Zoekresultaten 10021-10030 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-623

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft de belangen van klagers, als advocaat van de wederpartij in een complex echtscheidingsgeschil, niet onnodig geschonden. Hij heeft de belangen van zijn cliënt daarbij op juiste en partijdige wijze behartigd. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-507

    Raadsbeslissing. Door op de zitting bij het hof, tegen de wens van klager en zonder tijdig overleg met klager, niet de videobeelden te tonen en daarvan ook geen melding te maken in zijn pleitnota heeft verweerder niet gehandeld zoals het een zorgvuldig en behoorlijk handelend advocaat betaamt. Klacht gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-625

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij van klaagster de grenzen van de haar daarbij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-719

    Raadsbeslissing. Klachtdossier biedt geen aanknopingspunten voor klaagsters standpunt dat verweerder op enig moment in de aanloop naar en bij de totstandkoming van de VSO als advocaat van klaagster is opgetreden. Hoewel verweerder transparanter had moeten zijn over zijn aanwezigheid bij en zijn rol tijdens de bespreking over de VSO, door bijvoorbeeld bij zijn handtekening te vermelden dat hij als advocaat van de heer K., althans van bedrijf I., optreedt, heeft verweerder door zijn handelen niet de schijn gewekt dat hij alleen voor klaagster dan wel voor klaagster en bedrijf I. tezamen als advocaat optrad. Daarnaast was verweerder tuchtrechtelijk niet gehouden om melding te maken van zijn vriendschap met de directeur van bedrijf I. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-786

    Essentie: Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager geen eigen rechtstreeks belang bij de klacht, zodat hij daarin kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 298/2019

      Klaagster had bij collega van beklaagde uit dezelfde praktijk aangegeven dat ze over wilde naar praktijk van beklaagde. Beklaagde heeft voorafgaand aan het kennismakingsgesprek het dossier van klaagster ingezien. Bij voorkeur wordt daarvoor toestemming gevraagd maar college kan het gegeven de omstandigheden billijken dat beklaagde het heeft gedaan zonder toestemming. Klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 219/2019

    Diverse klachtonderdelen, gericht tegen de huisarts van klager en zijn gemachtigde (echtgenote). De klachtonderdelen hebben betrekking op de tijdigheid van de verwijzing naar een neuroloog, de inhoud van een verwijzing naar een MDL-arts, het aandringen op casemanagement door de huisartsenpraktijk, het verstrekken van onjuiste informatie aan het tuchtcollege en het achterhouden van een deel van het medisch dossier voor de nieuwe huisarts van klager. Klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 297/2019

    De klacht betreft de zorg in de huisartsenpraktijk voor een complexe psychiatrische patiënte in een crisissituatie. Het beleid van beklaagde is te billijken. Klacht kennelijk onggegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:318 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.240

    Klacht tegen cardioloog. Bij klager dient, na een hartstilstand, een ICD geplaatst te worden. Vanwege problemen in het verleden stelt klager de voorwaarde dat hij daarbij niet behandeld wil worden door drie van de in het team aanwezige cardiologen waarna besloten wordt om klager voor het ondergaan van de implantatie over te plaatsen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt verweerster onzorgvuldig handelen door verdere behandeling te weigeren en voorts dat zij voor klager nadelige informatie op het overdrachtsformulier voor het andere ziekenhuis heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:319 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.241

    Klacht tegen cardioloog. Bij klager dient, na een hartstilstand, een ICD geplaatst te worden. Vanwege problemen in het verleden stelt klager de voorwaarde dat hij daarbij niet behandeld wil worden door drie van de in het team aanwezige cardiologen waarna besloten wordt om klager voor het ondergaan van de implantatie over te plaatsen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt verweerder onzorgvuldig handelen door verdere behandeling te weigeren en voorts dat hij voor klager nadelige informatie op het overdrachtsformulier voor het andere ziekenhuis heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie.