Zoekresultaten 17581-17590 van de 20334 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2743 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M170-2011

    Grievende uitlatingen in een brief dat indien klaagster zou weigeren de opgenomen gelden terug te storten, aangifte zou worden gedaan wegens diefstal en oplichting, ontoelaatbaar. Gelet op de situatie van haar op een gesloten afdeling verblijvende cliënte ten aanzien van wie een verzoek onderbewindstelling was ingediend had verweerster zich zorgvuldiger en behoedzamer moeten uitdrukken. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2724 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H75-2012

    Voldoende aanwijzingen aanwezig op grond waarvan tegen verweerder een vermoeden is gerezen van een handelen waardoor enig door artikel 46 advocatenwet beschermd belang is geschaad. Gelet op bij gelijktijdige beslissing door de raad gelaste tenuitvoerlegging voorwaardelijke schorsing acht de raad schorsing met onmiddellijke ingang niet geboden en wijst het daartoe strekkend verzoek af. Gelet op tul van voorwaardelijk opgelegde schorsing voor de duur van drie maanden treft raad een voorlopige voorziening en benoemt voor voormelde periode een praktijkwaarnemer.  Verzoek ex artikel 60ab (gedeeltelijk) toegewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2737 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M173-2011

    Indien een cliënt afziet van de mogelijkheid van een toevoeging behoort een advocaat dit ter voorkoming van misverstanden schriftelijk te bevestigen. Ten onrechte kopieer- en procureurskosten in rekening gebracht, terwijl deze onder het bereik van de toevoeging vielen. Advocaat behoort van betreffende regeling op de hoogte te zijn. Overdracht van de toevoeging ten onrechte afhankelijk gemaakt van een voorstel tot verdeling van de toevoeging door de opvolgende advocaat. Scherpe formulering, niet nodeloos grievend. Klacht (gedeeltelijk) gegrond; enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2750 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R253-2011

    Door verweerder is onomwonden erkend dat de door hem aan zijn cliënt gedeclareerde bedragen in geen redelijke verhouding stonden tot de door hem aan zijn zaak bestede tijd. Gezien de omvang daarvan is er naar het oordeel van de raad sprake geweest van excessief declareren. Ook heeft verweerder zich door zijn cliënt een tweetal vorderingen laten cederen. Zonder een oordeel te willen uitspreken over het civielrechtelijke aspect daarvan is de raad van oordeel dat verweerder daarmee de norm van gedragsregel 2.1 heeft overschreden en deswege tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat verweerder vervolgens een deel van een aan hem gecedeerde vordering heeft doorverkocht aan een kennis van hem acht de raad in strijd met gedragsregel 5 en even eens verwijtbaar. Dekenbezwaar gegrond; onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één maand.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2731 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch MB195-2011

    Door intrekken van faillissementsverzoek indruk gewekt dat het faillissement was afgewend door de betaling van de afkoopsom. Vertouwen in de advocatuur geschaad door het onder deze omstandigheden opnieuw indienen van een faillissementsverzoek. Klacht gegrond; berisping

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2744 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M162-2011

    Klaagster naar behoren gewezen op haar zwakke juridische positie en over de gevolgen van het aangaan van een schikking. Niet onbegrijpelijk dat verweerder klaagster heeft geadviseerd een schikking aan te gaan, waarvan de inhoud klaagster voldoende duidelijk was. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2725 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H74-2012

    Voldoende aanwijzingen aanwezig waaruit blijkt dat door verweerder binnen de vastgestelde proeftijd niet heeft voldaan aan de door de raad geformuleerde voorwaarde. Lastgeving tot tenuitvoerlegging van de tenuitvoerlegging van de aan verweerder opgelegde maatregel van schorsing in de uioefening van de praktijk voor de duur van drie maanden. Vordering tul toegewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2738 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M171-2011

    Namens cliënte aan rechtbank weergegeven waarom zij van mening was dat vervangende toestemming voor afgifte van paspoort noodzakelijk was. Niet gebleken dat advocaat de grens die hem als advocaat van de wederpartij vrijstond heeft overschreden, noch dat misleidende informatie is verstrekt. Geen nodeloos grievende mededelingen gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2751 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M229-2011

    Hoewel de taakuitoefening van een advocaat als bewindvoerder in beginsel niet behoort tot het terrein dat door het advocatentuchtrecht wordt bestreken, is de raad van oordeel dat de deken in het dekenbezwaar ontvankelijk moet worden verklaard nu vaststaat dat verweerder in een aantal van zijn bewindvoeringen meermalen als advocaat is opgetreden voor de onder zijn bewind gestelde. Dat verweerder een rechter heeft beticht van “een litanie van aperte leugens” kan op zichzelf als nodeloos kwetsend worden aangemerkt. Daar staat tegenover dat verweerder deze uitlating niet publiekelijk heeft gedaan, maar dat deze onderdeel uitmaakte van zijn brief aan de advocaat van de wederpartij en hijzelf als bewindvoerder procespartij was in het desbetreffende kortgeding. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2732 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M203-2011

    Hoewel een regeling in der minne de voorkeur verdient, dient een advocaat de rechten van zijn cliënt in een door de wederpartij aangespannen procedure veilig te stellen. Voor zover wordt afgezien van het voeren van verweer dient de advocaat zijn cliënt te wijzen op de hieraan verbonden risico’s en deze schriftelijk te bevestigen. Cliënt onnodig afhankelijk gemaakt van de welwillendheid van de wederpartij. Advocaat dient de kosten van rechtsbijstand en de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand met zijn cliënt te bespreken. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. schorsing twee weken, openbaarmaking ex art 48 lid 3 en uitspraak ex art 48lid7.