Zoekresultaten 12821-12830 van de 42312 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-240

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Hoewel de bedrijfsarts het telefonisch contact tussen hem en de psychologe niet heeft opgenomen in het medisch dossier, wat wel de voorkeur had verdiend, is het College van oordeel dat deze omissie in de gegeven omstandigheden niet van dien aard is dat dit een tuchtmaatregel rechtvaardigt. Ook achteraf bezien is er geen sprake van een verzuimspreekuur en conform de Wet Verbetering Poortwachter is een verplichte schriftelijke terugkoppeling dan niet vereist. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht afgewezen.        

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2019/01

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is enkele jaren geleden gedwongen opgenomen geweest. Verweerster was bij haar behandeling tijdens deze opname betrokken. Klaagster vindt dat ze tijdens de opname onheus is bejegend door verweerster. Het college is van oordeel dat – voor zover de verwijten al te relateren zijn aan verweerster – niet is komen vast te staan dat zij klaagster onheus heeft bejegend. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:90 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-765/DH/RO

    Klaagster klaagt namens haar zoon die psychiatrische problemen heeft. Verweerder heeft een kwestie betreffende de terugvordering van het PGB van de zoon onvoldoende adequaat en voortvarend behandeld en heeft daarmee de belangen van de zoon geschaad. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:84 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-523/DH/RO

    Tussenbeslissing. Bij de eerdere tussenbeslissing 7 januari 2019 is aan de deken te Den Haag opgedragen om nader onderzoek te doen. Omdat na de tussenbeslissing van 7 januari 2019 is gebleken van bezwaren ten aanzien van de inzet van de (huidige) Haagse deken in deze zaak, heeft de raad beslist de zaak voor het onderzoek te verwijzen naar de deken Noord-Holland.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-018

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Het college is samenvattend van oordeel dat het rapport van de verzekeringsarts voldoet aan de criteria die het Centraal Tuchtcollege daaraan stelt. Het is het college niet gebleken dat de verzekeringsarts ondeskundig is op het gebied van neuralgische amyotrofie binnen de kaders van zijn werk als verzekeringsgeneeskundige. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/334607 KL RK 18-28

    Uit vaste jurisprudentie volgt dat voor het begin van de vervaltermijn bepalend is het moment waarop een klager redelijkerwijze kennis heeft kunnen nemen van de gebeurtenis of akte waarover hij of zij klaagt, niet het moment waarop klager tot de conclusie komt dat er sprake is van klachtwaardig handelen of nalaten.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2018/180

    Klacht tegen kinderarts. Verweerster zou tegen klaagster, de moeder van een patiënte van verweerster, hebben gezegd dat klaagster en haar echtgenoot patiënte te veel medicatie zouden geven. Verweerster heeft dit verwijt, dat onvoldoende onderbouwd is en geen steun vindt in het medisch dossier, gemotiveerd bestreden. De beschrijving van de gang van zaken van verweerster wordt voorts wel gesteund door het medisch dossier. De klacht is kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:85 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1016/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen collega-advocaat is kennelijk ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-194

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft betwist dat zij altijd te laat was met haar spreekuur, zodat dit niets is komen vast te staan. Overigens is het niet tuchtrechtelijke verwijtbaar wanneer dit wel eens gebeurt. De verzekeringsarts heeft in redelijkheid kunnen menen dat zij op basis van haar eigen onderzoek, mede gelet op de behandelinformatie die klaagster zelf had verstrekt, geen verdere informatie nodig had voor haar conclusie en advies. Onder de gegeven omstandigheden kan verweerster niet worden verweten dat zijn geen informatie bij behandelaars/derden heeft opgevraagd, toen klaagster hierom verzocht. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-831/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. In schriftelijk cassatieadvies heeft verweerder klager niet gewezen op de mogelijkheid van de HR om een zaak met toepassing van artikel 81 RO af te doen. Hoewel dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is,  is het wel aanbevelenswaardig om die afdoeningsmogelijkheid van de HR te vermelden om misverstanden (achteraf) te voorkomen. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.