Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
De vrijgevestigde verzekeringsarts verricht werkzaamheden als arboarts onder supervisie van een geregistreerd bedrijfsarts. Klaagster verwijt de arts dat door de buitenproportionele interventie van de arts haar arbeidscontract niet werd verlengd. De arts zou klaagster onder meer ten onrechte 100 procent arbeidsongeschikt hebben verklaard. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
Volgens klager heeft de oogarts hem onvoldoende geïnformeerd, een onjuiste behandeling uitgevoerd als gevolg waarvan het rechteroog moest worden verwijderd (evisceratie) en onvoldoende nazorg gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Regionaal Tuchtcollege acht niet aannemelijk dat klager onvoldoende is ingelicht. De oogarts kon in redelijkheid overgaan tot evisceratie toen de behandeling met minder ingrijpende middelen niet meer afdoende bleek te zijn. Evisceratie boven enucleatie was verdedigbaar. Niet is gebleken dat de operatie onzorgvuldig is uitgevoerd. Voor de klacht dat onvoldoende nazorg is verleend ontbreekt feitelijke grondslag. Het Centraal Tuchtcollege hoort een deskundige en bevestigt vervolgens de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
Wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift en het niet aanvullen daarvan binnen de gestelde fatale termijn, wordt klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep van een beslissing van het Regionaal Tuchtcollege waarbij zijn klacht tegen een neurochirurg is afgewezen.
Wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift en het niet aanvullen daarvan binnen de gestelde fatale termijn, wordt klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep van een beslissing van het Regionaal Tuchtcollege waarbij zijn klacht tegen een neurochirurg is afgewezen.
Klaagster lijdt aan chronische vermoeidheidsklachten (ME/CVS) en heeft bij de gemeente een scootmobiel aangevraagd. De indicatiearts verbonden aan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft negatief geadviseerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft onder meer overwogen dat de arts de cognitieve gedragstherapie gecombineerd met oefentherapie in 2006 in een te vroeg stadium verkeerde om te kunnen voorschrijven en heeft de arts een waarschuwing opgelegd. Zowel de arts als klaagster zijn hiertegen in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt onder meer dat het beroep van de arts gegrond is en het incidenteel beroep van klaagster wordt verworpen, met publicatie.
Betreft een klacht tegen een tandarts. Klager - zelf ook tandarts - heeft door verweerder een extractie laten verrichten. Bij deze behandeling zijn er wortelfragmenten in de kaak achtergebleven. Het Regionaal Tuchtcollege legt de tandarts een waarschuwing op vanwege het niet verwijderen van wortelfragmenten en/of het klager hiervoor niet doorverwijzen naar een kaakchirurg. De klacht dat de tandarts hem na de extractie onvoldoende en onjuist heeft geïnformeerd over het achterblijven van stukken van de kies in de sinus en kaak, alsmede over de risico’s daarvan, is door het Regionaal Tuchtcollege afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het daartegen door klager ingestelde beroep.
2008 H 113b: Klager verwijt de huisarts dat hij zich tijdens de behandeling onvoldoende heeft ingespannen, dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dat hij de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht afgewezen.
2008 H 207: Klager verwijt de arts onzorgvuldig handelen bij een ingreep. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in raadkamer afgewezen.
2009 H 005: Klager verwijt de huisarts dat hij heeft nagelaten de Hb-waarde zelf te bepalen of te laten bepalen en voorts dat hij patiënte (echtgenote van klager) niet heeft verwezen naar het ziekenhuis. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft beide klachtonderdelen gegrond geacht en de huisarts een berisping opgelegd.