Zoekresultaten 10491-10500 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:24 Accountantskamer Zwolle 19/1482 Wtra AK

    Klaagster verwikkeld in geschil met haar familie over erfenis. Accountant, ingeschakeld door de familie, heeft informatie over haar aan belastingdienst gezonden. Informatie was niet ter zake doende. Klacht in zoverre gegrond. Klacht ongegrond voor zover die ziet op bejegening. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 072/2019

      taak bezwaarverzekeringsarts; professionaliteit; motiveringseisen deskundigenrapportage.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.181

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is TBS-gedetineerd op de instroomunit van een Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC) waar de gz-psycholoog behandelcoördinator is. De gz-psycholoog heeft in het kader van klagers hoger beroep tegen een TBS-verlengingsbeslissing op verzoek van het Gerechtshof een aanvullende rapportage uitgebracht. Klager is op enig moment in de kliniek slachtoffer geweest van een geweldsincident. Klager verwijt verweerster onheuse bejegening, onzorgvuldig rapporteren, het bieden van onvoldoende zorg en het zich niet houden aan gemaakte afspraken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.012

    Klacht tegen gz-psycholoog. De ex-echtgenote van klager verblijft met hun kinderen in een opvanghuis. In verband met zorgen over de kinderen heeft verweerster een verzoek om vervangende toestemming psychologische diagnostiek en behandeling opgesteld. Klager verwijt verweerster dat zij aan hem geen informatie over de kinderen en de gevraagde vervangende toestemming heeft gegeven en voorts heeft klager bezwaren tegen de inhoud en de tekst van die gevraagde toestemming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast eveneens publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/387

    Klager dient een klacht in tegen een arts met het verwijt dat zij misleidend is geweest door de ingeschakelde verzekeringsarts niet alle relevante medische informatie door te zenden, waardoor die verzekeringsarts aan tunnelvisie heeft geleden. Volgens klager had de arts alle relevante (medische) informatie had moeten doorzenden. Verweerster betwist dat zij dat niet zou hebben gedaan. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:82 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.185

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt verweerster onzorgvuldig te hebben gehandeld door (a) een ECG verkeerd te beoordelen en na te laten de uitslag van de troponinemeting tijdig te beoordelen, (b) bloeduitslagen onvoldoende te beoordelen, (c) het medisch dossier niet op te schonen en (d) klaagster te beschuldigen van grof taalgebruik. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het eerste klachtonderdeel zonder oplegging van maatregel gegrond verklaard en de overige klachtonderdelen verworpen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt, met een verwijzing naar artikel 74 lid 4 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de beslissing in eerste aanleg, legt ter zake van het eerste klachtonderdeel de maatregel van waarschuwing op en verwerpt het beroep van klaagster voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.226

      Klacht tegen huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft in deze zaak geoordeeld dat uit het klaagschrift en de daarop door klaagster gegeven aanvulling onvoldoende blijkt op welke feiten en gronden de klacht berust en klaagster in haar klacht niet ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat uit de door klaagster gegeven aanvulling weliswaar is op te maken waar haar klacht op ziet, maar dat niet duidelijk is geworden wat klaagster precies van de huisarts had verwacht of wat volgens klaagster de (verwijtbare) rol van de huisarts is geweest. Het beroep van klaagster wordt daarom verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.182

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is TBS-gedetineerd op de resocialisatieafdeling van een Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC) waar de gz-psycholoog behandelcoördinator is. Op de vorige afdeling waar hij verbleef is klager slachtoffer geweest van een geweldsincident. Op deze afdeling heeft een alcoholincident plaatsgevonden. Klager verwijt verweerster onheuse bejegening en het bieden van onvoldoende zorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.092

    Klacht tegen psychiater. Klager en klaagster zijn de broer respectievelijk dochter van de overleden patiënte. Patiënte verbleef in verband met een suïcide poging vanaf maart 2017 tot en met 6 juni 2017 op de gesloten afdeling van een zorginstelling waar verweerster, psychiater, werkzaam was. Op laatstgenoemde datum is patiënte overgeplaatst naar de woongroep waar zij eerder verbleef. Verweerster was gedurende de opname op de gesloten afdeling de regiebehandelaar van patiënte. In augustus 2017 is patiënte door suïcide overleden. Klagers verwijten verweerster kort gezegd dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, door patiënte op 6 juni 2017 vanuit de gesloten afdeling in de zorginstelling terug te plaatsen naar de woongroep. Volgens klagers was het duidelijk dat patiënte was aangewezen op een behandeling in een veilige omgeving en heeft verweerster geen oog gehad voor de gezondheidstoestand van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. De psychiater heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart de klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.228

    Klacht tegen een anesthesioloog. Klager wordt geopereerd in verband met een sigmoïd carcinoom met een epiduraalkatheter vanwege rugpijn. Bij het zetten van de epidurale verdoving door de arts-assistent ontstaat een spinal tap. De anesthesioloog springt op verzoek van de arts-assistent ‘ad hoc’ in en plaatst de tweede epidurale verdoving. Na de operatie heeft klager last van incontinentie en gevoelloosheid in de benen. De klacht houdt in dat de anesthesioloog 1) de epidurale verdoving heeft geplaatst zonder een neuroloog te raadplegen en zonder een MRI te beoordelen, 2) de eerste prik door een anesthesioloog in opleiding heeft laten uitvoeren en 3) onjuiste informatie heeft verstrekt aan klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op alle onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager komt in beroep tegen het derde klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 3 gegrond, zonder oplegging van een maatregel.