Zoekresultaten 10421-10430 van de 12897 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2484 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.362

    Klacht tegen GGZ-arts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en het verzoek om een kostenveroordeling afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is anders dan het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat een geanonimiseerde verstrekking van medische rapportages een niet toegestane beperking is van het recht op inzage en verstrekking als bedoeld in artikel 7:456 BW. Hoewel het Centraal Tuchtcollege begrip heeft voor de GGZ-arts die een situatie van onverpleegbaarheid heeft willen voorkomen gelet op de omstandigheid dat er binnen de woongroep van klager spanningen heersten als gevolg van het – in meer en mindere mate – dwingende gedrag van klager en de omstandigheid dat ook de communicatie tussen klager en de verpleegkundigen van het vaste personeel zeer moeizaam was, maakt dit het hiervoor gegeven oordeel niet anders. Zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is ook door de GGZ-arts erkend dat het dossier niet geanonimiseerd verstrekt had mogen worden en dat het volledige dossier alsnog aan klager is verstrekt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat gelet op de door de GGZ-arts geschetste omstandigheden en de wijze waarop het recht op inzage en afschrift van klager vervolgens alsnog volledig is gerespecteerd, het handelen van de GGZ-arts niet dusdanig ernstig dat haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste klachtonderdeel, hoewel op andere gronden, evenals het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2492 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/479

    Klager verwijt de BMA-arts onder andere dat hij geen zelfstandig onderzoek heeft verricht naar de behandelmogelijkheden in Afghanistan en evenmin heeft onderzocht of de zorg aldaar voor klager toegankelijk en effectief is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2485 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.363

    Klacht tegen psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en het verzoek om een kostenveroordeling afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is anders dan het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat een geanonimiseerde verstrekking van medische rapportages een niet toegestane beperking is van het recht op inzage en verstrekking als bedoeld in artikel 7:456 BW. Hoewel het Centraal Tuchtcollege begrip heeft voor de psychiater die een situatie van onverpleegbaarheid heeft willen voorkomen gelet op de omstandigheid dat er binnen de woongroep van klager spanningen heersten als gevolg van het – in meer en mindere mate – dwingende gedrag van klager en de omstandigheid dat ook de communicatie tussen klager en de verpleegkundigen van het vaste personeel zeer moeizaam was, maakt dit het hiervoor gegeven oordeel niet anders. Zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is ook door de psychiater erkend dat het dossier niet geanonimiseerd verstrekt had mogen worden en dat het volledige dossier alsnog aan klager is verstrekt. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat gelet op de door de GGZ-arts geschetste omstandigheden en de wijze waarop het recht op inzage en afschrift van klager vervolgens alsnog volledig is gerespecteerd, het handelen van de psychiater niet dusdanig ernstig dat haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste klachtonderdeel, hoewel op andere gronden, evenals het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2479 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.237

    Klager verwijt de aangeklaagde psychiater: 1.dat hij oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van zijn positie en klager de kans heeft ontnomen om zijn zoon aan te geven en te erkennen; 2. dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en ervoor heeft gezorgd dat klager niet bij patiënte kon blijven wonen, waardoor de weg werd geopend voor ingrijpen door jeugdzorg en het leven van klager en zijn gezin werd verstoord; 3. dat hij de inbreng van klager in de behandeling van patiënte wat betreft haar (culturele) achtergrond en de vraag of zij HIV-positief was heeft genegeerd; 4. dat hij heeft nagelaten patiënte te verwijzen naar een andere behandelaar die rekening hield met haar culturele achtergrond. Het RTG heeft klager wat betreft klachtonderdeel 4 niet-ontvankelijk verklaard (geen rechtstreeks belanghebbende). De overige klachtonderdelen zijn als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2493 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/391

    Klager verwijt de BMA-arts dat hij ten onrechte heeft geconcludeerd dat de behandelingsmogelijkheden in Sri Lanka voldoende zijn. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2486 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.364

    Klacht tegen arts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de arts in zijn verweerschrift en tijdens de mondelinge behandeling ter terechtzitting in hoger beroep heeft erkend dat klager recht heeft op inzage en afschrift van een niet geanonimiseerde versie van de verpleegkundige rapportages en dat het op zijn weg had gelegen om deze eigener beweging aan klager te verstrekken, in reactie op diens verzoek van 4 februari 2009. Het feit dat klager noch in het gesprek van 20 februari 2009, noch op latere momenten waarop klager de arts op de gang tegenkwam is teruggekomen op zijn verzoek van 4 februari 2009 om inzage, maakt niet dat de arts aan dat verzoek geen gehoor meer behoefde te geven. Nu de arts dat heeft erkend acht het Centraal medisch Tuchtcollege zijn handelwijze niet zodanig ernstig dat hem daarvan tuchtrechtelijk een verwijt moet worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2480 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.054

    Klager verwijt verweerster, huisarts, onvoldoende onderzoek te hebben verricht en vervolgens een foutieve diagnose te hebben gesteld ten aanzien van klagers hoofdletsel. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De huisarts komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing en wijst de klacht alsnog af.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2487 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.047

    Tijdens een korte vakantie heeft klager zich tot de huisarts gewend. Deze heeft zijn klachten als myogeen gekwalificeerd. Drie dagen later is klager door de eigen huisarts naar het ziekenhuis doorverwezen waar is vastgesteld dat klager een hartinfarct heeft gehad. Klager verwijt de arts vooral een onjuiste diagnose. Klacht in eerste aanleg afgewezen. Beroep verworpen: getoetst aan de Standaard acuut coronair syndroom kan onvoldoende worden vastgesteld dat de ars een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2489 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2011-235

    Klager verwijt de fysiotherapeut grensoverschrijdend gedrag tegenover de echtgenote van klager.  Berisping.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2481 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.316

    Klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat hij: 1. bij de laatste sessie heeft gezegd dat de vertrouwenspersoon van klager niet bij de sessie aanwezig mocht zijn; 2. geen rapport heeft uitgebracht over zijn bevindingen en zich verstopt heeft achter een twee jaar oude diagnose, die volgens klager niet klopte. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.