Zoekresultaten 41-50 van de 1382 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:35 Accountantskamer Zwolle 22/1789 Wtra AK

    Klacht over niet integer handelen is ongegrond. Betrokkene heeft bemiddeld in een arbeidsgeschil tussen de universiteit en klager. Hij heeft daarin een civielrechtelijk standpunt ingenomen, waarvan hem geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:33 Accountantskamer Zwolle 22/1203 Wtra AK

    Klaagster heeft in 2017 een kantoortoetsing uitgevoerd en geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene verbetering behoeft. Betrokkene heeft in 2020 een verbeterplan ingediend, waarna klaagster in 2021 een hertoetsing heeft uitgevoerd. Klaagster stelt zich op het standpunt dat na hertoetsing het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk nog steeds niet voldoet. Daarover heeft zij een tuchtklacht ingediend. Die klacht is grotendeels gegrond. Betrokkene heeft niet voldaan aan de voorwaarde die klaagster had gesteld aan de acceptatie van het verbeterplan, namelijk dat betrokkene criteria opstelt waaruit volgt dat er periodiek een OKB wordt uitgevoerd. In een aantal toetsingsdossiers zijn tekortkomingen vastgesteld. Ook heeft betrokkene verzuimd om de monitoringsvragenlijsten tijdig in te sturen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van 18 maanden op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:34 Accountantskamer Zwolle 22/1195 Wtra AK

    Klaagster is deels niet-ontvankelijk in haar klacht, omdat de gebeurtenissen waarover de klacht gaat te lang geleden zijn. Dat betekent dat de Accountantskamer alleen inhoudelijk oordeelt over een aantal fouten in de jaarrekening 2014 van klaagster. Die klacht is deels gegrond. Betrokkene heeft de zekerheden, die de financier had bedongen bij het aangaan van de kredietovereenkomst ten behoeve van klaagster, niet danwel in onvoldoende mate in de toelichting op de balans opgenomen en beschreven. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:32 Accountantskamer Zwolle 22/1287 Wtra AK

    Derde klacht tegen een accountant die werkzaam is bij een trustkantoor. Volgens klager is het trustkantoor aan te merken als accountantskantoor en had betrokkene moeten zorgdragen voor een deugdelijk kwaliteitssysteem, omdat zij als enige accountant binnen de organisatie is aan te merken als beleids- en kwaliteitsbepaler. Klager verwijt betrokkene dat zij niet heeft zorggedragen voor een deugdelijk kwaliteitssysteem, dat zij geen maatregelen heeft getroffen bij niet-integer handelen van anderen, dan wel dat zij zich hiervan niet heeft gedistantieerd, dat zij in de eerdere tuchtprocedures de Accountantskamer onjuist heeft voorgelicht en dat zij ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in NV NOCLAR. De Accountantskamer is van oordeel dat het trustkantoor niet kwalificeert als een accountantskantoor in de zin in artikel 1 van de (destijds geldende) NVAK-aav. Omdat geen sprake is van een accountantskantoor, kan betrokkene niet worden gezien als beleids- en kwaliteitsbepaler in de zin van de toepasselijke regelgeving en is zij niet verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem. Daarom is het eerste klachtonderdeel ongegrond. De overige klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk, omdat daarover al eerder is geklaagd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:29 Accountantskamer Zwolle 22/1675 Wtra AK

    De klacht is ongegrond. Betrokkene wordt verweten de goede naam van klager in telefoongesprekken met oud-klanten van het kantoor te hebben aangetast. Wat in de telefoongesprekken door betrokkene is gezegd staat echter niet vast. Daarom is het verwijt niet gegrond. Betrokkene was niet gehouden klager eerst te horen over de door hem van een derde verkregen informatie alvorens een nader onderzoek in te stellen. Dat betrokkene niet de waarheid heeft gesproken over de reden van zijn vertrek bij zijn vorige werkkring is niet aannemelijk gemaakt. Het tuchtrecht strekt zich in beginsel niet uit tot het gebruikelijke sociaal verkeer tussen twee nieuwe collega’s.   

