Zoekresultaten 331-340 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/68

    De klacht gaat - samengevat - over de wijze waarop de notaris zijn werkzaamheden als executeur van de nalatenschap van de heer [A] heeft verricht. De voorzitter van de kamer heeft geoordeeld dat deze klacht, die klager namens de overleden heer [A] heeft ingediend, terwijl de klacht bovendien betrekking heeft op het handelen van de notaris ná diens overlijden, kennelijk niet-ontvankelijk is. De kamer heeft het verzet van klager tegen deze beslissing van de voorzitter ongegrond verklaard.Eerst tijdens de mondelinge behandeling van het verzet heeft klager meegedeeld dat hij de klacht mede namens zichzelf heeft ingediend. Voor zover dat het geval is, sluit de kamer zich aan bij het oordeel van de voorzitter dat de klacht ook dan kennelijk niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/69

    Klager heeft een klacht tegen de kandidaat-notaris ingediend. De voorzitter van de kamer heeft geoordeeld dat deze klacht, die klager namens de overleden heer [A] heeft ingediend, terwijl de klacht bovendien betrekking heeft op het handelen van de notaris ná diens overlijden, kennelijk niet-ontvankelijk is. De kamer heeft het verzet van klager tegen deze beslissing van de voorzitter ongegrond verklaard.Eerst tijdens de mondelinge behandeling van het verzet heeft klager meegedeeld dat hij de klacht mede namens zichzelf heeft ingediend. Voor zover dat het geval is, sluit de kamer zich aan bij het oordeel van de voorzitter dat de klacht ook dan kennelijk niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/38

    De klacht gaat over de handelwijze van de notaris in haar hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van klaagsters vader. Aangezien klaagster en de andere deelgenoten het niet eens konden worden over de verkoop van een bosperceel en de verdeling van erflaters nalatenschap, heeft de rechtbank in 2017 beslist dat voor het geval klaagster binnen twee weken na betekening van het betreffende vonnis niet haar volledige en onvoorwaardelijke medewerking aan de verkoop en/of levering van het bosperceel zou verlenen, het vonnis in de plaats treedt van de onderhandse akte tot opdrachtverlening aan de makelaar en de onderhandse akte tot verkoop van het bosperceel, alsmede van de notariële akte tot levering van het perceel. In 2019 heeft de notaris in haar hoedanigheid van executeur het bosperceel verkocht aan een derde. Aan een andere notaris (notaris C) is opdracht gegeven om de levering van het bosperceel te verzorgen. De levering heeft op 11 november 2019 plaatsgevonden.Vast staat dat betekening van het vonnis aan klaagster niet heeft plaatsgevonden.Met hetgeen de notaris heeft erkend staat eveneens vast dat zij niet heeft onderzocht of de voorwaarde waaronder het vonnis in de plaats mocht treden voor klaagsters medewerking in vervulling was gegaan, toen zij als executeur tot verkoop van het bosperceel overging. Evenmin staat ter discussie dat de communicatie tussen notaris C en de deelgenoten liep via de notaris in haar hoedanigheid van (professioneel) executeur in erflaters nalatenschap. De notaris heeft bij e-mail aan (de medewerkster van) notaris C meegedeeld dat klaagster geen volmacht had getekend en het vonnis dus in de plaats treedt van de medewerking van klaagster.Als gevolg van de handelwijze van de notaris is klaagster ten onrechte niet bij de verkoop en het passeren van de akte van levering van het bosperceel betrokken. Niet in geschil is dat klaagster pas naderhand (namelijk in december 2020) bekend is geworden met de verkoop en de levering. Door klaagster volledig buiten de verkoop en levering van het bosperceel te houden, heeft de notaris het klaagster onmogelijk gemaakt zich tijdig te laten informeren en voorlichten over de onderliggende koopakte, de inhoud van de akte van levering en de aan de deelgenoten in rekening gebrachte kosten. De klacht wordt in zoverre gegrond verklaard en aan de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek van klaagster om de notaris op te dragen over te gaan tot afgifte van het complete dossier aan klaagster. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/39

