Zoekresultaten 2951-2960 van de 42364 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3661

    Klacht tegen vertrouwensarts bij AMK. Kindje vertoonde vanaf enige tijd na haar geboorte een ernstige groeiachterstand (“failure to thrive”). Zij werd herhaaldelijk opgenomen in verschillende ziekenhuizen. Er werd geen medische oorzaak gevonden voor de achterblijvende groei en het uitblijven van inhaalgroei. Bij het geven van voeding via een centrale lijn was sprake van lijninfecties, die niet verklaard konden worden. Er werden breedspectrum antibiotica toegediend en er bleken steeds verschillende faecale bacteriën uit de genomen kweken, waarvan de bron onduidelijk bleef. Het kindje werd op 11 juni opgenomen in het ziekenhuis in verband met een septische shock. Na het inwinnen van een second opinion bij een ander ziekenhuis deed het ziekenhuis op 5 juli een melding bij het AMK. Het AMK schakelde de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in. De Raad heeft bij de kinderrechter een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft dat verzoek afgewezen, omdat er kort gezegd geen causaal verband was komen vast te staan tussen de diagnose PCF en een doen of laten door de ouders. Ook was niet gebleken van korte termijn risico’s op herhaling van groeistagnaties, omdat de hulpverlening was gestart en de ouders op dat moment volledig meewerkten. Deze beschikking van de kinderrechter is door het hof bekrachtigd. Op 17 januari heeft beklaagde aangifte van kindermishandeling gedaan tegen de ouders, klagers inde tuchtzaak.Klagers stellen onder meer dat beklaagde aan een tunnelvisie leed en, ondanks de rechterlijke uitspraken, zonder goede reden bleef volharden in een diagnose waar het dossier onvoldoende grondslag voor bood. Beklaagde heeft daardoor ten onrechte aangifte gedaan tegen klagers. Ook had zij een te grote persoonlijke betrokkenheid bij de zaak en mogelijk zelfs een persoonlijk motief omdat zij op het onderwerp PCF wilde promoveren.Het college overweegt dat het dossier reden tot grote zorg gaf. Zowel het ziekenhuis als de second opinion noemden PCF of PFD als mogelijke oorzaak. Ook het hof vond het waarschijnlijk dat het kindje slachtoffer is geworden van PCF, al stond volgens het hof niet vast dat de ouders daarvoor verantwoordelijk waren. Volgens het college was op het moment van aangifte het vermoeden van PCF nog steeds actueel. In het ziekenhuis had het kindje namelijk vanaf 5 juli – toen zij grotendeels afgezonderd werd van haar ouders en onder video-observatie kwam te staan – een consistente groei laten zien. De onverklaarbare lijninfecties met faecale bacteriën behoorden vanaf dat moment tot het verleden. De civiele rechterlijke uitspraken stonden volgens het college niet in de weg aan het doen van aangifte. Deze gaven slechts aan dat op het moment van de beoordeling volgens de normen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek geen aanleiding bestond voor de civiele maatregelen tot ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. De vraag of er tegenover het kindje een strafbaar feit was gepleegd, lag niet voor aan de kinderrechter en het hof. Het doen van aangifte had ook toegevoegde waarde, omdat het openbaar ministerie opsporingsbevoegdheden ten dienste staan waarover de Raad en het AMK niet beschikten. Dat beklaagde in de aangifte de ouders noemt, acht het college niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, nu PCF naar zijn aard als regel op betrokkenheid van een ouder of verzorgende wijst en beklaagde geen redelijke aanwijzingen had voor de feitelijke betrokkenheid van anderen. Dat beklaagde te persoonlijk betrokken was bij de casus, neemt het college niet aan, omdat uit het dossier blijkt dat binnen het AMK collegiaal is besloten tot het doen van aangifte en niet door beklaagde persoonlijk. De beschuldiging dat beklaagde een persoonlijk motief had bij de aangifte, omdat zij overwoog op het onderwerp PCF te promoveren, wijst het college af, omdat daarvoor geen redelijke aanwijzing is. Het college acht de klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1454

    Klacht tegen radioloog. Eind 2018 is bij klager een MRI-scan van de hersenen gemaakt. Klager verwijt de radioloog dat zij fraude heeft gepleegd bij het medisch onderzoek door het achterhouden van beelden van de MRI-scan waarop ernstige functionele hersenklachten dan wel hersenletsel te zien zouden zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4318

