Zoekresultaten 21391-21400 van de 45179 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16208

    Tandarts. Klachten: ondoelmatig en met verkeerde apparatuur behandeld (1), niet doorverwezen naar orthodontist en kaakchirurg (2), niet met ouders overlegd over gevolgen behandeling en behandelmogelijkheden (3), klaagster moet nu chirurgie ondergaan (4), vanuit subjectieve waarneming gehandeld (5), schade aan ondergebit toegebracht (6), foutieve informatie doorgespeeld aan nieuwe behandelaar (7) en indruk gewekt orthodontist te zijn (8). Het college: Op basis van anamnese, foto’s, hulpvraag en overige gegevens op goede gronden tot de behandelingen gekomen. Behandelingen op verantwoorde wijze verricht. Verweerster behoefde klaagster niet door te verwijzen. Voor behandelingen verschillende keren overleg met klaagster en ouders over behandelopties en gevolgen. Ook over orthodontie in de groei. Geen bewijs titel orthodontist gebruikt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-853/DB/ZWB

    Termijn ex artikel 46g lid 1 sub a, anders dan voorzitter heeft geoordeeld, eerst aangevangen op 7 februari 2013 omdat klager eerst toen kennis heeft kunnen nemen van het procesdossier in de zaak tegen P en daarmee van de concrete feiten en omstandigheden waarop de onderhavige klacht betrekking heeft. Klager kan wel in klacht worden ontvangen: verzet gegrond. Inhoudelijke behandeling van de klacht wordt aangehouden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-114/DB/ZWB

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door conceptbrief aan wederpartij, na eerst om goedkeuring te hebben gevraagd aan klagers, zonder goedkeuring te verzenden en dit daarna te verzwijgen. Voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door buiten de van klagers verkregen opdracht te treden en door een aan de klachtenfuntionaris gerichte brief over verweerders optreden zelf te beantwoorden. Deels gegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden: berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.154

    Aan klager is een TBS maatregel opgelegd. Klager verwijt de gz-psycholoog dat de door hem opgestelde zesjaarsrapportage onzorgvuldig is opgesteld omdat de door de gz-psycholoog geraadpleegde stukken onvolledig waren. De gz-psycholoog heeft belangrijke stukken uit het patiëntendossier niet bij zijn onderzoek betrokken terwijl hij wist of had moeten weten van het bestaan daarvan. Het RTG Eindhoven verklaart de klacht gegrond, legt de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing op en bepaalt de publicatie na het onherroepelijk worden. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-135/DB/ZWB

    Van een advocaat mag worden verwacht dat deze inhoudelijk en in begrijpelijke taal reageert op goed onderbouwde voorstellen en berekeningen van de (de advocaat van de) wederpartij. Door in het geheel niet, dan wel in cryptische formuleringen, te reageren op voorstellen van de advocaat van klager, was klager genoodzaakt een procedure aanhangig te maken. klacht gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:123 Raad van Discipline Amsterdam 17-111/A/NH

    Dekenbezwaar gegrond. Verweerder voert structureel op onjuiste wijze praktijk ten aanzien van (inzicht geven in) declaratiebeleid en schriftelijke vastlegging van (financiële) afspraken. Onvoorwaardelijke schorsing van vier weken, boete en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.449

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een jaar met TBS met dwangverpleging. In het kader van de strafzaak zijn een tweetal forensische rapportages uitgebracht over klagers geestesvermogen: in eerste aanleg een rapportage d.d. 6 juni 2014 en in hoger beroep een rapportage d.d. 27 augustus 2015. Verweerster (gz-psycholoog) is door de pro-justitia rapporteurs als externe deskundige ingeschakeld (voor een deelonderzoek) vanwege haar deskundigheid op het gebied van autisme spectrumstoornissen. Verweerster heeft in dit verband een twee uur durend gesprek met klager gevoerd. Tevens zijn in overleg met verweerster een aantal specifieke (aanvullende) psychologische testen bij klager afgenomen. De conclusie van de tweede rapportage luidde dat een PDD-NOS stoornis niet valt uit te sluiten. Klager is het niet eens met de conclusies uit deze rapportage. Volgens klager hebben de onderzoekers van het multidisciplinaire team onzorgvuldig gehandeld bij het onderzoek naar zijn geestvermogens en daarbij bewust toegeschreven naar de stoornis PDD-NOS. Klager heeft aangevoerd dat verweerster een zelfstandig onderzoek uitvoerde en de onderzoeksvragen van het gerechtshof zelfstandig diende te beantwoorden. De klacht heeft betrekking op het niet verstrekken aan klager van inzage en afschrift van de bevindingen van verweerster (waaronder onderzoeksresultaten van door haar afgenomen tests). Deze gegevens zijn in het kader van een pro Justitia rapportage over klager meegenomen in de beoordeling door de pro-justitia rapporteurs. Het RTG Amsterdam heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Klager heeft geen recht op inzage.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:108 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-020/DB/ZWB

    Wijze van communiceren van advocaat van de wederpartij was erg kort en doelgericht en mogelijk niet bevorderlijk voor het bereiken van een oplossing in onderling overleg, maar het staat de advocaat van de wederpartij vrij om, in overleg met zijn cliënt, te kiezen voor een andere aanpak. Dat die aanpak de andere partij niet welgevallig is, betekent niet dat de advocaat van de wederpartij daarvan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:124 Raad van Discipline Amsterdam 17-110/A/NH

    Dekenbezwaar gegrond. Verweerder voert structureel op onjuiste wijze praktijk ten aanzien van (inzicht geven in) declaratiebeleid en schriftelijke vastlegging van (financiële) afspraken. Voorwaardelijke schorsing van vier weken en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1050/DB/ZWB

    Advocaat staat klagers gedurende 20 jaar bij in procedures bij de Raad van State. Klacht dat advocaat in de laatste procedure bij de Raad van State de belangen van klagers onvoldoende heeft behartigd onvoldoende geconcretiseerd. Advocaat heeft voldoende aannemelijk gemaakt op grond waarvan hij het indienen van een zienswijze tegen een globale startnotitie niet zinvol achtte. verzet ongegrond