettend gevolgd en haar direct laten opnemen zodra daartoe aanleiding was en de patiënte daarom vroeg. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0803 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/405

      Klager verweet de sportarts dat zij een verkeerde diagnose had gesteld, waardoor klager een verkeerde behandeling is geadviseerd en hij onnodig pijn had geleden en een groot risico op permanent letsel had gelopen. De klacht heeft voorts betrekking op de wijze van afhandeling van klagers brief aan de klachtencommissie. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte het eerste klachtonderdeel gegrond. De toename van de pijnklachten bij klager en de omstandigheid dat Paracetamol, Ibuprofen of Tramadol geen verlichting van de pijn gaven hadden voor de sportarts voldoende aanwijzingen moeten zijn dat een radiculaire oorzaak van de pijn niet afdoende was uitgesloten. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel oordeelde het college klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het college heeft de sportarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0804 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/024

      De klacht betreft de behandeling van klagers zoon, verder patiënt te noemen. Klager verwijt de arts dat zij nalatig is geweest in het onderzoek naar de klachten van de patiënt en niet tijdig de diagnose longcarcinoom heeft gesteld. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist.  De klacht is afgewezen omdat het college van oordeel is dat er voor verweerster aanleiding bestond om meer aanvullend onderzoek te (laten) verrichten dan zij heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0805 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/333

      Klager verweet de internist dat hij als behandelend arts van klagers ex-echtgenote een schriftelijke verklaring heeft afgegeven, waardoor klager in een juridische procedure nadeel heeft ondervonden. De internist heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte de klacht gegrond en oordeelde dat de internist als behandelend arts van klagers ex-echtgenote met zijn brief had gehandeld in strijd met de richtlijnen van de KNMG inzake het omgaan met medische gegevens. Het college heeft de internist de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 099

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij een verrichting heeft uitgevoerd zonder toestemming van klaagster en voorts een behandeling waarom uitdrukkelijk was verzocht heeft nagelaten en dat zij aanvankelijk heeft geweigerd klaagster door te verwijzen naar de kaakchirurg. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij ondanks diverse verzoeken van klaagster zonder deugdelijke reden een gesprek heeft geweigerd en zonder voldoende gewichtige redenen eenzijdig de behandelingsovereenkomst heeft opgezegd. Het College acht een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.        

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0791 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 223a

    Klaagster verwijt de tandarts dat hij het daartoe ingeleverde goud niet heeft gebruikt in de brugconstructie en dat de tandarts deze brug niet deugdelijk heeft gemaakt althans een ondeugdelijke brug heeft geleverd. Voorts zijn er ten onrechte meer kosten in rekening gebracht dan voorafgaand aan de behandeling waren begroot. Het College wijst de klacht in al zijn onderdelen af.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0792 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 204

    Klager verwijt de tandarts met name dat hij onjuiste facturen heeft gestuurd, omdat hierop behandelingen staan die niet zijn verricht. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van waarschuwing op.      

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0789 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/24

     

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0788 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 045/2010

    Klacht tegen SCEN-arts, die van oordeel is dat niet (meer) kan worden gesproken van ondraaglijk lijden. Het komt met enige regelmaat voor dat tussen het definitief uitspreken van de euthansiewens door de patiënt en de komst van de SCEN-arts een verandering in de toestand van de patiënt is opgetreden in die zin dat deze niet meer aanspreekbaar is omdat zijn bewustzijn is verlaagd. Anders dan klaagster wellicht meent, is deze conclusie van verweerster er niet op gebaseerd dat de echtgenoot van klaagster zijn duurzame wens om te sterven niet meer kon uiten, maar op het gegeven dat hij door zijn verlaagde bewustzijn de pijn niet meer ervoer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0786 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2009

    Klacht tegen huisarts. Klaagster was ongeveer 31 weken zwanger toen zij belde met verweerder. Deze bood aan klaagster te zien op het spreekuur maar weigerde een visite af te leggen. Klaagster is de volgende dag naar het ziekenhuis gegaan waar na onderzoek is geconstateerd dat er sprake was van het HELLP-syndroom. Na een keizersnede is dezelfde ochtend de dochter van klaagster geboren. Deze heeft enkele dagen na de geboorte een hersenbloeding gekregen.  Het college is van oordeel dat verweerder tijdens het telefonisch consult onvoldoende heeft uitgevraagd naar de aard van de klachten en te snel heeft geconcludeerd dat sprake was van reflux. Verweerder had niet mogen volstaan met het zonder meer weigeren van een visite. Het enkele feit dat klaagster een week geleden nog wel naar het ziekenhuis kon gaan maakt niet dat aangenomen kon worden dat zij nu ook wel naar de praktijk kon komen. Verweerder had dit verder met haar moeten bespreken teneinde te bezien waarom zij zich daartoe niet in staat achtte en met haar moeten onderzoeken wat voor haar wel mogelijk was teneinde gezien te worden door een arts. Waarschuwing.