Zoekresultaten 1151-1160 van de 1207 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:114 Raad van Discipline Amsterdam 24-381/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Niet gebleken is dat verweerster bewust onjuiste informatie heeft gegeven aan de rechtbank. zij mocht afgaan op de informatie die haar cliënt haar had verstrekt. Niet gebleken is van een uitzonderingssituatie waarbij verweerster gehouden was deze informatie nader te onderzoeken. Evenmin is komen vast te staan dat verweerster over klaagster (ook advocaat) een signaal bij de deken heeft gegeven. Los daarvan geldt dat het afgeven van een signaal over het algemeen niet gezien wordt als tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:127 Raad van Discipline Amsterdam 24-122/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Alhoewel het, gelet op de algemene “nazorg” die van een advocaat wordt verwacht, wel op de weg van verweerder had gelegen om klager desondanks kort te informeren over de inhoud van het vonnis, is het naar het oordeel van de raad in de gegeven omstandigheden te rechtvaardigen dat hij hiervan heeft afgezien. Klachtonderdeel a) is daarom ongegrond. Ten aanzien van het onder b) gemaakte verwijt van klager dat verweerder op zijn website ten onrechte stelt dat hij is aangesloten bij de Geschillencommissie, is de raad van oordeel dat deze omissie niet van een zodanige aard is dat verweerder hierdoor als onbetrouwbaar kan worden aangemerkt of kan worden gezegd dat verweerder klager heeft misleid. Klachtonderdelen c) en d) zijn door klager onvoldoende onderbouwd en door verweerder gemotiveerd betwist.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:121 Raad van Discipline Amsterdam 24-188/A/NH

    Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Klager verwijt verweerster verwijtbaar jegens hem te hebben gehandeld door na te laten de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand in te schrijven. Hierdoor moest de gehele echtscheidingsprocedure opnieuw gevoerd worden. De klacht is ongegrond. Verweerster behartigde in de echtscheidingsprocedure de belangen van de ex-echtgenote. De belangen van klager werden op dat moment behartigd door zijn advocaat. Zowel verweerster als de advocaat van klager droegen naar hun eigen cliënt toe de verantwoordelijkheid voor inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Klager stelt ten onrechte dat de advocaat die de echtscheidingsprocedure start ook degene is die zorgt voor inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Er bestaat geen wettelijke regel op grond waarvan advocaten verplicht zijn om de echtscheidingsbeschikking in te laten schrijven als zij namens een cliënt een echtscheidingsprocedure zijn gestart (zie ook Raad van Discipline ’s-Gravenhage van 24 mei 2023, ECLI:NL:TADRSGR:2023:111). Het feit dat verweerster heeft nagelaten de echtscheidingsbeschikking in te schrijven betreft derhalve geen verwijtbaar handelen jegens klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:115 Raad van Discipline Amsterdam 24-153/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond ten aanzien van klachtonderdeel a). De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Hoewel verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door procedurele onjuistheden aan hem te verkondigen en niet duidelijk met hem te communiceren, ziet de raad in de gegeven omstandigheden aanleiding af te zien van het opleggen van een maatregel. De raad weegt hierin mee dat verweerder in het kader van de behandeling van de onderhavige klacht meteen heeft erkend dat zijn berichtgeving aan klager over de gevolgen van het feit dat de wederpartij in de hogerberoepprocedure verstek had laten gaan, niet toereikend was. Ook heeft verweerder erkend dat hij scherper had kunnen formuleren toen klager de mogelijkheid opwierp dat in de procedure nog aanvullende stukken konden worden ingediend. Daarnaast heeft verweerder zich op vele andere punten in zijn bijstand aan klager overduidelijk ingespannen, ook op de momenten waar bijstand door een advocaat niet vanzelfsprekend is. Ook weegt de raad mee dat verweerder geen tuchtrechtelijk verleden heeft.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:128 Raad van Discipline Amsterdam 24-174/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerder heeft een procedurele handeling verricht terwijl de zaak reeds voor uitspraak stond. Daarnaast heeft verweerder feitelijke informatie verstrekt waarvan hij wist of had behoren te weten dat die onjuist was. Hiermee heeft verweerder de gedragsregels 8 en 21 geschonden. De raad acht alles overziend de maatregel van een waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:122 Raad van Discipline Amsterdam 24-194/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerster heeft binnen de beperkte tijd die hiervoor beschikbaar was de belangen van klager op deugdelijke wijze behartigd. Verder heeft verweerster voldoende adequaat en voortvarend het dossier aan de opvolgend advocaat van klager verstrekt. Niet gebleken is dat klager in zijn belangen is geschaad doordat verweerster niet direct op het eerste verzoek van klager het dossier heeft overgedragen. Van verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:129 Raad van Discipline Amsterdam 24-102/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:174 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-375/AL/MN

    Voorzittersbeslissing; klacht over eigen advocaat. De indiening van een klacht bij de deken geeft blijk van een vertrouwensbreuk, zodat verweerder gerechtigd en gehouden was om zijn werkzaamheden voor klager te beëindigen. De beëindiging van de werkzaamheden is tijdig en zorgvuldig verlopen. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:96 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-467/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ne bis in idem-beginsel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-366/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Tijdens de behandeling van een eerdere klacht van klager over verweerder heeft de gemachtigde van verweerder tijdens de behandeling van die klacht bij het Hof van Discipline WhatsApp-gesprekken tussen klager en mr. X, kantoorgenoot van verweerder , in het geding gebracht. Klager heeft daarvoor geen toestemming gegeven. Het staat een advocaat vrij om zijn standpunt over een klacht kenbaar te maken en zich daartegen te verdedigen op een wijze die hem goeddunkt. Deze vrijheid is niet onbeperkt. De grenzen van de betamelijkheid mogen niet worden overschreden. Daarvan is de voorzitter niet gebleken. Verweerder heeft uitgelegd waarom die stukken relevant waren in de tuchtprocedure. Van ontoelaatbare inbreuk op de privacy van klager is, gelet op de inhoud van die WhatsApp-gesprekken, evenmin sprake terwijl die stukken alleen zijn gebruikt in de beslotenheid van de tuchtrechtelijke procedure. Kennelijk ongegrond.