Zoekresultaten 1391-1400 van de 1804 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:101 Hof van Discipline 's Gravenhage 230251
- Datum publicatie: 08-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:101
Intrekking klacht tegen advocaat wederpartij. Hof vernietigt beslissing raad en verstaat dat de klacht geen behandeling meer behoeft.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-771/DH/RO
- Datum publicatie: 08-04-2024
- Datum uitspraak: 08-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:74
Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak ongegrond. Het stond verweerder vrij de deurwaarder in te schakelen op het moment dat klager de alimentatie niet tijdig betaalde. Dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de kinderen is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:55 Raad van Discipline Amsterdam 23-750/A/A
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:55
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5946
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:78
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster wilde facings, waarna de tandarts twaalf tanden/kiezen in de bovenkaak van klaagster heeft afgeslepen en tijdelijke kronen heeft geplaatst. Klaagster is niet tevreden over hoe zij is behandeld door de tandarts en stelt onder andere dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met de informatieplicht, het toestemmingsvereiste en de dossierplicht. Ook heeft zij nagelaten om adequaat te reageren op de aansprakelijkheidsstelling. Het college stelt vast dat het patiëntendossier geen duidelijk behandelplan, zorgplan, ondertekende kostenraming en/of schriftelijk informed consent bevat. Er is geen PPS-score genoteerd. Ook is op de patiëntenkaart niet genoteerd wat er met klaagster is besproken en wat op grond daarvan is besloten. Het college is daarom van oordeel dat de tandarts niet aan haar wettelijke dossierplicht heeft voldaan. Uit de korte notities in het patiëntendossier die door de tandarts worden aangehaald kan niet worden afgeleid dat klaagster mondeling adequaat is geïnformeerd en uitdrukkelijke toestemming heeft verleend voor de behandeling. Ten slotte is het geheel aan de tandarts toe te rekenen dat de wettelijke termijn om te reageren op de aansprakelijkheidsstelling is overschreden. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Berisping. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:56 Raad van Discipline Amsterdam 24-105/A/NH
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:56
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. Weliswaar zijn de brieven van verweerster inderdaad nogal scherp van toon, zij heeft echter met haar bewoordingen en acties richting klaagster de vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet niet overschreden. Verder geldt dat een minnelijke regeling de voorkeur verdient boven een proces (gedragsregel 5), maar dat betekent niet dat verweerster daartoe tegen de wil van haar eigen cliënten verplicht kan worden door klaagster. Voor zover klaagster verweerster verwijt niet deskundig te zijn is de klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:96 Hof van Discipline 's Gravenhage 230138 en 230139
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:96
Ongegronde klacht over dienstverlening door eigen advocaat en waarneemster. Ook de klacht tegen de waarneemster in haar hoedanigheid van klachtenfunctionaris is ongegrond. Beslissing van raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/5735
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:79
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De klacht heeft betrekking op de tandheelkundige zorg die verweerder aan klager heeft verleend nadat hij zich bij verweerder had gemeld met de wens om in zijn bovenkaak een vaste prothese te laten plaatsen in plaats van de uitneembare voorziening die hij al had. Verweerder heeft bij klager tien implantaten geplaatst in de bovenkaak en (uiteindelijk) negen in de onderkaak, als basis voor een vaste brugconstructie zowel in de bovenkaak als in de onderkaak. Naar het oordeel van het college heeft klager met het plaatsen van (veel) meer implantaten dan noodzakelijk een ondoelmatige tandheelkundige behandeling uitgevoerd, waarmee hij klager niet alleen onnodig veel klachten en napijn heeft bezorgd, maar klager ook onnodig op kosten heeft gejaagd. Het college rekent het verweerder zwaar aan dat hij in elk geval twee posten aan klager in rekening heeft gebracht die hij niet in rekening had mogen brengen en dat tot aan de zitting is blijven ontkennen. Het college