ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1754 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.126
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1754 |
---|---|
Datum uitspraak: | 17-01-2012 |
Datum publicatie: | 02-02-2012 |
Zaaknummer(s): | c2011.126 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klager verwijt de psychiater dat zij feiten als waanidee heft afgedaan en een verkeerde diagnose heft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat het verwijt niet is komen vast te staan en heeft de klacht als ongegrond afgewezen. De behandeling in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2011.126 van:
A., wonende te B., appellant,
tegen
C., psychiater, wonende te B., verweerder in hoger beroep,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons.
.1. Verloop van de procedure
A. - hierna te noemen klager - heeft op 29 maart 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te `s-Gravenhage tegen C. - hierna te noemen de psychiater - een klacht ingediend. Bij beslissing van 30 november 2010, onder nummer 2010-55 heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De psychiater heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.
De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 1 december 2011, waar zijn verschenen klager en de psychiater, laatstgenoemde bijgestaan door mr. K.T.B. Salomons.
2. Beslissing in eerste aanleg
Het Regionaal Tuchtcollege heeft voor zover in hoger beroep van belang aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.
“2. De klacht
Klager verwijt de arts, kort samengevat, dat zij feiten als waanidee heeft afgedaan en een verkeerde diagnose heeft gesteld.
3. Het standpunt van de arts
Klager is in 2004 bij D. in beeld gebracht via het lokaal zorgnet. Klager stond aanvankelijk niet open voor behandeling. Op diverse manieren is geprobeerd om klager in zorg te krijgen. Klager heeft een korte tijd medicatie gebruikt en leek wat toegankelijker voor behandeling. Later is hij zich in toenemende mate tegen de behandelaars gaan richten. In oktober 2007 is op klagers verzoek besloten om de behandelrelatie af te sluiten. In maart 2008 heeft klager zich weer aangemeld. Hij ging echter niet akkoord met het behandelplan, maar accepteerde wel kortdurend zyprexa dat enig effect had. Gedurende de tweede behandelperiode werd klager steeds onaangenamer in het contact. Omdat behandeling onmogelijk bleek is in december 2008 de behandeling afgesloten. Klager heeft geen ziektebesef, hetgeen bij een waanstoornis frequent het geval is.
4. De beoordeling
De stelling van klager dat de arts een verkeerde diagnose heeft gesteld, is door de arts betwist. Hetgeen de arts heeft aangevoerd is een gemotiveerde betwisting van de klacht. Nu klager zijn stelling verder niet heeft onderbouwd, komt het aan de arts gemaakte verwijt niet vast te staan. De klacht zal als ongegrond worden afgewezen.”
3. Beoordeling van het hoger beroep
De behandeling in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.
4. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter, mr. H.C. Cusell en
mr. R.A. van der Pol, leden-juristen en drs. M. Drost en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden- beroepsgenoten en mr. F.C. Burgers, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van
17 januari 2012. Voorzitter w.g. Secretaris w.g.