    De klacht heeft betrekking op de door de notaris in 2019 gepasseerde akte van levering ten aanzien van een bosperceel, waarbij een vonnis in de plaats is getreden van de medewerking van klaagster. Genoemd vonnis was op dat moment nog niet betekend aan klaagster.Volgens de kamer rust op een notaris een zwaarwegende zorgplicht om te onderzoeken of is voldaan aan de in de wet gestelde vereisten voor het intreden van de rechtsgevolgen die worden beoogd met de in een akte opgenomen rechtshandelingen. Zo dient een notaris bij het verlijden van een akte strekkende tot overdracht van registergoederen in ieder geval te onderzoeken wie bevoegd is/zijn om over het registergoed te beschikken. Niet ter discussie staat dat klaagster en anderen gezamenlijk bevoegd waren om over het bosperceel te beschikken. In beginsel was dus voor de levering van het bosperceel de medewerking van ieder van hen vereist. In dit geval had de rechtbank in 2017 beslist dat voor het geval klaagster binnen twee weken na betekening van het vonnis niet haar volledige en onvoorwaardelijke medewerking aan de verkoop en/of levering van het bosperceel zou verlenen, het vonnis in de plaats treedt van de onderhandse akte tot opdrachtverlening aan de makelaar en de onderhandse akte tot verkoop van het bosperceel, alsmede van de notariële akte tot levering van het perceel. Uit het dictum van dat vonnis volgt duidelijk dat betekening van het vonnis aan klaagster noodzakelijk was. Dat brengt mee dat de notaris - alvorens het vonnis te gebruiken in plaats van de medewerking van klaagster - diende te onderzoeken of betekening van het vonnis aan klaagster had plaatsgevonden. Vast staat dat de notaris dit onderzoek niet heeft gedaan. Hij heeft verklaard dat hij enkel is afgegaan op de e-mail van een andere notaris waarin die notaris had meegedeeld dat het vonnis in de plaats treedt van de medewerking van klaagster. De kamer verklaart de klacht daarom gegrond, maar ziet in de omstandigheden van het geval geen reden om een maatregel op te leggen. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om de notaris op te dragen over te gaan tot afgifte van het complete dossier aan klaagster.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:71 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/382616 KL RK 21-7 C/05/382617 KL RK 21-8

    Klaagster heeft de feiten en omstandigheden die de (kandidaat-)notaris in dit verband aandraagt niet betwist en (h)erkent deze deels ook. Klaagster echter stelt zich op het standpunt dat bedoelde feiten en omstandigheden anders geïnterpreteerd dienen te worden omdat zij gezien moeten worden als een verschijningsvorm of gevolg van de persoonlijkheidsstoornis van moeder.Echter naar het oordeel van de kamer geen grond voor een tuchtrechtelijk verwijt (kandidaat-)notaris voor passeren testament ed.De (kandidaat-)notaris heeft moeder vele malen bezocht, telkens dezelfde ordelijke toestand aangetroffen en telkens dezelfde consistente, beredeneerde wensen voor wat betreft het testament van moeder vernomen. Niet is gesteld of gebleken dat de door klaagster aangevoerde feiten en omstandigheden voor de notaris redelijkerwijze kenbaar waren en als zij al kenbaar waren, of dat voor de (kandidaat-)notaris een reden had moeten zijn af te zien van het passeren van het testament. 

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:72 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/385511 KL RK 21-47

    De notaris heeft de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster teveel op zijn beloop gelaten en onvoldoende regie genomen. De omstandigheid dat er naast de notaris een tweede executeur was in de persoon van de broer van klaagster had voor de notaris geen reden mogen zijn om zich zo afwachtend op te stellen. Van de notaris had hierin een actievere rol mogen worden verwacht.Dit geldt te meer nu er in deze nalatenschap een onterving aan de orde was, hetgeen de afwikkeling per definitie compliceert. De notaris heeft daar onvoldoende rekening mee gehouden, niet adequaat en voortvarend gecommuniceerd en haar professionele executeursrol in deze zaak niet naar behoren ingevuld. De door de notaris gestelde zakelijke en privé-omstandigheden zijn weliswaar begrijpelijk maar vormen hiervoor geen rechtvaardiging. Het had op de weg van de notaris gelegen de door haar gestelde belemmerende omstandigheden zelf op te vangen en/of daarvoor een voorziening te treffen. De klacht wordt daarom op dit punt gegrond verklaard.

