Zoekresultaten 2501-2510 van de 2965 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-833/DH/DH
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 10-01-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:7
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-531/DB/LI
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:6
Raadsbeslissing. Tussenbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad is van oordeel dat op basis van het door de deken aan de raad doorgezonden klachtdossier de met de klachtonderdelen 1 tot en met 7 samenhangende feiten en omstandigheden niet goed kunnen worden vastgesteld. Verweerder heeft naar voren gebracht dat hij niet is ontheven van de op hem jegens zijn cliënt rustende geheimhoudingsplicht en heeft op grond daarvan een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht. Verweerder heeft in dit verband tevens naar voren gebracht dat de deken een onderzoek is gestart, dat verweerder aan dit onderzoek zijn volledige medewerking heeft verleend en zal verlenen en aan de deken volledige openheid van zaken heeft gegeven en zal geven. De raad verwijst de zaak terug naar de deken en de verzoekt de deken om het onderzoek voort te zetten dan wel te heropenen en de raad van zijn bevindingen op de hoogte te stellen. In het bijzonder verzoekt de raad de deken om de raad te berichten of de verklaringen van verweerder stroken met de inhoud van het dossier dan wel de dossiers die de deken in het kader van zijn onderzoek heeft ingezien. De raad houdt de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:10 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-580/DB/ZWB
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:10
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder in zijn pleitnota onjuiste feiten gesteld of is onvolledig geweest. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij als productie een verklaring van zijn cliënt heeft ingediend die op meerdere punten onnodig grievend is en doordat hij niet alle producties aan klager heeft verstrekt, terwijl hij de producties wel heeft verstrekt aan de andere procespartijen. Deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1793
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:10
Klacht tegen een neuroloog. Klager is in 2000 betrokken geweest bij een auto-ongeval. Daarna is aanvankelijk de diagnose postwhiplashsyndroom gesteld. Omdat de klachten verergerden en klager een dystonie ontwikkelde van onder meer zijn handen en voeten, is klager vervolgens door verschillende neurologen gezien. Sinds 2004 heeft hij last van dystone en epileptiforme aanvallen. In 2019 werd klager door zijn huisarts verwezen naar de beklaagde neuroloog. Deze concludeerde dat bij klager sprake was van een functionele stoornis. Klager verwijt de neuroloog onder meer dat hij geen goed onderzoek heeft uitgevoerd en een verkeerde diagnose heeft gesteld, heeft geweigerd hem te verwijzen naar twee nader genoemde collega-neurologen en andere zorgverleners negatief heeft beïnvloed. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het verzoek van klager de diagnose functionele stoornis uit zijn medisch dossier te verwijderen en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.In beroep is het debat door partijen schriftelijk nog een keer gevoerd, waarbij door ieder van hen standpunten zijn ingenomen naar aanleiding van de door het Regionaal Tuchtcollege gegeven beschouwingen en beslissingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 november 2023 is dat debat voortgezet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-561/DH/DH
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:8
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-269/DB/LI
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:7
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5085
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 12-01-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:4
Klacht tegen huisarts. Klaagster en haar zoontje zijn beiden patiënt bij de praktijk waar de huisarts werkt. De huisarts had het zoontje op verzoek van klaagster vanwege gedragsproblemen verwezen naar een ggz-instelling voor kinderen. Nadat de huisarts op verzoek van de instelling nadere informatie heeft verstrekt, heeft de instelling klaagster bericht dat zij het zoontje niet kunnen behandelen. Klaagster ging naar de huisarts om te vragen welke informatie hij heeft doorgegeven aan de instelling. Dit bezoek aan de huisarts resulteerde in een vervelend gesprek dat escaleerde, waarbij de huisarts klaagster heeft laten weten haar en haar zoontje niet meer te willen behandelen en haar heeft weggestuurd. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij haar onheus heeft bejegend tijdens het betreffende gesprek. Het college verklaart dit klachtonderdeel gegrond. Het college is van oordeel dat de huisarts zich zeer grensoverschrijdend en onprofessioneel heeft opgesteld tegenover klaagster. De huisarts is al vaker met het tuchtrecht in aanraking is geweest vanwege de wijze waarop hij patiënten bejegent en heeft al eerder forse maatregelen hiervoor gekregen. Ondanks dat is de huisarts toch weer de fout in gegaan en toont hij onvoldoende zelfinzicht. Het college heeft er geen vertrouwen in dat de huisarts zijn manier van handelen zal verbeteren. Alles overziend acht het college het noodzakelijk om de inschrijving van de huisarts in het BIG-register door te halen. De bevoegdheid van de huisarts om zijn beroep uit te oefenen wordt geschorst zolang de beslissing nog niet onherroepelijk is.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-910/AL/MN
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:2
Schrapping van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet. Verweerder oefent al geruime tijd, in ieder geval sinds juni 2021, niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. Niet te verwachten is dat verweerder binnen een redelijke termijn zijn praktijk weer kan voortzetten.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-646/DH/DH
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:9
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen, doordat zij heeft nagelaten een procedure voor klager te starten. Het lag op verweersters weg om contact met klager op te nemen om duidelijkheid te krijgen. Zij heeft te weinig in het werk gesteld. Klacht gegrond. Waarschuwing. Klacht over beëindigen samenwerking ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:5 Hof van Discipline 's Gravenhage 220153
- Datum publicatie: 15-01-2024
- Datum uitspraak: 08-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:5
Klacht tegen eigen advocaat. Belanghebbende begrip. 1) Klager geen belanghebbende bij urenverantwoording die verweerder aan de Raad voor Rechtsbijstand heeft gestuurd. De door klager te betalen hogere eigen bijdrage houdt geen verband met de urenspecificatie. Klager niet-ontvankelijk. 2) Verweerder heeft in zijn correspondentie met klager enkele malen onjuiste kenmerken en/of verwijzingen opgenomen waardoor verwarring bij klager heeft kunnen ontstaan over de vraag op welke dossier de betreffende correspondentie betrekking had. Verweerder heeft dat erkend en toegelicht hoe dat heeft kunnen gebeuren. Deze erkenning rechtvaardigt tuchtrechtelijk gezien echter niet de conclusie dat verweerder de opdrachtbevestiging en/of de factuur ter zake het voorschot achteraf heeft opgemaakt zoals klager heeft gesuggereerd. Het gestelde antedateren valt ook niet te rijmen met het gegeven dat klager conform de voorschotnota heeft betaald. Tegenover de door verweerder overgelegde opdrachtbevestiging, factuur en het betalingsbewijs, is de enkele stelling van klager dat hij geen opdrachtbevestiging en voorschotfactuur heeft ontvangen, onvoldoende om daarvan uit te gaan. Klacht ongegrond. 3) Verweerder heeft ondanks het verzoek van klager de toevoeging niet laten intrekken. Intrekking heeft pas plaatsgevonden nadat klager een klacht bij de deken heeft ingediend. Klager belanghebbende om een klacht in te dienen als een toevoeging ten onrechte niet wordt ingetrokken door zijn advocaat. Het niet intrekken kan immers gevolgen hebben voor een eventueel verschuldigde eigen bijdrage. Uitgangspunt is dat een advocaat in beginsel gehouden is een toevoeging in te trekken als de cliënt daarom vraagt. Dat kan anders zijn, dan wel onder voorwaarden gebeuren als de advocaat ter zake werkzaamheden heeft verricht. Dat daarvan sprake is, is door verweerder niet, dan wel onvoldoende onderbouwd gesteld. Klacht gegrond, geen maatregel.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 250
- Pagina: 251
- Pagina: 252
- ...
- Pagina: 297
- Volgende pagina zoekresultaten