Zoekresultaten 921-930 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:8 Accountantskamer Zwolle 13/1846 Wtra AK

      Klacht over door betrokkene gecontroleerde inbrengverklaring ex artikel 2:204a lid 2 BW. Voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene zijn onderzoek heeft verricht conform de ‘best practice rules’ als neergelegd in de Praktijkhandreiking 1101 en de Leidraad 7, en de regelgeving als neergelegd in NVCOS 3000. In wat klager heeft aangevoerd, ligt onvoldoende grond voor een conclusie dat betrokkene de gebruikte cijfers in enigerlei mate voor onjuist moest houden. Volgt ongegrondverklaring.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:5 Accountantskamer Zwolle 13/1475 Wtra AK

    Tekort PE-punten geconstateerd tijdens kantoortoetsing AA

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:6 Accountantskamer Zwolle 13/965 Wtra

      Klacht over m.n. te hoge waardering van voorraden in de door betrokkene gecontroleerde jaarrekeningen. Het merendeel van de klacht is vanwege de toerekening van de kennis en wetenschap van de statutair bestuurder aan alle klagers door overschrijding van de zes- dan wel driejaarstermijn van artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. De resterende wel ontvankelijke klachtonderdelen zijn ongegrond.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:4 Accountantskamer Zwolle 13/1507 Wtra AK

    Tekort PE-punten geconstateerd tijdens kantoortoetsing AA

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:2 Accountantskamer Zwolle 13/1043 Wtra AK

      Tuchtrechtelijke klacht na succesvolle klacht bij klachtencommissie NIVRA-NOvAA. Tuchtrechtelijke klacht is deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn, deels gegrond en deels ongegrond. Het gegronde deel van de klacht ziet op het niet verwerken van een bankrekening in de jaarrekening en het verwerken van onjuiste saldi van twee andere bankrekeningen, wat leidt tot de conclusie dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. In de omstandigheden ligt onvoldoende grond voor het opleggen van een maatregel.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:3 Accountantskamer Zwolle 13/1068 Wtra AK

      Klaagster mocht aan de mailwisseling met betrokkene de verwachting ontlenen dat hij bepaalde werkzaamheden wel voor haar zou verrichten. In dit geval heeft betrokkene onvoldoende maatregelen genomen teneinde te voorkomen dat een misverstand zou ontstaan over de doelstelling en de reikwijdte van de verstrekte opdracht, over de omvang van zijn verantwoordelijkheid en anderszins over zijn rol. Dit leidt tot een schending van het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Geen aanleiding voor een maatregel doordat betrokkene nadien zorgvuldig heeft gehandeld door het tot zijn verantwoordelijkheid te rekenen om voor een oplossing zorg te dragen en nadelige financiële gevolgen voor klaagster te voorkomen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:1 Accountantskamer Zwolle 13/1020 Wtra AK

      Betrokkene is tijdelijk werkzaam geweest als openbaar accountant. Met ingang van een bepaalde datum heeft hij zich ingeschreven als accountant in business. Klaagsters stemmen in met offerte voor accountantswerkzaamheden (uitgebracht op een tijdstip waarop betrokkene nog ingeschreven stond als openbaar accountant en mede door hem ondertekend) van onderneming met welke betrokkene zegt geen enkele band te hebben. In reactie op de bezwaren van klaagsters tegen hoogte van declaraties worden zij door betrokkene verwezen naar een belastingadviseur die samen met betrokkene eigenaar is van een andere onderneming.    Een accountant in business die voor de helft eigenaar is van een onderneming is alleen al daarom verantwoordelijk voor door die onderneming gezonden facturen. Inhoudelijk is klacht over declaraties niet met feiten toegelicht en daarom ongegrond. Klacht inhoudend dat betrokkene een rookgordijn heeft opgeworpen (door eerst onder een bepaalde (handels)naam werkzaamheden als openbaar accountant te verrichten en de hiervoor vermelde offerte mede te ondertekenen en door daarna vrijwel alleen werkzaamheden vanuit een derde onderneming te verrichten) is gegrond. Het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid vergt dat een accountant bij het offreren van werkzaamheden en het declareren voor verrichte werkzaamheden zorgvuldig optreedt. De door betrokkene geschapen onduidelijkheid over zijn verantwoordelijkheid voor de verrichte werkzaamheden is in strijd met het fundamentele beginsel van professioneel gedrag voor zover dit inhoudt dat een accountant zich onthoudt van gedrag dat het accountantsberoep in diskrediet brengt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:75 Accountantskamer Zwolle 13/1476 Wtra AK

    Kantoortoetsing AA; berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:76 Accountantskamer Zwolle 13/935 Wtra AK

      Aan beoordeling of de betrokken accountant op enige wijze medewerking heeft verleend aan (mogelijke) valsheid in geschrifte c.q. paulianeus handelen komt de Accountantskamer niet toe, omdat de het klachtrecht v.w.b. deze klager daartoe verjaard is. De Accountantskamer geeft de Nba (Raad voor Toezicht) de aanbeveling een incidentenonderzoek te starten.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:77 Accountantskamer Zwolle 13/1302 Wtra AK

      Betrokkene staat twee groepen van vennootschappen bij die intensief samenwerken en onderling financieel verweven zijn, waarbij zich een en ander voorts afspeelt in een familieverhouding. Op verzoek van de bank wordt onderzocht op welke wijze de rekening-courant-verhoudingen tussen Nederlandse en de buitenlandse kunnen worden opgeschoond, in welk kader betrokkene een overzicht en uitwerking verstrekt. Daarna worden de rekening-courant-verhoudingen tussen de Nederlandse vennootschappen opgeschoond, waarbij geen rekening wordt gehouden met de rekening-courant-verhoudingen met en tussen de buitenlandse vennootschappen. Klacht over het niet betrekken van die laatste rekening-courant-verhoudingen is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Klacht over te eenzijdige behartiging van belangen en zich te veel laten leiden door de belangen van de ene groep vennootschappen gegrond. Van betrokkene had mogen worden verwacht, dat hij gezien de evidente risico’s verbonden aan het deels opschonen en de voor klaagsters op het spel staande belangen, klaagster had gewezen dat en welke risico’s (mogelijk) waren verbonden aan het slechts deel opschonen van de rekening-courant-verhoudingen. Voorts heeft betrokkene door het door zowel klaagsters als de andere groep van vennootschappen gestarte voorlopig getuigenverhoor alleen voor te bespreken met de andere groep van vennootschappen en niet ook met klaagsters en haar daarvan onkundig te houden onvoldoende de van hem te vergen distantie betracht. Betrokkene heeft door een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit en van deskundigheid en zorgvuldigheid niet nageleefd. De overige klachtonderdelen, onder meer betreffende het onder ede niet vertellen van de waarheid, zijn ongegrond bevonden. Volgt maatregel van waarschuwing.