ECLI:NL:TNORARL:2021:72 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/385511 KL RK 21-47
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2021:72 |
---|---|
Datum uitspraak: | 05-11-2021 |
Datum publicatie: | 31-03-2022 |
Zaaknummer(s): | C/05/385511 KL RK 21-47 |
Onderwerp: | Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap |
Beslissingen: | Klacht gegrond met waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | De notaris heeft de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster teveel op zijn beloop gelaten en onvoldoende regie genomen. De omstandigheid dat er naast de notaris een tweede executeur was in de persoon van de broer van klaagster had voor de notaris geen reden mogen zijn om zich zo afwachtend op te stellen. Van de notaris had hierin een actievere rol mogen worden verwacht.Dit geldt te meer nu er in deze nalatenschap een onterving aan de orde was, hetgeen de afwikkeling per definitie compliceert. De notaris heeft daar onvoldoende rekening mee gehouden, niet adequaat en voortvarend gecommuniceerd en haar professionele executeursrol in deze zaak niet naar behoren ingevuld. De door de notaris gestelde zakelijke en privé-omstandigheden zijn weliswaar begrijpelijk maar vormen hiervoor geen rechtvaardiging. Het had op de weg van de notaris gelegen de door haar gestelde belemmerende omstandigheden zelf op te vangen en/of daarvoor een voorziening te treffen. De klacht wordt daarom op dit punt gegrond verklaard. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: C/05/385511 / KL RK 21-47
tussenbeslissing van de kamer voor het notariaat
op de klacht van
[K.],
wonende te […],
klaagster,
gemachtigde: mr. W.A.L.D.I. van Slagmaat,
tegen
[N.],
notaris te […].
Partijen worden hierna respectievelijk klaagster en de notaris genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit
- de klacht, met bijlagen, van 15 maart 2021
- het verweer van de notaris van 7 mei 2021
1.2 De klachtzaak is ter zitting van 9 juli 2021 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster enerzijds en de notaris anderzijds. De gemachtigde van klaagster heeft pleitaantekeningen voorgedragen.
2. De feiten
2.1 Op 6 september 2010 is overleden [V.] (hierna: erflater), vader van klaagster en haar drie broers. Erflater had in 1974 middels een testament over zijn nalatenschap beschikt.
2.2 Op 5 augustus 2015 heeft de notaris in de nalatenschap van erflater een akte houdende vaststelling erfdelen opgesteld.
2.3 Op 15 december 2015 heeft de moeder van klaagster en haar drie broers bij gewijzigd testament (hierna: het testament van 2015) over haar nalatenschap beschikt.
2.4 Op 2 februari 2017 heeft klaagster (in de nalatenschap van de vader van klaagster) alsnog per volmacht de akte vaststelling erfdelen van 5 augustus 2015 ondertekend.
2.5 Op 23 september 2018 is overleden [M.] (hierna: erflaatster), moeder van klaagster en haar drie broers.
2.6 Op 12 november 2018 heeft klaagster van de notaris het bericht ontvangen dat zij bij het testament van 15 december 2015 is onterfd.
3. De klacht en het verweer
3.1 Klaagster verwijt de notaris dat zij tekort is geschoten in haar zorg- en informatieplicht ten opzichte van klaagster als erfgenaam in de nalatenschap van haar vader en als legitimaris in de nalatenschap van haar moeder. De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:
Klachtonderdeel 1) Bij de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klaagster heeft de notaris verwijtbaar nagelaten te anticiperen op de gevolgen die het testament van 15 december 2015 voor klaagster zou hebben.
Klachtonderdeel 2) Bij het opstellen van het testament van 15 december 2015 heeft de notaris zich uitsluitend laten leiden door de belangen van de jongste (niet onterfde) broer van klaagster en gehandeld in strijd met het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid (hierna: het Stappenplan) Klaagster betwijfelt bovendien of er een rechtsgeldig testament is, dat rechtsgeldig is ondertekend, nu zij de originele door haar moeder ondertekende versie niet heeft gezien.
Klachtonderdeel 3) Bij de afwikkeling van het testament van de moeder van klaagster heeft de notaris als (mede)executeur onvoldoende voortvarend en ook overigens niet adequaat opgetreden.
3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling
4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
4.2 De kamer ziet aanleiding in het kader van deze tussenbeslissing uitsluitend het meest verstrekkende argument van klaagster te bespreken, te weten het derde klachtpunt van klachtonderdeel 2), namelijk het bestaan van een rechtsgeldig testament dat rechtsgeldig is ondertekend.
4.3 Klaagster heeft ter zitting haar twijfels op dit punt herhaald en toegelicht. De notaris van haar kant heeft aangeboden de kamer - onder geheimhouding - een copie van het ondertekende testament te verstrekken.
4.4 De kamer heeft tegen elkaar afgewogen de belangen van geheimhouding, vertrouwen, verantwoording en van hoor en wederhoor zoals die in deze context aan de orde zijn en komt daarbij tot de conclusie dat er in deze zaak redenen zijn om uit het midden van de kamer een vertegenwoordiger aan te wijzen om in bijzijn van klaagster bij de notaris op kantoor de voor haar relevante passage uit het testament en de laatste pagina van de minuut van de akte in te zien.
4.5 De uitkomst van deze inzage wordt meegenomen bij de verdere beoordeling van het derde klachtpunt van klachtonderdeel 2), waarna ook een beslissing op de andere klachtpunten en -onderdelen van deze zaak zal worden genomen.
4.6 Dit leidt tot de volgende tussenbeslissing.
5. De tussenbeslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden
- stelt de notaris en klaagster in de gelegenheid binnen twee weken na dagtekening van deze beslissing per e-mail aan het secretariaat te berichten welke dag(del)en zij in de periode tussen 16 en 27 augustus 2021 beschikbaar zijn voor een inzage als hierboven omschreven op het kantoor van de notaris;
- houdt iedere verdere beslissing op de klacht aan.