Zoekresultaten 13121-13130 van de 43903 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:207 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-537

    Ongegrond verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1957

    Psychiater. Verwijten: 1) rapportage voldoet niet aan de eisen, 2) geen inzage- en correctierecht aangeboden, 3) privacy geschonden door rapportage te mailen, 4) bedreiging en intimidatie. College: rapportage voldoet niet aan de eisen; geen geschikte methode van onderzoek, conclusie rapportage niet consistent en niet goed onderbouwd, geen bronvermelding. 1) gegrond. Geen inzage- en correctierecht aangeboden. 2) ook gegrond. Klachtonderdelen 3 en 4 ongegrond. Maatregel: geen tuchtrechtelijk verleden en handelen heeft zeven jaar geleden plaatsgevonden: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:195 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-883

    Verweerder heeft in strijd met artikel 46 Aw en Regel 18 lid 3 Gedragsregels 2018 niet schriftelijk aan klager bevestigd dat deze afstand zou hebben gedaan van recht op gesubsidieerde rechtshulp. De raad legt aan verweerder geen maatregel. Rekening is daarbij gehouden met de door klager onweersproken omstandigheden dat klager al bekend was met mogelijkheid van gesubsidieerde rechtshulp maar volgens verweerder bij aanvang van de werkzaamheden tegen verweerder heeft gezegd dat hij nu ‘een echte goede advocaat’ wilde hebben, ook als hij daarvoor moest betalen. Ook de omstandigheid dat klager de twee aan hem in rekening gebrachte voorschotten aan verweerder heeft betaald en daartegen ook geen bezwaar heeft gemaakt, terwijl dat had gekund, heeft bij de beslissing om geen maatregel op te leggen een rol gespeeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:220 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-007

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-664

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:189 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-692

    De raad oordeelt het verzet ongegrond. Verweerder heeft de zitting voldoende voorbesproken met klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:214 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-838

    Klacht over eigen advocaat. Door een ‘no cure no pay’-afspraak te maken en in afwijking van deze afspraak aan klaagster mee te delen dat hij € 1.000,- voor zijn werkzaamheden bij haar in rekening brengt, heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht gegrond. Maatregel van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:227 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-345

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder opzettelijk informatie over de ondertekening van de koopovereenkomst heeft verzwegen dan wel onjuiste informatie daarover heeft verstrekt. Ook is niet gebleken van enig door klaagster geleden nadeel. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:208 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-284 19-285

    Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Schending gedragsregel 21 lid 3 in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Geen sprake van napleiten. Voorts niet gebleken dat verweerster in strijd met de waarheid heeft verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.312

    Klagers zijn de nabestaanden van de op 74 jarige leeftijd overleden patiënt. De patiënt krijgt plotseling heftige buikpijn. Door tussenkomst van de huisarts wordt hij opgenomen in het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is als chirurg. In het ziekenhuis blijkt dat er geen sprake is van een aneurysma. Verweerder is hoofdbehandelaar en denkt – na breed overleg – aan coprostase en hyponatriëmie en voert een expectatief beleid. De volgende dag wordt – gelet op de verslechtering van de toestand van patiënt – besloten tot laparotomie waaruit blijkt dat er sprake is van een dubbele perforatie van de darm. Enkele dagen later overlijdt de patiënt aan een abdominale sepsis en multi-orgaanfalen. Klagers verwijten verweerder dat 1) hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en onvoldoende zorg heeft geboden ten gevolge waarvan patiënt is overleden, 2) door hem een onjuiste en onvolledige status is bijgehouden, en 3) hij geen rekening heeft gehouden met de cardiale comorbiditeit van patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 2 gegrond verklaard en de arts daarom de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdelen 1 en 3. Het incidenteel beroep van verweerder tegen de gegrondverklaring van klachtonderdeel 2 slaagt. Dit betekent dat de klacht alsnog in zijn geheel ongegrond is en dat de in eerste aanleg opgelegde maatregel komt te vervallen.