Zoekresultaten 13551-13560 van de 13838 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/087

    Klaagster verwijt verloskundige dat zij (1) onzorgvuldig heeft gehandeld met name door op door klaagster afgegeven signalen geen actie te hebben ondernomen en (2) niet inzichtelijk te hebben gemaakt volgens welke protocollen in praktijk waar zij regelmatig als zelfstandig verloskundige werkzaam is wordt gewerkt. Regionaal Tuchtcollege acht eerste onderdeel van klacht in zoverre gegrond dat de verloskundige in ieder geval nogmaals de hartslag van de foetus had moeten meten en voorts meer de vinger aan de pols had moeten houden en legt de maatregel van waarschuwing op. Tweede klachtonderdeel wordt ongegrond bevonden. In hoger beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat verloskundige gehandeld heeft volgens de geldende standaarden en dat niet is gebleken van omstandigheden die aanleiding hadden moeten zijn om anders te handelen. Eerste klachtonderdeel wordt alsnog ongegrond verklaard en opgelegde maatregel vervalt daarmee.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/130

    De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/240

    Klaagster verwijt longarts dat trombose is ontstaan door stoppen van profylactische stolling. Regionaal Tuchtcollege acht het gevoerde beleid juist. Klaagster wordt in het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0277 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/121

    Klacht tegen psychotherapeut/GZ-psycholoog. Klager heeft de klacht in beroep ingetrokken. De behandeling van de klacht wordt gestaakt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/163

    De huisarts heeft aan de voormalige echtgenote van klager een verklaring afgegeven waarin hij heeft verklaard dat hij haar in de voorgaande 20 jaar niet psychiatrisch heeft behandeld. Klager verwijt de huisarts dat deze verklaring onjuist is en dat hij daarmee de arts-patiënt relatie heeft geschonden. Daarnaast verwijt hij de huisarts dat hij de voormalige echtgenote heeft ingelicht over het feit dat klager een tuchtklacht tegen hem had ingediend. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/131

    De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis tot aan haar overlijden. Hij verwijt beide artsen dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die zij van hen mocht verwachten door onder andere te weigeren euthanasie toe te passen, met als gevolg dat patiënte onnodig heeft geleden en er sprake was van langdurige verstikking. Zowel de internist-oncoloog als de internist-endocrinoloog hebben de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klachten afgewezen omdat niet is gebleken dat patiënte zèlf de wens tot euthanasie had uitgesproken. Ook voor het overige zijn de klachten wegens gebrek aan feitelijke grondslag afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0278 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/137

    Klacht tegen fysiotherapeute over behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege Zwolle heeft de fysiotherapeute berispt en publicatie van de beslissing bepaald (no. 142/2008 ). De fysiotherapeute wordt in het beroep niet ontvankelijk verklaard omdat het beroep na het verstrijken van de zes weken termijn is ingediend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/009

    De klacht betreft het medisch handelen van een verzekeringsgeneeskundige die in het kader van een beroepsprocedure op verzoek van het UWV diende te reageren op de rapportage van een door de bestuursrechter ingeschakelde psychiater. Het RTG te Groningen wijst de klacht af en gelast de publicatie. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0285 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/315

    Klager genoot een uitkering krachtens de ziektewet. Klager is bij de verzekeringsarts op spreekuur geweest voor een beoordeling in het kader van reïntegratie. Nadat klager geweigerd heeft toestemming te geven voor het opvragen van informatie bij de curatieve sector heeft de arts de opdrachtgever gemeld dat een beoordeling niet mogelijk was. Klager verwijt de arts dat hij tegen de afspraak klager in oktober in plaats van december heeft opgeroepen, ten onrechte zijn handtekening heeft gevraagd voor het opvragen van medische informatie terwijl klager nog op de wachtlijst stond en te veel informatie over klager heeft overgelegd. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager heeft het beroep te laat ingediend. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager om die reden niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/044

    De klacht betreft een verzekeringsarts die als geneeskundig adviseur werkzaam is in de particuliere verzekeringssector de mate van arbeidsongeschiktheid van klaagster heeft beoordeeld. Klaagster verwijt de verzekeringsarts - kort samengevat – 1. dat hij heeft getracht onafhankelijke deskundigen te beïnvloeden, 2. dat hij klaagsters privacy en zijn beroepsgeheim heeft geschonden, 3. dat hij arbeidskundige conclusies en beschouwingen presenteert hetgeen uitsluitend is voorbehouden aan arbeidsdeskundigen en 4. de schending van het inzage- en correctierecht. Het RTG te Zwolle acht de klachten 1, 2 en 4 (deels) gegrond, legt een waarschuwing op en gelast de publicatie. De arts komt in hoger beroep en klaagster stelt incidenteel beroep in. In het principaal appel wordt de bestreden beslissing bevestigd en in het incidenteel appel wordt klaagster niet-ontvankelijk verklaard met betrekking tot een nieuwe klacht alsmede de beslissing waarvan beroep bevestigd met publicatie.