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Volgens klager heeft de huisarts onzorgvuldig gehandeld, omdat hij Olanzapine heeft voorgeschreven zonder voorafgaand consult terwijl daags daarvoor Temazepam was voorgeschreven. Volgens klager heeft de wisselwerking van deze medicijnen ertoe geleid dat hij in een psychose terecht is gekomen. Klager had aan de huisarts verteld dat de Temazepam niets voor hem deed, en dat hij ermee was gestopt. Er was dan ook voor de huisarts geen aanleiding om expliciet te adviseren om met Temazepam te stoppen. Maar er is ook geen contra-indicatie voor het voorschrijven van Olanzapine als reeds Temazepam is voorgeschreven. Het starten van de Olanzapine is juist een bewuste keuze geweest omdat er symptomen waren passend bij een (dreigende) psychotische decompensatie namelijk het horen van stemmen. Door aldus te handelen, zonder fysiek contact met klager, heeft de huisarts geen zorgvuldigheidsnorm geschonden. Er bestaat geen algemene regel die voorschrijft dat een huisarts geen medicatie mag voorschrijven zonder de patiënt zelf te hebben gezien. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1455

    Klacht tegen neuroloog. Eind 2018 is bij klager een MRI-scan van de hersenen gemaakt. Klager verwijt de neuroloog dat zij fraude heeft gepleegd bij het medisch onderzoek door het achterhouden van beelden van de MRI-scan waarop ernstige functionele hersenklachten dan wel hersenletsel te zien zouden zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4593

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Volgens klaagster heeft de huisarts onjuist gehandeld, omdat hij weigert een kopie van het medisch dossier van haar door zelfdoding overleden man te verstrekken ten behoeve van de aanvraag van een uitkering voor nabestaanden van (oud-)militairen. Het had naar het oordeel van het college op de weg van klaagster gelegen om aannemelijk te maken op welke specifieke nabestaandenregeling zij een beroep wilde gaan doen, welke informatie zij daarvoor gehouden is aan te leveren (en bijvoorbeeld ook of dit om het gehele huisartsenjournaal zou gaan of dat zou kunnen worden volstaan met beperkte gedeelten hiervan), aan wie die informatie ter hand zou worden gesteld en of een aanvraag van die uitkering al in gang was gezet, bij voorkeur onderbouwd met bewijsstukken hiervan. Nu klaagster dit heeft nagelaten, heeft de huisarts zich terecht op het standpunt gesteld dat klaagster hem onvoldoende (concrete) informatie over het financiële belang heeft verschaft om te kunnen bepalen of sprake is van een zwaarwegend belang, dat zodanig is dat dit tot doorbreking van zijn beroepsgeheim moest leiden. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:49 Raad van Discipline Amsterdam 22-745/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:50 Raad van Discipline Amsterdam 22-673/A/A

    Raadsbeslissing; (Gedeeltelijk) gegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in strijd met gedragsregel 8 ter onderbouwing van het spoedeisend belang van haar cliënt in haar berichtgeving aan de rechtbank (en in de concept-dagvaarding) te spreken van een huurovereenkomst met ontbindende voorwaarde, terwijl er nog slechts sprake was van een intentieverklaring. De raad volstaat met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel, omdat verweerster een relatief onervaren advocaat is die onder grote tijdsdruk de concept-dagvaarding en de aanbiedings-e-mail (met onjuiste mededeling) aan de rechtbank heeft geschreven. Ook betrekt de raad het feit dat niet is gebleken dat verweerster met opzet deze verkeerde mededeling heeft gedaan, maar dat zij zelf in de overtuiging verkeerde dat in de gegeven omstandigheden kon worden gesproken van een huurovereenkomst met ontbindende voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:51 Raad van Discipline Amsterdam 22-793/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij gedeeltelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang. Een mogelijke belangenverstrengeling kan alleen relevant zijn in de verhouding tussen de verschillende cliënten van verweerder onderling. Voor het overige is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3311

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Naar het oordeel van het college heeft klager onvoldoende gesteld welke feitelijke gedragingen van de huisarts aan de tuchtklacht ten grondslag liggen. De enkele stelling dat de procedures in haar praktijk niet gaan zoals deze zouden moeten gaan is daarvoor onvoldoende, reeds omdat onduidelijk is op welke procedures in de praktijk van verweerster de klacht betrekking heeft. Overigens heeft de toelichting op de klacht louter betrekking op het handelen van (waarnemende) huisartsen. Verweerster is in die periode niet persoonlijk betrokken geweest bij de zorg aan klager, zodat zij daarvoor niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:46 Raad van Discipline Amsterdam 23-114/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van de inhoud van zijn e-mailberichten aan het hof. Kennelijk ongegrond.