stelt verder vast dat verweerder ernstig tekort is geschoten doordat hij geen uitgebreid vooronderzoek heeft gedaan naar de prothetische situatie in de mond van klager en hoe een nieuwe voorziening vorm te geven. Het college concludeert dat het behandelplan en de informed consent-brief gezien de beoogde behandeling onvolledig zijn en dat klager daaruit niet goed heeft kunnen opmaken welke verwachtingen hij kon hebben en welke maatregelen hij diende te nemen voor en na de behandeling. Hoewel het behandelplan uitgaat van acht implantaten in de bovenkaak, heeft verweerder er tien geplaatst. Verweerder heeft dit zonder overleg met klager gedaan. Dit betekent dat verweerder per operatief is afgeweken van het behandelplan en dat daarvoor derhalve geen informed consent was. Ten slotte stelt het college op basis van de stukken vast dat met name een aantal e-mails van de officemanager van de praktijk van verweerder aan klager onprofessioneel zijn en niet getuigen van een bejegening en empathie die van een professionele zorgverlener verwacht mag worden. Het handelen van de officemanager valt toe te rekenen aan verweerder. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Voorwaardelijke schorsing met een proeftijd van twee jaar. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:57 Raad van Discipline Amsterdam 23-823/A/NH/D
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:57
Dekenbezwaar; Verweerster heeft langdurig en herhaaldelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en daarbij de kernwaarden deskundigheid en (financiële) integriteit veronachtzaamd. Verweerster heeft veelal kwetsbare cliënten bijgestaan, die door verweersters handelen ernstig zijn benadeeld. Zo heeft verweerster onder meer voorschotdeclaraties niet afgerekend, cliënten niet geïnformeerd over hun zittingen en nagelaten zaken af te wikkelen en over te dragen na het staken van haar praktijk. Hoewel verweerster zich van het tableau heeft laten uitschrijven als advocaat, ziet de raad bij een eventuele herschrijving van verweerster in de toekomst een risico dat de tekortkomingen van verweerster zich opnieuw zullen voordoen en potentiële, toekomstige cliënten een ernstig risico zullen lopen dat hun belangen worden geschaad als verweerster hen als advocaat bijstaat. Verweerster heeft echter in het verleden wel naar behoren als advocaat gefunctioneerd. Verweerster (die in 2007 als advocaat is beëdigd) heeft bovendien een blanco tuchtrechtelijk verleden. De raad acht dan ook aannemelijk dat haar ondermaatse prestaties en laakbaar handelen van de laatste maanden samenhangen met haar (psychische) gezondheid en persoonlijke omstandigheden. Dat leidt de raad tot het oordeel dat een schrapping een te zware maatregel is. De raad ziet zich in de gegeven omstandigheden wel genoodzaakt verweerster onvoorwaardelijk te schorsen voor de duur van acht weken. Mocht verweerster zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 230250
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:97
Bekrachtiging beslissing raad over klacht tegen advocaat wederpartij. Opheffing beslag tegenover zekerstelling van een geldbedrag op de derdengeldenrekening van verweerder. Klager verwijt verweerder ten onrechte te weigeren na uitbetaling van een gedeelte van het depot aan verweerders cliënte het restant van het depot aan klager uit te betalen. De klacht is gegrond. De gemaakte afspraken zijn duidelijk en laten geen ruimte om het restant niet aan klager uit te betalen. Dat de cliënte van verweerder niet wilde dat hij tot uitbetaling overging, doet daaraan niet af. Partijen moeten erop kunnen vertrouwen dat advocaten de door hen gemaakte afspraken nakomen. Niet nakoming raakt aan kernwaarde integriteit. Bij twijfel niet voor eigen rechter spelen, maar de deken om advies vragen. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:58 Raad van Discipline Amsterdam 23-616/A/NH
- Datum publicatie: 05-04-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:58
Verzetbeslissing. De raad ziet op grond van de overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting naar voren hebben gebracht geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klachtonderdelen heeft de voorzitter de juiste toetsingsmaatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle noodzakelijke informatie en omstandigheden die van belang zijn bij het oordeel of een klacht tijdig is ingediend als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet. Verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 139
- Pagina: 140
- Pagina: 141
- ...
- Pagina: 181
- Volgende pagina zoekresultaten