Zoekresultaten 2521-2530 van de 42209 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-258/DH/A/W

    Wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk omdat het te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-155/AL/GLD

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4083

    Ongegronde klacht tegen huisarts. Klager, die de klacht namens zichzelf en niet namens zijn moeder indient, verwijt de huisarts dat zij gegevens die zij op professionele wijze, als huisarts van de moeder, heeft verkregen, onterecht met andere familieleden van klager en nabije contacten heeft gedeeld. Hierdoor is het vertrouwen dat de familieleden in klager hadden wat betreft de zorg voor hun moeder afgenomen. Door het sturen van haar e-mail naar onder meer de familie van klager, is klager van mening dat de huisarts zijn positie behoorlijk heeft ondermijnd. Met de huisarts is het college van oordeel dat het beter was geweest als de huisarts eerst met klager contact zou hebben opgenomen om te vragen hoe het gesprek met de moeder (over het mogelijk instellen van mentorschap) wat hem betreft was verlopen, voordat zij haar e-mail naar klager en anderen verstuurde. Dat zij dat niet heeft gedaan is niet netjes, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voorts had de huisarts beter eerst, voordat zij haar e-mail verstuurde, bij klager kunnen navragen naar wie hij eerder zijn e-mail met de aanhef “beste allemaal” had verstuurd. Dat zij dat heeft nagelaten is echter evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-157/DB/ZWB

    Advocaat heeft er op moeten kunnen en mogen vertrouwen dat met de uitspraak van de raad van 23 mei 2022 aan de tuchtzaak, die klaagster jegens de advocaat aanhangig had gemaakt, een einde was gekomen. Klaagster miskent hiermee dat in eerdere tuchtrechtprocedures bij herhaling door de tuchtrechter is vastgesteld dat er geen sprake is van door verweerster gepleegd bedrog. Nadat over een kwestie door de tuchtrechter onherroepelijk is geoordeeld, kan deze kwestie niet steeds weer opnieuw aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Gebruikmaking van het tuchtrecht op deze wijze is naar het oordeel van de voorzitter misbruik van recht. Klaagster moet er daarom rekening mee houden dat een volgende klacht tegen verweerster door de deken respectievelijk de raad buiten behandeling zal worden gesteld.Klacht kennelijk niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5003

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Een minderjarige bezocht de HAP in verband met buikklachten. De huisarts heeft hem naar huis gestuurd. De volgende dag bezocht de minderjarige opnieuw de HAP, waarna hij meteen werd verwezen naar de SEH. Kort daarna is zijn rechterzaadbal operatief verwijderd. De minderjarige en zijn vader verwijten de huisarts dat hij 1) niet adequaat heeft gereageerd op de anamnestische gegevens van een vergroot en gevoelig scrotum – aangevuld met de informatie van de vader en de minderjarige - en een afwijkende uitslag van het urineonderzoek en 2) dat hij niet volgens de NHG Farmacotherapeutische Richtlijn ‘Acute epididymitis’ heeft gehandeld door geen acht te slaan op de pijn en roodheid van de rechterzijde van het scrotum. De huisarts heeft de klacht niet bestreden. De huisarts heeft veel spijt van het missen van de diagnose torsio testis. Het college is van oordeel dat de huisarts verder onderzoek had moeten doen. De minderjarige had weliswaar geen last van (zichtbare) afwijkingen aan zijn scrotum of van acute pijn, maar gezien zijn overige klachten (buikpijn en een gevoelige rechtertestikel) en zijn leeftijd had de huisarts moeten overleggen met en verwijzen naar een uroloog, zoals voorgeschreven in genoemde richtlijn, in geval van twijfel over de diagnose. Door dat na te laten heeft de huisarts niet de zorg betracht die van hem mocht worden verwacht. Het college verklaart de klacht gegrond. Gelet onder meer op het feit dat de huisarts lering heeft getrokken uit deze zaak, heeft gereflecteerd op zijn handelen en spijt heeft betuigd, is het college van oordeel dat met een waarschuwing kan worden volstaan. Het college heeft voorts het verzoek van klagers van kostenveroordeling toegewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:52 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-180/DB/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond: verweerder valt niets te verwijten en de omstandigheid dat verweerder lid is van de raad van discipline Den Haag staat het optreden van verweerder in een tuchtrechtprocedure bij een andere raad van discipline niet in de weg. De klachten betreffende de maatschap, gezagsverhouding en rechtspersoonlijkheid zijn niet alleen onbegrijpelijk maar missen ook relevantie ten aanzien van de gedragingen van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij in de tuchtrechtprocedures en zijn dus kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:35 Accountantskamer Zwolle 22/1789 Wtra AK

    Klacht over niet integer handelen is ongegrond. Betrokkene heeft bemiddeld in een arbeidsgeschil tussen de universiteit en klager. Hij heeft daarin een civielrechtelijk standpunt ingenomen, waarvan hem geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/3990

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De moeder van klaagster (hierna: patiënte) is na een val opgenomen in het ziekenhuis en daarna gedurende de opname in een pension overleden. Klaagster, een van de vier dochters van patiënte, vindt dat de verpleegkundige zorg in het pension ver onder de maat was omdat de lage saturatie telkens op zijn beloop werd gelaten en er geen actie werd ondernomen. Het college is van oordeel dat de verpleegkundige (tijdens haar dienst) adequaat heeft gehandeld. Er was geen reden om onmiddellijk tot actie over te gaan, zoals klaagster stelt. De verpleegkundige heeft, onder verwijzing naar het medisch dossier, gezegd dat zij en haar collega-verpleegkundige patiënte die dag veelvuldig hebben gemonitord, samen met een derde verpleegkundige. Er zijn diverse metingen van de saturatiewaarden gedaan en er is contact opgenomen met de (waarnemend) huisarts. Haar instructies (de volgende dag contact op te nemen met de eigen huisarts, en bij benauwdheid contact met de HAP) zijn opgevolgd. Dat sprake is geweest van een inadequate dossiervoering is niet gebleken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/3989

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De moeder van klaagster (hierna: patiënte) is na een val opgenomen in het ziekenhuis en daarna gedurende de opname in een pension overleden. Klaagster, een van de vier dochters van patiënte, vindt dat de verpleegkundige zorg in het pension ver onder de maat was omdat de lage saturatie telkens op zijn beloop werd gelaten en er geen actie werd ondernomen. Het college is van oordeel dat de verpleegkundige (tijdens haar dienst) adequate zorg heeft verleend en is gebleven binnen de grenzen van wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend verpleegkundige mag worden verwacht. De verpleegkundige heeft, onder verwijzing naar het medisch dossier, gezegd dat zij en haar collega-verpleegkundige patiënte die dag veelvuldig hebben gemonitord, samen met een derde verpleegkundige. Er zijn diverse metingen van de saturatiewaarden gedaan en er is contact opgenomen met de (waarnemend) huisarts. Haar instructies (de volgende dag contact op te nemen met de eigen huisarts, en bij benauwdheid contact met de HAP) zijn opgevolgd. Dat sprake is geweest van een inadequate dossiervoering is niet gebleken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:87 Raad van Discipline Amsterdam 22-845/A/A

    Ongegrond verzet. De klacht is op juiste gronden niet-ontvankelijk verklaard wegens het overschrijden van de vervaltermijn. Herhalingen van het handelen van verweerder waarover klager te laat heeft geklaagd (uitlatingen van verweerder) kunnen leiden tot tijdigheid van de klacht.