Zoekresultaten 18061-18070 van de 20334 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2258 Raad van Discipline Amsterdam 11-134A

    Verzet. Klacht tegen advocaat van wederpartij. Voorzitter heeft terecht overwogen dat niet is gebleken dat verweerder als advocaat van klagers wederpartij bij zijn handelwijze op een onevenredige wijze de belangen van klagers heeft geschaad en feiten en stellingen heeft ingebracht in de procedure waarvan hij moest weten dat deze onjuist zijn. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te dreigen met het indienen van een klacht tegen de advocaat van klagers, noch door beslag te leggen toen klagers niet vrijwillig voldeden aan het vonnis. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2252 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3419/10.49

    Verzet ongegrond vanwege verstrijken verzettermijn. Onjuiste mededeling van de griffier omtrent de verzettermijn, maakt het verzet niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2259 Raad van Discipline Amsterdam 11-117U

    Klacht tegen eigen advocaat over de behandeling van drie procedures over de intrekking en terugvordering van een WWB-uitkering. De klacht ziet op het niet tijdig instellen van beroep, het onvoldoende corresponderen met cliënten, het nalaten te trachten een betalingsregeling te treffen en de daarover gevoerde gesprekken met cliënten niet vast te leggen en het behandelen van procedures zonder over de dossiers van die procedures te beschikken. Beslissing: de klacht is in al haar onderdelen gegrond. Maatregel: berisping

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2253 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3493/10.123

    Verzet gegrond, klacht ongegrond. Verweerster heeft nagelaten een betalingstoezegging van de wederpartij schriftelijk vast te leggen. Deze gedraging is in de gegeven omstandigheden echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2261 Raad van Discipline Leeuwarden 43b/11

    Ook een advocaat die in loondienst werkzaam is heeft een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van het aanvragen van toevoegingen en mag zich niet verschuilen achter de handelwijze van zijn werkgever in dezen. Ook in dat geval mag een advocaat niet meewerken aan het aanvragen van toevoegingen op naam van kantoorgenoten ter omzeiling van het jaarlijkse quotum van 250 toevoegingen. In verband met het feit dat de advocaat in loondienst werkzaam was en hij het voorbeeld van zijn werkgever volgde, wordt als maatregel opgelegd een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 3 maanden.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2262 Raad van Discipline Leeuwarden 43c/11

    Ten aanzien van de medematen geldt dat deze geweten moeten hebben van het op grote schaal ontduiken van de quotumregeling door een andere maat, gelet op de omvang die deze praktijk had aangenomen. Ook de wijze waarop met kostenveroordelingen werd omgegaan moet bekend worden geacht bij de medematen. In ieder geval behoort het ook tot hun verantwoordelijkheid om inzicht te hebben in de financiële zaken van het kantoor. Als maatregel wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2255 Raad van Discipline 's-Gravenhage R 3414/10.44

    De advocaat heeft binnen de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid gehandeld en beslag doen leggen op vermogensbestanddelen van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2273 Raad van Discipline Arnhem 11-73

    Verweerder heeft in een procedure ontbinding geregistreerd partnerschap twee relevante zaken in een notitie met afspraken tussen partijen over het hoofd gezien. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder – als ervaren echtscheidingsadvocaat - onvoldoende adequaat richting zijn cliënt gereageerd.   

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2249 Raad van Discipline Amsterdam 10-270A

    “Voorzieningen ex art 60 b: einde taken van “bewindvoerder” en vaststelling vergoeding.  Verweerder zonder bekende woon- of verblijfplaats; analogische toepassing van art 60 d lid 4 en 5”.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2280 Raad van Discipline Arnhem 11-98

    Advocaat wordt verweten geen toevoeging te hebben aangevraagd; excessief te hebben gedeclareerd en zonder toestemming een betaald voorschot met een declaratie te hebben verrekend. De raad overweegt dat de financiële afspraken voldoende zijn vastgelegd; dat van excessief declareren niet is gebleken en dat de advocaten zich bereid hebben verklaard om hun declaratie te laten begroten en derhalve mochten handelen zoals zij hebben gedaan. Klacht ongegrond.