Zoekresultaten 11761-11770 van de 12920 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 011/2010

    Verpleeghuisarts heeft niet zodanige alarmerende signalen gekregen met betrekking tot het ziek zijn van patiënte met diarree, gepaard gaande met bloedverlies dat geconcludeerd moet worden dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/65

    Klaagster verwijt verweerder dat haar zoon tijdens de keizersnede door haar blaas is geboren, waardoor haar blaas onherstelbaar is beschadigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 012/2010

    Patiënte bekend met sterk wisselende INR-waardes en gebruik van Sintrom. Uitslag bepaling INR-waarde pas na een week, als gevolg van verzending van uitslagen ‘niet verhoogde INR-waardes’ door het laboratorium per post, bij verpleeghuisarts bekend. Vervolgens doseerbeleid aangepast en nieuwe bepaling gepland voorde week erop. Het was beter geweest als en de uitslagen, ook bij niet verhoogde INR-waardes sneller bij de verpleeghuisarts bekend zouden zijn, zodat doseerbeleid sneller kan worden aangepast en het was beter geweest indien de verpleeghuisarts ook sneller een controlebepaling had laten uitvoeren. Evenwel gelet op het totale behandelbeleid geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/025V

      Zowel klagers als de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben zelfstandig een klacht tegen de gynaecoloog en de verloskundige ingediend. Beide klachten, die gezamenlijk worden behandeld, houden –kort samengevat- in dat de gynaecoloog en de verloskundige tijdens de bevalling van klaagster zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten. Bij klaagster is een uterusruptuur opgetreden als gevolg waarvan de dochter van klagers is overleden. De gynaecoloog is berispt en de verloskundige gewaarschuwd.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-079

    Klaagster verwijt de arts dat deze de geheimhoudingsplicht heeft geschonden en niet heeft gereageerd op een schriftelijk bericht van klaagster. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10162

    Onvolledige en onjuiste voorlichting door arts met betrekking tot de aan klager gegeven chelatietherapie, welke geen reguliere maar een alternatieve behandelmethode is en waarvan het effect nimmer wetenschappelijk is bewezen. Arts is in een aantal opzichten ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager waardoor deze onnodig een levensgevaarlijk risico heeft gelopen. Er is onvoldoende contact met de huisarts van klager geweest. Schorsing voor een jaar waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-158

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar onvoldoende heeft onderzocht, geen kweek heeft afgenomen en klaagster te laat heeft doorverwezen naar de specialist. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/270

      Klaagster verwijt de huisarts, kort samengevat, dat hij inadequaat heeft gereageerd op haar rugklachten en haar niet heeft verwezen voor nader onderzoek. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-102

    Klaagster verwijt de arts grensoverschrijdend gedrag, het houden van een chaotisch en slecht leesbaar dossier en het nalaten van doorverwijzing van klaagster naar de specialist. 2 van de 3 klachtonderdelen gegrond. Schorsing voor zes maanden, waarvan drie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.        

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/024

      Zowel klagers als de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben zelfstandig een klacht tegen de gynaecoloog en de verloskundige ingediend. Beide klachten, die gezamenlijk worden behandeld, houden –kort samengevat- in dat de gynaecoloog en de verloskundige tijdens de bevalling van klaagster zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten. Bij klaagster is een uterusruptuur opgetreden als gevolg waarvan de dochter van klagers is overleden. De gynaecoloog is berispt en de verloskundige gewaarschuwd.