Zoekresultaten 20021-20030 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-086

      Gegronde klacht tegen huisarts waarmee klager en echtgenote een kennismakingsgesprek hebben gehad en waarmee klager vervolgens een afspraak heeft gemaakt  waarbij voorafgaand aan het consult het  inschrijfformulier zou worden ingevuld.  Niet toelaten klager tot spreekkamer en consult niet door laten gaan omdat klager zich niet had uitgeschreven bij zijn oorspronkelijke huisarts was onzorgvuldig omdat klager hieromtrent  bij het maken van de afspraak niet was geïnformeerd door de assistente van de huisarts. Schending medisch beroepsgeheim met als gevolg onder druk zetten  vertrouwensband tussen klager en oorspronkelijke huisarts door zonder overleg met klager telefonisch contact op te nemen met oorspronkelijke huisarts van klager. Huisarts toont inzicht in zijn verwijtbaar handelen en heeft verbetermaatregelen toegepast binnen praktijk om in de toekomst vergelijkbare situaties te voorkomen. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:8 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160297

    Verweerder heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad van 5 december 2016 waarbij zijn verzoek tot opheffing van een aan hem opgelegde schorsing is afgewezen. Nu verweerder om hem moverende redenen er voor gekozen heeft zich per 16 september 2016 te laten uitschrijven van het tableau en dus niet meer de praktijk als advocaat sedertdien wenst uit te oefenen, heeft hij thans geen rechtens te respecteren belang bij opheffing van de ordemaatregel die de raad hem op 3 oktober 2016 heeft opgelegd. Verweerder wordt, gelijk als in de zaak onder nummer 160266, in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:11 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160203

    In het licht van het zwaarwegende belang van de wederpartij dat zij niet op lichtvaardige gronden in staat van faillissement wordt verklaard, kan de advocaat die namens een cliënt faillietverklaring verzoekt, anders dan bij de behandeling van veel andersoortige zaken, niet zonder meer afgaan op door de cliënt verschafte informatie. Het hof overweegt dat mr. R verweerder reeds met de e-mail van 19 mei 2015 op de hoogte heeft gebracht van de “uitdrukkelijke mededeling” van A dat zij geen vordering op klaagster had. Voor zover verweerder zelf niet reeds voorafgaand aan de indiening van de faillissementsaanvraag had moeten onderzoeken of er sprake was van een vordering van A en, zo ja, of er een reële kans bestond dat deze zou worden opgeëist, had het op de weg van verweerder gelegen om in ieder geval naar aanleiding van die e-mail actie te ondernemen, door zich hetzij bij mr. R, hetzij bij A zelf te vergewissen van de feiten. Dat heeft verweerder nagelaten. Verweerder is derhalve in weerwil van duidelijke andersluidende signalen blijven afgaan op de mededelingen van zijn cliënte en ten overstaan van het gerechtshof blijven stellen dat A een vordering op klaagster had. Aldus heeft verweerder de geldende zorgvuldigheidsnorm overtreden. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu verweerder nooit eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, acht het hof in dit geval niet een berisping, maar een waarschuwing gepast.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/201

    IGZ verwijt kinderarts de tweede tuchtnorm ex artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG te hebben  geschonden door als kinderintensivist kinderpornografisch materiaal te downloaden, in het bezit te hebben en te bekijken. Gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-073a

      Ongegronde klacht tegen BMA- arts (verzekeringsarts) die bij afwezigheid van collega BMA-arts aanvullend (positief)advies heeft uitgebracht met betrekking tot therapiemogelijkheden van klaagster in land van herkomst. Dat BMA-arts in aanvullend advies geen aandacht heeft besteed aan de aard van de behandeling is niet vastgesteld door het College. Niet verwijtbaar dat BMA-arts niet heeft onderzocht welke therapieën in land van herkomst beschikbaar zijn vanwege ontbreken aanwijzingen dat klachten van klaagster uitsluitend door specifieke therapie adequaat zouden kunnen worden behandeld.  Klaagster volgde ten tijde van advies nog geen psychotherapeutische behandeling. Niet verwijtbaar dat  BMA-arts geen contact heeft opgenomen met behandelaar van  klaagster of gerede twijfel heeft gehad omtrent effectiviteit van de behandeling in land van herkomst aangezien hiervoor geen aanwijzingen waren. Het enkele feit dat in land van herkomst traumata hebben plaatsgevonden betekent niet dat in dat land geen effectieve behandeling kan plaatsvinden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:9 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160180

    De raad heeft aangenomen dat verweerster namens de erfgenamen is opgetreden zonder dat zij over een mandaat beschikte, op grond waarvan de raad heeft geoordeeld dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet. De raad heeft dit verweerster ernstig aangerekend en heeft de maatregel van berisping passend en geboden geacht. Bekrachtiging door het hof van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:12 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160204

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder ten opzichte van klaagster tekort is geschoten. Gelet op de omstandigheden van het geval en het feit dat het gaat om een tekortkoming in de informatieplicht waar klaagster geen nadeel van heeft ondervonden, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden. Bekrachtiging door het hof van de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-073b

      Ongegronde klacht tegen BMA- arts (verzekeringsarts) die positief medisch advies heeft uitgebracht met betrekking tot therapiemogelijkheden van klaagster in land van herkomst. Dat BMA-arts in het medisch advies geen aandacht heeft besteed aan de aard van de behandeling is niet vastgesteld door het College. Niet verwijtbaar dat BMA-arts niet heeft onderzocht welke therapieën in land van herkomst beschikbaar zijn vanwege ontbreken aanwijzingen dat klachten van klaagster uitsluitend door specifieke therapie adequaat zouden kunnen worden behandeld.  Ten tijde van uitbrengen advies werd nog geen psychotherapeutische behandeling gevolgd door klaagster. Vanwege geen betrokkenheid bij opstelling aanvullend advies door collega-BMA arts kunnen hierop betrekking hebbende klachtonderdelen jegens BMA-arts geen doel treffen. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:1 Raad van Discipline Amsterdam 16-829/A/A

    Klacht eigen advocaat. Verweerder heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat niet betaamt door – zonder zijn cliënt deugdelijk te informeren – een voor zijn cliënt mogelijk nadelige draagkrachtberekening in de procedure in te dienen. Klacht gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:265 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150077

    Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de beklaagde advocaat geen, althans onvoldoende, gehoor heeft gegeven aan het verzoek van de deken om medewerking te verlenen aan het tuchtrechtelijk onderzoek en dat verweerder derhalve in strijd met gedragsregel 37 heeft gehandeld.  Klacht gegrond, maatregel voorwaardelijke schorsing van twee weken.