Zoekresultaten 1181-1190 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:300 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-465/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Beslissingen van de rechtbank zijn niet aan verweerster te wijten. Ook was verweerster niet verplicht om een proces-verbaal op te vragen bij de rechtbank. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/736697 / DW RK 23/251 MdV/SM

    Klager heeft zich er onder meer over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de betekening van de dagvaarding daartoe niet bevoegd was. Ten tijde van de betekening van het exploot van 1 juni 2018 was de gerechtsdeurwaarder waarnemend gerechtsdeurwaarder. Dit volgt uit de door klager overgelegde kopie dagvaarding. Het gegeven dat de gerechtsdeurwaarder in 2019 benoemd is tot gerechtsdeurwaarder doet niets af aan haar bevoegdheid het exploot te betekenen in 2018. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:307 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-525/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1871

    Klacht tegen een neuroloog. Klaagster had na een operatie met een ruggenprik last van hevige pijnklachten in haar rug en uitstralende pijnscheuten met tevens krachtsverlies in haar rechterbeen. Zij werd voor onderzoek verwezen naar de neuroloog. Na neurologisch onderzoek concludeerde de neuroloog dat er geen sprake was van een zenuwbeknelling of -beschadiging en stelde zij de diagnose functionele neurologische stoornis. Klaagster is tegen het einde van het neurologisch consult uit haar rolstoel opgestaan en gevallen. Hierna is bij klaagster een complex regionaal pijnsyndroom ontstaan. Klaagster verwijt de neuroloog dat deze onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan, dat deze een onjuiste diagnose heeft gesteld, dat klaagster is gevallen en dat klaagster geen nazorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:301 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-464/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond en deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:219 Raad van Discipline Amsterdam 23-379/A/A/D 23-380/A/A

    Raadsbeslissing; Gegronde klacht en dekenbezwaar over de wijze van declareren door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze niet alleen in strijd heeft gehandeld met gedragsregels 16 (lid 3), 17 en met artikel 7.7 eerste lid onder b Voda, maar bovendien met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerder heeft weliswaar de bepaling over value billing inmiddels uit zijn algemene voorwaarden gehaald en toegezegd niet meer op deze manier te zullen declareren, maar heeft desondanks zijn declaratie op basis van value billing niet willen intrekken. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van de raad onvoldoende inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen, hetgeen de raad hem ernstig aanrekent. Omdat verweerder echter in zijn 30-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, zal de raad volstaan met de maatregel van een berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/737900 / DW RK 23/279 MdV/SM

    Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet respecteert. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:308 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-567/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een (voormalig) deken in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:163 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1825

    Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige werkt als sociaal psychiatrischverpleegkundige bij een instelling waar de ex-partner van klager en moeder van zijn minderjarige kinderen, in behandeling is. Vanaf het moment van opname is er een behandelrelatie (geweest) tussen de ex-partner en de verpleegkundige en is de verpleegkundige op die manier betrokken geraakt bij het gezin van klager. In oktober 2021 heeft de verpleegkundige een voortgangsbrief geschreven over hoe het team van de verpleegkundige aankijkt tegen de psychiatrische en verslavingsproblematiek van de ex-partner. De verpleegkundige heeft na het eerste huisbezoek in augustus 2021 een melding gedaan bij Veilig Thuis. In november 2021 heeft de rechtbank onder meer bepaald dat de kinderen aan de ex-partner zullen worden toevertrouwd en bepaald dat een onderzoek moet worden verricht. De verpleegkundige heeft in het kader van dat onderzoek informatie verstrekt aan de onderzoekende instantie. Klager maakt de verpleegkundige meerdere verwijten over de voortgangsbrief en over de informatie die hij heeft verstrekt. Hij vindt onder meer dat de verpleegkundige een veel positiever beeld van zijn ex-partner heeft geschetst dan op dat moment de werkelijkheid was en klager in een kwaad daglicht heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a en c gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring van de klacht over de voortgangsbrief. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-463/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.