Zoekresultaten 2721-2730 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0077 Kamer van toezicht Amsterdam 386040 / NT RK 07-44 AB

    De notaris verleent gedurende meer dan één jaar de waarneming, zonder dat ontheffing van de aan de waarneming gestelde maximumtermijn van een jaar is verleend. Schorsing.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0071 Kamer van toezicht Amsterdam 382823 / NT 07-40 Pee

    De notaris komt bij herhaling zijn verplichtingen ex artikel 112 lid 1 van de Wet op het notarisambt niet na. Schorsing voor de duur van één dag.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0065 Kamer van toezicht Amsterdam 356210 / NT 06-48 en 356218 / NT 06-49 AB

    Termijn artikel 99 lid 12 Wna.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0078 Kamer van toezicht Amsterdam 387178 / NT 07-46 Pee

    Schending geheimhoudingsplicht. Klager heeft onvoldoende feiten gesteld waaruit die schending zou blijken. De enkele stelling dat niet goed is voor te stellen hoe de zuster anders dan uit het dossier van [H] aan zijn financiële gegevens is gekomen, is daartoe onvoldoende. 

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0066 Kamer van toezicht Amsterdam 381494 / NT 07-37 Pee

    De kandidaat-notaris twijfelt – met de ex-echtgenote van klager – terecht aan de rechtsgeldigheid van de opzegging door klager van de opdracht aan de Makelaar. Onder deze omstandigheden heeft de kandidaat-notaris correct gehandeld door het geld onder zich te houden, omdat hij daarmee de belangen van alle bij de transactie betrokken partijen zoveel mogelijk heeft gewaarborgd.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0073 Kamer van toezicht Amsterdam 377431 / NT 07-27 Pee

    Beoordeling wilsbekwaamheid.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0067 Kamer van toezicht Amsterdam 382036 / NT 07- 38 Pee

    De notaris wordt verweten dat hij eigenhandig twee geheel nieuwe bepalingen in de allonge heeft opgenomen. Gelet op de duur van de bijeenkomst ten kantore van de notaris, alsmede het feit dat de tekst van de allonge in ieder geval één keer is aangepast, is niet aannemelijk dat over de inhoud van de allonge in het geheel niet is gesproken. Het is evenwel de vraag of de notaris de consequenties van de allonge voldoende duidelijk heeft gemaakt. Mogelijk heeft de notaris tijdens de bijeenkomst de risico’s onvoldoende in – wat klager noemt – gewone mensentaal duidelijk gemaakt. Aan de andere kant is niet gebleken dat klager meer dan de gebruikelijke zorg behoeft.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0074 Kamer van toezicht Amsterdam 370724 / NT 07-12 Pee

      De slotsom van het voorgaande is dat de notaris hoe dan ook de gelden aan klaagster dient uit te keren. Dat hij zekerheidshalve een pas op de plaats heeft gemaakt is echter te begrijpen, omdat klaagster aan de notaris tegenstrijdige berichten heeft doen uitgaan over het al dan niet bestaan van een depotovereenkomst, waardoor de notaris in onzekerheid kwam te verkeren.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0059 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-12 en 07-17

    De tuchtnorm In algemene zin rust de wettelijke norm, vastgelegd in artikel 98 van de Wet op het notarisambt, zowel op notarissen als op kandidaat­-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de in dit artikel beschreven zorg voor degenen voor wie zij optreden worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat­-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. De transacties in het algemeen De kandidaat­-notaris is in ernstige mate in gebreke gebleven bij de uitoefening van haar werkzaamheden ter ondersteuning en als waarnemer van de notaris. De maatregel De Kamer acht, gezien de aard en de ernst van voormelde handelwijze van de kandidaat­-notaris en haar eigen verantwoordelijkheid in deze, de maatregel van ontzegging van de waarnemingsbevoegdheid voor de duur van twee weken passend. Zij heeft daartoe overwogen dat de ernst en het aantal van de schendingen van de aangehaalde tuchtnorm op zichzelf bezien een zwaardere maatregel rechtvaardigen. Van kandidaat-notarissen mag worden verwacht dat zij de op hen rustende wettelijke norm in acht nemen. Dit is te sterker het geval als de betrokkene - zoals zich ook bij de kandidaat-notaris in enkele van de behandelde gevallen heeft voorgedaan - optreedt als waarnemer van een notaris en daarmee ook extern een zelfstandige rol vervult. Tegenover al dergelijke aspecten staan echter ook bijzonderheden in deze zaak die zich verzetten tegen oplegging van een zwaardere maatregel. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar [afhankelijke] positie op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0060 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-11, 07-16, 07-22, 08-01

