Zoekresultaten 2961-2970 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410429 / KL RK 22-133

    Art 93 lid 1, 17 en 21 lid 1 Wna. Novitaris-arrest.Klagers verwijten de notaris dat hij ten onrechte zijn medewerking aan de levering van het pand heeft opgeschort. Het recht van klagers op levering van het pand is sterker dan de rechten die ING pretendeert te hebben uit hoofde van het op het pand rustende hypotheekrecht. Naar het oordeel van de kamer kon de notaris in dit geval in alle redelijkheid tot de afweging komen om zijn medewerking (vooralsnog) op te schorten, te meer omdat de omvang van het belang van ING substantieel genoeg was.De notaris staat immers buiten de bankrelatie tussen ING en X. Het is niet de taak van de notaris en hij heeft vanuit zijn positie ook onvoldoende mogelijkheden om uiteindelijk vast te stellen of en in hoeverre ING nog openstaande vorderingen heeft op X die gesecureerd worden door het op het pand rustende hypotheekrecht. Die taak is voorbehouden aan de civiele rechter en de notaris kan en mag niet op de stoel van de rechter gaan zitten. De door klagers geïnitieerde kort geding procedure bij de rechtbank Midden-Nederland is dan ook de aangewezen route om een gerechtelijke uitspraak te verkrijgen op basis waarvan de notaris kan acteren. Daarom heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:393 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-039/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klachten over een voormalig advocaat. De voorzitter verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. De rest van de klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/412578 / KL RK 22-158

    Het had op de weg van de notaris gelegen om bij klager sub 1) te verifiëren of hij ermee instemde om de verkoopopbrengst van de woning in depot te houden. De notaris heeft dit echter nagelaten om niet steekhoudend redenen. Zelfs als de nalatenschap van de moeder nog niet verdeeld zou zijn, was dit immers geen reden geweest om de verkoopopbrengst in depot te houden omdat de notaris in de verdeling van die nalatenschap geen taak had. Eveneens nalatig was het dat de notaris, nadat hij door de gemachtigde van klagers op uitbetaling van de verkoopopbrengst was aangesproken en uitbetaling had toegezegd, de verkoopopbrengst nog eens vier maanden in depot heeft gehoudenKlacht gegrond. Waarschuwing, motivering maatregel. Notaris, ook al was hij “huisnotaris” heeft zijn taak hier te ruim opgevat. Verzachtend werkt dat de notaris het depotbedrag wel al had terugbetaald  voordat klacht werd ingediend en dat de notaris volgens de openbare registratie niet eerder een tuchtmaatregel opgelegd kreeg.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1621

    Klacht tegen ambulanceverpleegkundige. De zoon van klaagster heeft 112 gebeld in verband met onwel worden van klaagster. Beklaagde is met de ambulance naar de woning van klaagster gekomen en heeft haar onderzocht. Hij heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was om klaagster over te brengen naar het ziekenhuis. Later die dag heeft de familie van klaagster opnieuw 112 gebeld en is klaagster na onderzoek door een ander ambulanceteam naar het ziekenhuis meegenomen. Onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat sprake was van een herseninfarct. Klaagster verwijt beklaagde een onjuiste en/of onzorgvuldige behandeling en onzorgvuldig onderzoek, een onjuiste diagnose en ten onrechte niet meenemen en/of doorverwijzen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4295

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in het ziekenhuis een cardiale ablatie via de lies ondergaan, waarna sprake was van een aanhoudende infectie. Er volgden meerdere opnames van klaagster. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification (hierna: PCF). Na overleg met Veilig Thuis hebben een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Deze melding werd uiteindelijk weer ingetrokken toen er geen aanwijzingen meer waren voor PCF. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder andere dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft gekeken, dat zij op een aantal momenten de gezondheidssituatie van klaagster verkeerd heeft ingeschat en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. De verpleegkundig specialist heeft de klacht bestreden. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. De verpleegkundig specialist heeft naar het oordeel van het college voldaan aan alle stappen van de Meldcode, zij mocht haar beroepsgeheim doorbreken om een melding te doen en zij heeft de situatie van klaagster voldoende zorgvuldig beoordeeld en gemonitord. Er valt de verpleegkundig specialist geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1321

    Klacht tegen verpleegkundige. Hij is als verpleegkundige bij Jeugdgezinszorg verbonden aan de school van de twee kinderen van klager. Veilig Thuis (VT) heeft beklaagde per e-mail op de hoogte gebracht dat het vanuit school een melding had ontvangen waarin zorgen zijn geuit over het gezin en hem gevraagd of VT hem in verband met het onderzoek voor informatie kon benaderen. Klager verwijt beklaagde schending van het beroepsgeheim door zonder klagers toestemming, zonder (een poging tot) overleg met klager en zonder noodzaak in een rapport aan VT informatie te verstrekken over klager en zijn minderjarige kinderen, zonder dat beklaagde hen ooit had gezien of gesproken. Bovendien bevat de verstrekte informatie tendentieuze opmerkingen, die klager zonder noodzaak in een negatief daglicht zetten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4294

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Klaagster heeft in het ziekenhuis een cardiale ablatie via de lies ondergaan, waarna sprake was van een aanhoudende infectie. Er volgden meerdere opnames van klaagster. Bij het behandelteam van klaagster, waar de chirurg onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification (hierna: PCF). Na overleg met Veilig Thuis hebben een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de chirurg, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Deze melding werd uiteindelijk weer ingetrokken toen er geen aanwijzingen meer waren voor PCF.Klaagster verwijt de chirurg onder andere dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding bij Veilig Thuis, dat zij als hoofdbehandelaar onvoldoende regie heeft gehad bij de behandeling, dat zij onjuiste behandelingen bij klaagster heeft uitgevoerd en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. De chirurg heeft de klacht bestreden. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. De chirurg heeft naar het oordeel van het college voldaan aan alle stappen van de Meldcode, zij mocht haar beroepsgeheim doorbreken om een melding te doen en zij heeft op meerdere punten zorgvuldig gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1138

    Klacht tegen gz-psycholoog. Aan klager is een tbs-maatregel opgelegd waardoor hij in de periode 2015-2017 in een tbs-kliniek heeft verbleven. De gz-psycholoog was in die periode bij de behandeling van klager betrokken. Klager maakt de gz-psycholoog in dat verband een viertal verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2022/07

    Hond. Het Veterinair Tuchtcollege heeft terecht geoordeeld dat de dierenarts geen overbodige of niet-geïndiceerde onderzoeken heeft uitgevoerd. De dierenarts heeft voldoende beargumenteerd waarom zij tot de diverse onderzoeken is overgegaan. Verder heeft het Veterinair Tuchtcollege terecht geoordeeld dat geen aanleiding bestaat voor de conclusie dat de dierenarts onderzoeken in rekening heeft gebracht die niet bij de hond van appellante zijn uitgevoerd. Ook is niet gebleken dat de dierenarts over de uitgevoerde onderzoeken onvoldoende met appellante heeft overlegd. Dit betekent dat appellante geen gelijk krijgt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2021/1137

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager verbleef sinds mei 2019 in de tbs-kliniek waar de gz-psycholoog werkzaam was. De gz-psycholoog was bij de behandeling van klager betrokken. Klager maakt de gz-psycholoog in dat verband een aantal verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.