Zoekresultaten 481-490 van de 12898 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4651

    Huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij zijn overleden vrouw (patiënte) onvoldoende aandacht heeft gegeven en niet serieus heeft genomen (a) en niet heeft ingegrepen en zelf niet is gekomen met het voorstel een andere arts te raadplegen (b). Na onderzoek bleek dat patiënte een tumor in haar keel had.College: de huisarts heeft vele (uitvoerige) gesprekken gevoerd met patiënte en waar nodig actie ondernomen. Ongegrond.De huisarts heeft patiënte verwezen in verband met de slikklachten. Ook fysiotherapie, logopedie en psychologische hulp zijn besproken en ingezet. Na sterke toename klachten verwijzing naar een UMC. Niet gebleken dat de huisarts niet heeft ingegrepen of nog naar andere artsen had moeten verwijzen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4652

    KNO-arts. Klager verwijt de KNO-arts dat hij zijn overleden vrouw (patiënte) onvoldoende aandacht heeft gegeven en niet serieus heeft genomen (a) en de familie heeft gebeld om de familie te condoleren, terwijl de patiënte niet overleden was (b).College: de KNO-arts zag patiënte zonder dat zij op het spreekuur was ingepland. Zij heeft (zonder verwijsbrief) het dossier bestudeerd en patiënte onderzocht. Zij heeft de onderzoeken verricht die aangewezen waren. Ongegrond. De door de KNO-arts gebezigde uitdrukking “mijn oprechte deelneming” is wellicht een ongelukkige woordkeuze, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5239

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich bij onderzoeken seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen en dat hij handelingen jegens haar heeft verricht in een periode waarin hij onvoorwaardelijk was geschorst. De klacht is ongegrond. Het college kan niet vaststellen dat de huisarts zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen en ook niet dat de huisarts tijdens de schorsing handelingen heeft verricht jegens klaagster.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5045

    Klacht tegen psychiater – geneesheer-directeur van TBS-kliniek - dat deze hem ibuprofen voorschreef tegen rugklachten, waardoor klager nierschade heeft opgelopen. Volgens de klager had de psychiater hem een matrastopper moeten voorschrijven. Het college oordeelt dat van de in lage dosering voorgeschreven ibuprofen geen nierschade te verwachten was. Advies om huisarts te raadplegen over een matrastopper is ook niet onzorgvuldig, nu dergelijke adviezen niet tot de normale deskundigheid van de psychiater behoren. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4962

    Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een knie operatie, waarna er complicaties zijn opgetreden. Hierdoor moest klager nogmaals meerdere operaties ondergaan en heeft klager onder andere chronisch pijn. Klager stelt dat hij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie op de opgetreden complicaties, waardoor hij van tevoren niet een weloverwogen beslissing heeft kunnen nemen om de operatie te ondergaan. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5168

    Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de aanvraag van een WIA-uitkering heeft verweerder klaagster onderzocht en een verzekeringsgeneeskundige beoordeling verricht. Aan de hand van de beoordeling door verweerder heeft vervolgens een arbeidskundige beoordeling plaatsgevonden. Met inachtneming van de door verweerder vastgestelde beperkingen zijn voor klaagster diverse functies geduid en is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%. De WIA-aanvraag is vervolgens afgewezen. De klacht heeft betrekking op de beoordeling door verweerder en de gevolgen daarvan voor haar geestelijke gezondheid. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5350

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan een hallux valgus. Na de operatie heeft ze veel pijn. Ze verwijt de chirurg dat de nazorg niet goed is geweest en dat hij de operatie niet goed zou hebben uitgevoerd. Het college is van oordeel dat beide verwijten onjuist zijn en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5395

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager maakt de huisarts verschillende verwijten, waaronder het niet toevoegen van alle verklaringen van klager en zijn partner aan het medisch dossier. Het college overweegt dat de KNMG in haar richtlijnen heeft bepaald dat de arts slechts die gegevens omtrent de gezondheid en de behandeling van de patiënt moet opnemen, die voor een ‘goede hulpverlening’ in de toekomst noodzakelijk zijn. De arts beoordeelt per situatie welke gegevens hij daartoe in het dossier opneemt. Er bestaat voor de huisarts geen verplichting alle correspondentie betreffende klager in diens dossier op te nemen, ook niet indien dat wordt verzocht. Verder heeft de huisarts terecht geweigerd om de partner van klager het medisch dossier van klager toe te zenden, aangezien klager zijn partner daartoe geen uitdrukkelijke toestemming had gegeven. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5553

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze zonder goede reden een verwijzing heeft geweigerd en zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Doordat de huisarts als waarnemer werkte en klager nog niet eerder op consult had gehad, kon hij voor zijn medisch oordeel alleen afgaan op wat klager naar voren bracht, zijn bevindingen tijdens het consult en het medisch dossier. Klager was niet psychotisch, niet hallucinatoir en een spoedactie was daarom niet noodzakelijk. Een consult bij een vaste huisarts van de praktijk om de klachten goed in beeld te krijgen en psychische ondersteuning door de POH GGZ, zoals de huisarts na het consult heeft geregeld, ziet het college als op dat moment proportionele zorg. De huisarts was niet verplicht klager een verwijzing te geven. Verder is het college van oordeel dat de huisarts op het consult voldoende aandacht heeft besteed aan de problematiek die klager naar voren bracht en daar ook ruim de tijd voor heeft genomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de huisarts zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4886

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is als supervisor tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de handelwijze van de co-assistent in kwestie. Deze supervisie voldeed inhoudelijk niet aan hetgeen in de gegeven situatie van een redelijk handelend beroepsgenoot verlangd mocht worden. Zo ontbreekt in de verslaglegging door de co-assistent het gegeven hoe groot de knobbel was die hij heeft gevoeld in de borst van klaagster. Een redelijk handelend huisarts had het gebleken gemis aan ervaring en/of inzicht van de co-assistent gecompenseerd door alsnog zelf te interveniëren en meteen te zorgen voor de noodzakelijke vervolgstappen, te weten een doorverwijzing naar een mammapoli of in ieder geval voor het maken van een mammografie. De huisarts erkent dat zij naar aanleiding van de intervisie geen enkele verdere actie heeft genomen ter correctie van de handelwijze van de co-assistent. Deze omissie van de huisarts is haar tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond, berisping.