    De rol van de notaris bij de overdracht van onroerende zaken De notaris neemt in het algemeen een sleutelpositie in bij de handel in onroerend goed en daarmee ook bij het tegengaan van malafide onroerendgoedtransacties. De notaris is in dit verband verplicht om bij onroerendgoedtransacties de identiteit van zijn cliënten volgens de voorschriften van de Wid nauwkeurig te controleren, vast te stellen en deze identiteitgegevens op toegankelijke wijze vast te leggen in het dossier van de transactie. De bij een transactie verkregen informatie die in verband met de door de Minister van Justitie aangewezen indicatoren wijzen op een door de Wet Mot bedoelde ongebruikelijke transactie dient hij te melden bij het door de Wet Mot aangewezen Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, de Financial Intelligence­Unit Nederland [FIU-NL], te Zoetermeer. Van de notaris wordt verwacht dat hij zich bewust is van deze sleutelrol en daarnaar handelt. De transacties in het algemeen In de behandelde zaken komt de Kamer tot het oordeel dat de notaris in ernstige mate is tekortgeschoten in zijn uitoefening van het ambt van notaris. Dit uit zich onder meer in het meermalen niet door de notaris hebben voldaan aan de voor het notariaat geldende voorschriften, alsmede aan zijn zorgplicht voor een adequate organisatie van zijn kantoor - mede gelet op de gebrekkige dossiervoering - en ten slotte in het niet in eigen hand hebben kunnen houden van de regie van zijn personeel. Uit het door een notaris gehouden dossier moet kunnen blijken welke stappen hij volgens wettelijke voorschriften heeft genomen in de uitvoering van zijn ambtelijke werkzaamheden, opdat te allen tijde op eenvoudige wijze zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. De door de Kamer behandelde dossiers getuigen echter van het tegendeel. Van een notaris wordt voorts verwacht dat hij de organisatie van zijn kantoor in overeenstemming brengt en houdt met de eisen van het ambt. Hij is en blijft hiervoor verantwoordelijk, tenzij er sprake is van overmacht. Het laatste is echter gebleken, noch aannemelijk gemaakt. De Kamer gaat ook voorbij aan het verweer van de notaris van onbekendheid met de recente wetgeving, met name de Wid en de Wet Mot. Van een notaris wordt verwacht dat hij op de hoogte is van de voor het ambt geldende regelgeving en zich op de hoogte houdt en blijft houden van wetswijzigingen die van belang zijn voor het uitoefenen van zijn ambt. De maatregel Ingevolge artikel 98 lid 4 Wna blijven notarissen die niet meer als zodanig werkzaam zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten gedurende de tijd dat zij als zodanig werkzaam waren. Ook aan hen kunnen derhalve de in artikel 103 Wna genoemde maatregelen worden opgelegd. Dit is slechts anders indien het een maatregel betreft die zich uit zijn aard er niet voor leent om alsnog te worden opgelegd, te weten de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt of van ontzetting uit het ambt. De ernst en het aantal van de vastgestelde schendingen van de aangehaalde tuchtnorm zijn dermate zwaarwegend, dat zij op zichzelf bezien een zwaardere maatregel rechtvaardigen dan die van waarschuwing of berisping -  namelijk van schorsing in de uitoefening van het ambt of van ontzetting uit het ambt  - , ware het niet dat de notaris inmiddels is gedefungeerd. Gelet op zijn huidige hoedanigheid van oud-notaris komt de Kamer daarom niet toe aan een toemeting van één van de maatregelen in de zwaarste categorie genoemd in artikel 103 Wna. De Kamer zal daarom de maatregel van berisping aan de oud-notaris opleggen, als de zwaarste maatregel die in deze voor de Kamer als tuchtrechtelijk college nog resteert.