Zoekresultaten 16231-16240 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:43 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180015

    Verzoek aanwijzing van een advocaat om hoger beroep in te stellen tegen een uitspraak in kort geding (artikel 13 Advocatenwet). Het beklag is ongegrond. De argumenten die klaagster in haar verzoek en in verdere correspondentie heeft vermeld, leveren onvoldoende grond op voor aanwijzing van een advocaat.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-349

    Klacht tegen eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerster bij de behartiging van de belangen van klaagster buiten haar opdracht is getreden, nu de opdracht aan verweerster ruimer was dan klaagster thans heeft gesteld. Verder moet klaagster helder zijn geweest dat hoger beroep niet meer aan de orde was met het treffen van een minnelijke regeling. Klacht ongegrond.  mededelingen van de griffier ter informatie:

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-230b

      Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Van de huisarts had mogen worden verwacht dat zij lichamelijk onderzoek met een verder uitgediepte anamnese zou verrichten nu klaagster bijna tien jaar geleden de praktijk voor het laatst had bezocht. Enkel observeren is onvoldoende. Een doorverwijzing heeft plaatsgevonden. De klacht over een hoorbaar mondeling overleg over een patiënt in de wachtkamer is terecht, maar geen tuchtrechtelijk verwijt. Overige klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-834

    Tussenbeslissing met terugverwijzing van de klacht naar deken voor nader onderzoek. Klacht over haar eigen advocaat die in langdurig echtscheidingsgeschil van klaagster werkzaamheden voor haar heeft verricht. Verwijten betreffen onder meer de kwaliteit van de dienstverlening die volgens klaagster onder de maat is geweest alsmede de hoogte van de declaraties van verweerder, die volgens klaagster te ruim in de zin van excessief waren. Het bindend advies van Geschillencommissie Advocatuur kan voor tuchtrechter relevant zijn, maar die beslissing bindt de tuchtrechter niet. De raad acht zich niet in staat op grond van de overgelegde stukken, in het bijzonder de processtukken en declaraties met urenspecificaties, om te beoordelen of verweerder verwijtbaar heeft gehandeld. De raad bepaalt dat na ontvangst van het onderzoeksverslag van de deken een nieuwe zitting zal worden gehouden en dat iedere verdere beslissing in afwachting daarvan wordt aangehouden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:37 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-1049

    Voorzittersbeslissing: de voorzitter oordeelt de klachten over verweerster als advocaat van de wederpartij in een geschil over alimentatie kennelijk ongegrond. Pogingen tot minnelijke regeling mislukt maar daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Niet gebleken van het voeren van onnodige procedures op basis van onjuiste standpunten en feiten, die juist als processtrategie kunnen worden aangemerkt. Vrijheid van handelen. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:39 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170225

    Hoger beroep tegen de afwijzing door de raad van het wrakingsverzoek van klaagster. Geen rechtsmiddel. Aan de beoordeling of zich een uitzonderingsgrond voordoet wordt niet toegekomen nu het appel is ontvangen na afloop van de beroepstermijn. Het door klaagster opgeworpen bevoegdheidsincident wordt eveneens afgewezen, nu de benoemingen van de leden van de zitttingscombinatie voldoen aan alle wettelijke voorschriften.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:38 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-1045

    Voorzittersbeslissing: klacht tegen advocaat wederpartij in familiegeschil. Verzoek van verweerster aan wijkagent om te bemiddelen in geschil met klager over ongewenste documenten op zijn website. Naar oordeel van voorzitter stond het verweerster vrij om een dergelijk bemiddelingsverzoek te doen. De wijkagent heeft aan het verzoek van verweerster gehoor gegeven door daarna een bezoek te brengen aan klager. Dat klager dat bezoek van de wijkagent als intimiderend heeft ervaren, kan verweerster niet worden toegerekend. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170224

    Hoger beroep tegen de ongegrondverklaring van het verzet door de raad. Appelverbod. Het beroep op doorbreking van het appelverbod gaat niet op. Het door klaagster opgeworpen bevoegdheidsincident, inhoudende dat de zittingscombinatie niet bevoegd is, wordt afgewezen op de grond dat bij de diverse benoemingen aan alle wettelijke voorschriften is voldaan.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-413

    Verzet gegrond nu de voorzitter bij de beoordeling van de klacht geen kennis heeft gehad van het vonnis dat klager in verzet heeft overgelegd. Klacht ongegrond omdat het vonnis niet tot een ander oordeel leidt.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/327807 KL RK 17-157

    Moeder was indirect partij bij een aandelentransactie in 2004. Klager en de echtgenoot van de zus waren eveneens bij die aandelentransactie betrokken. Als gevolg van die transactie is er bij de afwikkeling van de nalatenschap van vader een conflict ontstaan tussen klager en de zus. De notaris heeft de zus bijgestaan bij dit conflict. Dit heeft geresulteerd in een concept-vaststellingsovereenkomst, waarbij klager, moeder en de zus als partijen betrokken waren. In de concept-vaststellingsovereenkomst stond dat moeder in haar testament haar woning zou legateren aan de zus. Gelet op artikel 22 Vbg had de notaris het testament van moeder niet mogen passeren. De omstandigheid dat de eerste bespreking met moeder heeft plaats gevonden met een kandidaat-notaris van het kantoor, maakt dit niet anders aangezien artikel 22 Vbg ook geldt voor de kantoorgenoten van de notaris.   Omdat de notaris eerder als partijadviseur van de zus betrokken is geweest bij de concept-vaststellingsovereenkomst, heeft de notaris niet meer objectief kunnen beoordelen of moeders wil tot uiting kwam in haar testament. Ter zitting heeft de notaris blijk gegeven dat hij zich dit tegenstrijdig belang gerealiseerd heeft. Gelet op dit tegenstrijdig belang had de notaris moeten doorverwijzen naar een andere notaris, niet verbonden aan zijn kantoor. Nu hij dit heeft nagelaten, heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De kamer acht de klacht daarom gegrond.   Gezien de feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van schorsing uit het ambt voor de duur van één week passend en geboden.