  • Niet gebleken is dat nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid noodzakelijk was bij wijziging van de levenstestamenten van de ouders van klager. Daarnaast stelt klager dat de notaris ten onrechte niet over is gegaan tot deactivering van de levenstestament van de vader van klager, nu er ernstige zorgen zijn over het welzijn van de vader en de uitvoering van het levenstestament door de broer van klager. De kamer kan dit echter, door gebrek aan nadere stukken, niet vaststellen en het is de notarissen niet te verwijten dat zij ook niet zijn gekomen tot het gegrond achten van deze zorgen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:70 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/387977 / KL RK 21-75

    De oud-notaris heeft in dit geval niet aannemelijk gemaakt dat hij zijn beslissing om voor deze (ABC-)transactie zijn ministerie te verlenen volledig naar de destijds geldende eisen van oplettendheid heeft voorbereid en afgewogen. Dit tekortschieten lijkt eerder veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van praktische omstandigheden, dan door een fundamenteel verzuimen. Immers voldoende aannemelijk is geworden dat de oud-notaris er wel degelijk op gericht was de vereiste werkzaamheden in het kader van onderzoek en Belehrung te verrichten, echter deze intentie is in deze zaak onvoldoende concreet tot uitdrukking gekomen, voor een belangrijk deel omdat is komen vast te staan dat klagers niet zijn ingegaan op het (dringende) aanbod van de oud-notaris om in een persoonlijk gesprek voorgelicht te worden. De kamer is daarom van oordeel dat in deze zaak met de oplegging van de maatregel van waarschuwing kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/388010 / KL RK 21-77 C/05/388011 / KL RK 21-78

    Klager is door notaris duidelijk gewezen op speculatieve karakter van zijn aankoop. De notaris is voldoende oplettend geweest voor wat betreft de aard van de transactie en heeft klager daarvoor ook gewaarschuwd. Verder blijkt dat klager voorafgaand aan het passeergesprek wel degelijk op de hoogte was van de bouwbestemming van de grond. Voor eventuele nadere informatie over de bestemming heeft het kantoor van de notaris klager terecht terugverwezen naar de verkoper. Klager heeft, voor zover zijn vragen niet door de verkoper beantwoord zouden zijn, daarna nog voldoende tijd gehad om nader onderzoek in te stellen, dan wel voorafgaand aan het passeren van de akte opnieuw met vragen bij de notaris aan te kloppen. Hiervan is echter ook niet gebleken. Al met al geen tuchtrechtelijk verwijt, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:69 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/386764 / KL RK 21-58

    Naar het oordeel van de kamer vormen deze door de (kandidaat-)notaris aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond om tot de conclusie te komen dat erflater voldoende wilsbekwaam was om het testament te tekenen. De verklaring van de VIA-arts is immers volstrekt duidelijk.Dit betekent dat de (kandidaat-)notaris ervan af had behoren te zien het testament te passeren en dit had ook de uitkomst van het voorafgaand overleg tussen de notaris en de kandidaat-notaris behoren te zijn.Nu dit niet het geval is geweest en het uiteindelijk de kandidaat-notaris is geweest die het testament gepasseerd heeft, rijst de vraag of het tuchtrechtelijk verwijt dat hier gemaakt  moet worden alleen de kandidaat-notaris of ook de notaris treft. Dit laatste is hier het geval. Maatregel berisping zou vanwege aard verzuim in beginsel passend geweest zijn, maar vanwege bijkomende omstandigheden wordt de maatregel voor notaris en voor kandidaat-notaris beperkt tot waarschuwing.