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:30 Accountantskamer Zwolle 22/1860 Wtra AK

    De maatschap waaraan betrokkene was verbonden had een vordering op een derde. In verband daarmee had die derde aan de maatschap een pandrecht op haar vorderingen gegeven. Tot die verpande vorderingen behoorden vorderingen op twee vennootschappen van klager. De maatschap is in 2015 een civiele procedure tegen klager gestart teneinde betaling van de vorderingen van de derde op klager te krijgen. Volgens klager heeft de maatschap excessief en onrechtmatig aan de derde (de pandgever) gedeclareerd en betrokkene wist dat. Klager verwijt betrokkene dat zij desondanks ermee heeft ingestemd dat de maatschap incassomaatregelen jegens zijn vennootschappen heeft genomen. Ook verwijt klager betrokkene dat zij jaarrekeningen van haar twee vennootschappen niet op tijd heeft gepubliceerd. Het klachtonderdeel over de te hoge declaraties en de inning van de verpande vorderingen is verjaard en overigens ongegrond. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de maatschap excessief en onrechtmatig heeft gedeclareerd. Het klachtonderdeel over de schending van de publicatieplicht is wel gegrond. Betrokkene had de jaarrekeningen op tijd moeten publiceren. Een waarschuwing is in dit geval op haar plaats.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:31 Accountantskamer Zwolle 22/1740 Wtra AK

    Het Openbaar Ministerie verwijt betrokkene in vervolg op de tegen hem aanhangig gemaakte strafzaak, dat hij facturen in de administraties van zijn vennootschappen heeft opgemaakt, opgenomen en/of heeft betaald, hoewel de omschrijvingen op die facturen niet kloppen met de werkelijkheid. Betrokkene is strafrechtelijk veroordeeld, maar heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld dat nog moet worden behandeld. De Accountantskamer oordeelt dat betrokkene eraan heeft meegewerkt en geaccepteerd dat gedurende een ruime periode (2013 t/m 2017) in totaal twaalf facturen in het maatschappelijk verkeer zijn gebracht die valse informatie bevatten en daardoor in ernstige mate de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit heeft geschonden. De inschrijving van betrokkene als accountant moet daarom worden doorgehaald en betrokkene mag zich pas na 10 jaar eventueel opnieuw inschrijven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:28 Accountantskamer Zwolle 22/1231 Wtra AK

    Betrokkene was jarenlang de accountant van een familiebedrijf. Tussen de beide vennoten is een conflict ontstaan. Er is een verdeling van de onroerende goederen en van de aandelen in het familiebedrijf besproken. Klagers zijn van mening dat betrokkene bij deze verdeling vooral het belang van de mede-vennoot heeft gediend. Daarnaast heeft betrokkene financiële informatie over het familiebedrijf niet met klagers als bestuurder / aandeelhouder willen delen. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond, omdat betrokkene zijn rol in het conflict onvoldoende duidelijk heeft gemaakt, waardoor een bedreiging van zijn objectiviteit is ontstaan. Hij heeft die bedreiging onvoldoende onderkend en ten onrechte een maatregel daartegen achterwege gelaten. Ook had betrokkene de financiële informatie, waarop klagers als bestuurder van het familiebedrijf recht heeft, moeten verstrekken. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:26 Accountantskamer Zwolle 22/927 Wtra AK

    Betrokkene heeft in het kader van een procedure over de verdeling van pensioenrechten naar aanleiding van een echtscheiding, op verzoek van de advocaat van een van beide partijen in deze procedure een rapportage opgesteld. Het doel van deze rapportage was om in kaart te brengen of het verrichten van de ondernemingsactiviteiten van de ene echtgenoot in een eenmanszaak voorzienbaar nadelig is geweest voor de B.V. waarin de pensioenverplichting aan de andere echtgenoot was ondergebracht. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft een eenzijdig rapport opgesteld, met aannames die op zijn minst genomen discutabel zijn, zonder inzicht te verschaffen in (de cijfermatige gevolgen van) mogelijke alternatieven. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en van objectiviteit. Aan hem wordt de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van één maand opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:27 Accountantskamer Zwolle 22/1684 Wtra AK

    Klaagster heeft € 25.000 aan het kantoor van betrokkene uitgeleend. Betrokkene heeft zich hoofdelijk verbonden tot terugbetaling van die geldlening. Klaagster stelt dat betrokkene haar vertrouwen heeft misbruikt en heeft nagelaten te waarschuwen voor de risico’s die kleven aan de overeenkomst van geldlening. Toen zij de uitgeleende som opeiste, ging betrokkene niet direct tot betaling over. In dat kader klaagt klaagster erover dat betrokkene onprofessioneel heeft gehandeld. De Accountantskamer verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk, en deels ongegrond. Betrokkene had een voldoende aanvaardbare reden voor de niet onmiddellijke terugbetaling van de geldlening, zodat hij voldoende professioneel heeft gehandeld.