Zoekresultaten 691-700 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:111 Accountantskamer Zwolle 15/1474 Wtra AK

      Niet betalen eerder opgelegde geldboete ad € 5.000,=. Alsnog op de voet van artikel 5, vierde lid Wtra oplegging van de maatregel van doorhaling met een niet herinschrijvingstermijn van 5 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:107 Accountantskamer Zwolle 15/728 Wtra AK

      Onder omstandigheden rust op de accountant die een samenstelrelatie met zijn cliënt heeft, indien zijn cliënt met hem een adviesgesprek heeft en daarbij aangeeft zijn bedrijfspand te willen verkopen, de zorgplicht de cliënt erop te attenderen dat hypotheekbanken bij vervroegde aflossing regelmatig recht hebben op betaling van boeterente. In casu is er echter geen sprake van dergelijke omstandigheden, Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:108 Accountantskamer Zwolle 15/1131 Wtra AK

      Niet betalen van eerder opgelegde geldboete ad € 2.450,=. Daarom alsnog tijdelijke doorhaling van 2 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:109 Accountantskamer Zwolle 14/3168 Wtra AK

      Accountant van maatschap met twee maten, tevens de accountant van een van  de maten handelt na het ontstaan van een belangenconflict tussen de dan voormalige maten in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit. Hij heeft niet gewaakt voor de indruk van ongepaste beïnvloeding van zijn oordeelsvorming door voor de ene maat (klager) te verzwijgen dat hij de tekst van de e-mail die hij aanvankelijk aan beide maten wilde sturen, had afgestemd met de andere maat en zelfs had aangepast op een punt dat wezenlijk was voor de eerder gevoerde discussie tussen de beide voormalige maten. Berisping.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:106 Accountantskamer Zwolle 15/929 Wtra AK

      Klacht van voormalig cliënte, die tot betaling van achterstallige facturen wordt aangesproken, over het vervalsen van haar handtekening onder opdrachtbevestigingen, onder verwijzing naar een in haar opdracht opgesteld rapport van een forensisch schriftexpert. Vanwege het feit dat klaagster heeft erkend wel enig stuk te hebben ondertekend, zij in een emailbericht zelf heeft gesproken over ‘andere afspraken’ en het nodige valt af te dingen op het door haar overgelegde deskundigenrapport, is niet aannemelijk geworden dat betrokkene zich heeft bediend van opdrachtbevestigingen waarop de handtekening van klaagster is vervalst en bijgevolg is niet aannemelijk geworden dat betrokkene over die ondertekening een stelling heeft ingenomen waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:102 Accountantskamer Zwolle 15/1161 Wtra AK

      Het voeren van de handelsnaam X-accountants en het gebruiken van de domeinnaam X-accountants.nl door een kantoor waaraan maar één accountant is verbonden, levert op zichzelf beschouwd geen schending op van het fundamentele beginsel van integriteit. Andere omstandigheden die het oordeel rechtvaardigen dat betrokkene niet eerlijk en oprecht is opgetreden en de waarheid geweld heeft aangedaan, zijn niet gebleken. Betrokkene legt op de website van het kantoor duidelijk uit dat het een eenmanskantoor is. Niettemin verdient het geen aanbeveling om een kantoornaam te voeren die suggereert dat er meer dan één accountant aan het kantoor is verbonden, terwijl dat feitelijk niet het geval is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:103 Accountantskamer Zwolle 15/477 en 15/672 Wtra AK

      Samenstellingsopdracht. Mede gezien de zelf door klaagster/opdrachtgeefster aangeleverde gegevens, bijwonen van de bespreking en later mede ondertekening van de (concept)jaarrekeningen bestond er geen reden bij betrokkene om te twijfelen aan de juistheid van de opgegeven informatie.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:104 Accountantskamer Zwolle 14/3183 Wtra AK

      Klager dient de feitelijke grondslag van zijn klacht aannemelijk te maken. In casu is dat niet geschied. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:105 Accountantskamer Zwolle 15/830 Wtra AK

      Klacht over accountant die in opdracht van advocatenkantoor, die een geschil heeft met een voormalig cliënt, bankafschriften heeft vergeleken met en heeft gerapporteerd over een door dat advocatenkantoor opgesteld financieel overzicht van ontvangsten en betalingen op derdengeldrekeningen. Geconstateerd wordt dat de rapportage duidelijk is in wat wel en wat niet is gedaan en dat de bewoordingen meer feitelijk zijn dan concluderend, terwijl betrokkene van zijn opdrachtgever heeft geëist dat die de rapportage alleen tezamen met de opdrachtbevestiging mocht openbaren. Dit alles kan de toets der kritiek doorstaan. Tevens zijn andere klachtonderdelen over de inhoud van de rapportage hetzij feitelijk onjuist dan wel onvoldoende onderbouwd. Tot slot, het klachtonderdeel dat betrokkene niet objectief heeft gehandeld, is evenmin onderbouwd. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:100 Accountantskamer Zwolle 15/733 Wtra |AK

      Een openbaar accountant van een entiteit met twee bestuurders/aandeelhouders die optreedt voor én de entiteit én voor één van de bestuurders/aandeelhouders, moet voortdurend bedacht zijn op mogelijke bedreigingen voor de naleving van alle fundamentele beginselen. Doen zich zodanige bedreigingen voor, dan dient hij een toereikende maatregel te nemen die ertoe leidt dat hij zich aan de fundamentele beginselen houdt. Slaagt hij er niet in een zodanige maatregel te nemen, dan hoort hij de professionele dienst te beëindigen. De bedreiging, zijn beoordeling, de toegepaste maatregel en zijn conclusie dient de accountant op grond van het derde lid van artikel 21 van de VGBA vast te leggen. Van betrokkene had mogen worden verwacht dat hij zijn verweer dat hij maatregelen heeft genomen om de gesignaleerde mogelijke bedreiging(en) voor zijn objectiviteit weg te nemen, had onderbouwd met de schriftelijke vastleggingen van een en ander in zijn dossier. Betrokkene heeft dat nagelaten en daarom moet ervan worden uitgegaan dat hij aan de betrokkenen niet duidelijk heeft gemaakt wat zijn positie was ten opzichte van de entiteit en ten opzichte van de bestuurders/aandeelhouders. Daarvan uitgaande heeft betrokkene na de opzegging van de opdracht namens de entiteit door een van de bestuurders/aandeelhouders van de entiteit vanwege een evident belangenconflict tussen de beide bestuurders/aandeelhouders, en het bestrijden van die opzegging door het kantoor van betrokkene met dezelfde argumenten als gebezigd door de andere bestuurder/aandeelhouder, die zich door dezelfde advocaat als dat kantoor lieten bijstaan, andermaal het fundamentele beginsel van objectiviteit geweld aangedaan doordat hij onder die omstandigheden zijn werkzaamheden voor de entiteit niet heeft beëindigd. Berisping.