Zoekresultaten 9991-10000 van de 42227 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2018.490 (1)

     

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:99 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200010

    Artikel 13 beklag. Klager verzocht de deken om aanwijzing van een advocaat omdat hij geen advocaat kan vinden om verder te procederen tegen de verzekeraar van de veroorzaker van het verkeersongeval waarbij klager betrokken is geraakt. De deken heeft het verzoek afgewezen omdat de rechtsbijstandverzekeraar van klager de kosten van een dergelijke procedure (tot een maximum bedrag) vergoed en klager de rechtsbijstandverzekeraar kan verzoeken tot het aanwijzen van een advocaat. Bovendien heeft klager niet laten zien dat hij beschikt over een minimum aantal van vijf afwijzingen van advocaten.  De deken heeft op goede gronden het verzoek afgewezen. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-147

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Beklaagde heeft klager doorverwezen naar een specialist vanwege onder meer M proteïne in het bloed. Uit de daaropvolgende specialistenbrief blijkt dat de internist naast de M proteïne tevens de jichtklachten heeft onderzocht. Uit die brief blijkt ook dat klager geen verdere behandeling in het ziekenhuis wenste en dat hij geen second opinion wenste, ondanks dat het belang van verder onderzoek werd benadrukt. Verder geldt dat van onjuistheden in het medisch dossier niet is gebleken. Evenmin is gebleken dat er verkeerde medicatie is voorgeschreven. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:100 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190263D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft taak als medebestuurder van een stichting derdengelden niet naar behoren uitgevoerd. Maatregel berisping. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-244a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De rapportage kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan. De feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het advies berust zijn vermeld. Ook is vermeld welke verschillende onderzoeksactiviteiten er zijn verricht door beklaagde, welke informatie is betrokken en waarom beklaagde geen informatie heeft ingewonnen bij de behandelaars. Verder is op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Daarbij is beklaagde binnen de grenzen van zijn deskundigheid gebleven. De conclusie van de rapportage kon in alle redelijkheid uit de voorhanden zijnde gegevens en beschouwingen worden getrokken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-268

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een rapport geschreven ter voorlichting aan de rechtbank , waaruit volgt dat beklaagde onder meer op basis van zijn eigen ervaringen heeft verklaard zorgen te hebben over het feit of klager voldoende inzicht en kunde heeft om alleen voor zijn dochter te zorgen. Beklaagde heeft daarmee een waardeoordeel over klager gegeven; het betreft een oordeel over klagers geschiktheid. Het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming vermeldt niet op basis van welke ervaringen beklaagde tot dat waardeoordeel komt. Toen klager aan beklaagde om opheldering verzocht, heeft beklaagde geen toelichting gegeven en evenmin met klager in gesprek willen gaan. Beklaagde heeft richtlijnen zoals de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld uit 2018 en de KNMG-wegwijzer Toestemming en informatie bij de behandeling van minderjarigen uit 2019 niet gevolgd en hij heeft niet uitgelegd waarom dat in dit specifieke geval getuigt van goed hulpverlenerschap. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:101 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190233

    Verzoek van de Raad van Orde van Advocaten op grond van artikel 8e Advocatenwet tot schrapping van een advocaat wegens het niet meer stelselmatig en langdurig uitoefenen van het beroep van advocaat. Artikel 12 lid 5 Advocatenwet is niet van toepassing. Verweerder is al geruime tijd niet meer aan het werk( arbeidsongeschikt) en voert al meer dan vijf jaar geen praktijk meer. Het hof oordeelt dat artikel 8e Advocatenwet van toepassing is en dat gezien de langdurige periode dat verweerder niet meer in staat is zijn praktijk uit te voeren, verweerder bij gebrek aan nadere gegevens niet meer in staat kan worden geacht op voldoende niveau invulling te geven aan zijn praktijk. In tegenstelling tot wat verweerder heeft aangevoerd, rust op de Raad van de Orde niet de verplichting te onderzoeken of verweerder daadwerkelijk nog in staat kan worden geacht het vak uit te oefenen als hij dit al 5 jaar feitelijk niet meer gedaan heeft. Verweerder heeft onvoldoende belang bij het voeren van de titel ‘advocaat’ en het beschikken over de bijzondere positie die daarbij hoort, enkel op basis van zijn staat van dienst als sociaal advocaat en het feit dat verweerder zeer gehecht is aan die titel. Beroep van verweerder is ongegrond en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-252

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Beklaagde heeft een verkeerde diagnose aangekruist in de geneeskundige verklaring en deze fout erkend en haar excuses ervoor aangeboden. Het College is van oordeel dat beklaagde niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld bij het opmaken van de medische verklaring, ondanks het aankruisen van de verkeerde diagnose. Voor dat oordeel is van belang dat de beschrijvende tekst van de geneeskundige verklaring veel belangrijker is dan het aankruisen van één of meer voorlopige diagnoses. Het is niet gebleken dat in de beschrijvende teksten sprake is van fouten of onzorgvuldigheden. Ook is niet gebleken dat beklaagde haar onderzoek in het kader van de geneeskundige verklaring onzorgvuldig heeft verricht. Daarmee moet het aankruisen van de verkeerde diagnose worden gezien als een verschrijving, die voor klaagster heel vervelend is en natuurlijk beter niet had plaatsgevonden, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De overige klachten zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-058a

    Ongegronde klacht tegen een longarts. Op grond van de gang van zaken kan niet worden gezegd dat beklaagde te lang met het MRI-onderzoek heeft gewacht. Ook verder is gebleken dat beklaagde de lichamelijke klachten van klaagster serieus heeft genomen. Hij heeft haar verwezen naar een neuroloog, haar opgenomen ter observatie om meer duidelijkheid te verkrijgen over wat er met haar aan de hand was, het formulier voor de MRI-brein ingevuld en klaagster verwezen naar een KNO-arts. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-197a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Beklaagde heeft in de brief aan klager omschreven waarom hij het nodig vond dat klager medicatie kreeg en werd gesepareerd. Het College is van oordeel dat beklaagde in redelijkheid op basis van zijn bevindingen tot die beslissingen heeft kunnen komen. Daarbij is uitdrukkelijk bepaald dat de voorlopige duur maximaal 7 dagen is. Voor zover die beslissing is genomen voordat er een inbewaringstelling is afgegeven, betreft dit een erkende leemte in de wet. De beslissingen zijn ingegeven om gevaar voor klager zelf of anderen af te wenden. Dat die beslissingen worden genomen voordat een inbewaringstelling wordt afgegeven is een handelwijze die gebruikelijk is binnen de beroepsgroep. Van handelen in strijd met wat in de beroepsgroep als norm is aanvaard, is dan ook geen sprake. Inmiddels is deze leemte in de wet gedicht door de nieuwe Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.