Zoekresultaten 2441-2450 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4102

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Bij patiënte was sprake van zeer ernstige complicaties na een flebitis bij een perifeer infuus. Patiënte is uiteindelijk in het ziekenhuis overleden. De verpleegkundige heeft de patiënte tijdens een avonddienst verzorgd en verpleegd. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij haar melding over de verslechterde situatie van de patiënte niet serieus heeft genomen en er geen aantekening over heeft gemaakt, en dat zij ook geen oog heeft gehad voor de ontsteking aan de onderarm van de patiënte. Het college stelt vast dat de lezingen van partijen over de gebeurtenissen op de betreffende avond uiteenlopen. Noch kan worden vastgesteld of en hoe gesprekken tussen klaagster en de verpleegkundige hebben plaatsgevonden en of de verpleegkundige de signalen van klaagster daarbij wel of niet serieus heeft genomen, noch is duidelijk in welke staat de onderarm van de patiënte op dat moment was. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-795/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2202/4103

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De moeder van klaagster (hierna de patiënte), was opgenomen in het ziekenhuis. Op de dag dat patiënte uit het ziekenhuis zou worden ontslagen, verslechterde haar situatie. Patiënte is uiteindelijk in het ziekenhuis overleden. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij bij het bespreken van het ontslag van patiënte geen gehoor heeft gegeven aan herhaaldelijke meldingen dat de situatie van de patiënte aan het verslechteren was, en hier geen aantekening over heeft gemaakt in het medisch dossier van de patiënte. Het college is van oordeel dat uit het EPD voldoende duidelijk wordt dat de verslechtering zich pas voordeed in de loop van de ochtend van de dag dat het ontslag zou plaatsvinden. Ook blijkt dat de verpleegkundige, voordat de verslechtering optrad, alle vitale controles bij de patiënte heeft uitgevoerd en dat zij haar heeft geholpen met en geobserveerd tijdens de ADL. Het college is verder van oordeel dat de verpleegkundige op zorgvuldige wijze heeft gerapporteerd in het EPD. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-817/DH/DH

    Klacht over de advocaat wederpartij en onduidelijkheid over diens positie. Verweerder had een verkeerde indruk bij klager kunnen en moeten voorkomen door zijn eigen positie als partijdig advocaat (steeds) voldoende duidelijk te maken. Klacht in zoverre gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 220160

    Bevestiging beslissing van de raad. In aanvulling op de beslissing van de raad merkt het hof op dat de door verweerder geschetste vervolgstappen, die erop neer kwamen dat klager i) óf moest proberen in goed overleg met de buren tot afdwingbare en genoegzame afspraken te komen, óf ii) de gang naar de rechter moest bewandelen enige (nadere) uitleg  van verweerder behoefden, gelet op de eerder met klager besproken ‘harde lijn’. Hoewel het verweerder had gesierd om aan klager uit te leggen waarom het volgen van de ‘harde lijn’ niet zijn voorkeur genoot, wordt door het nalaten hiervan de lat voor het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet gehaald. Uit de toonzetting en de inhoud van de e-mails van klager van 18 en 19 februari 2021 mocht verweerder afleiden dat er niet langer sprake was van de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt, zodat het verweerder vrijstond de opdracht aan klager terug te geven en zijn werkzaamheden neer te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4104

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de dochter van de overleden patiënte. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij de zorgen van klaagster om een mogelijk epileptisch insult van de patiënte niet serieus nam en pas na heel veel aandringen besloot hierop te handelen. Het college merkt op dat het in de praktijk noch gebruikelijk, noch noodzakelijk is voor kleine epileptische insulten direct alarm te slaan. Het is daarom verklaarbaar dat de verpleegkundige de situatie eerst heeft beoordeeld en, toen zij ook zelf enige trekkingen waarnam, een neurologisch consult heeft aangevraagd. Het college is van oordeel dat het tijdverloop van de ondernomen acties laat zien dat de verpleegkundige de situatie serieus heeft genomen en daar ook tijdig op heeft gehandeld. Ook anderszins is niet gebleken dat de verpleegkundige de zorgen van klaagster niet serieus heeft genomen of pas na veel aandringen erop heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-974/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak ongegrond. Niet kan worden vastgesteld dat het anders is gegaan dan verweerster stelt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-1048/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4105

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de dochter van de overleden patiënte. De verpleegkundige heeft de patiënte tijdens een avonddienst verzorgd en verpleegd. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij geen gehoor gaf aan haar zorgen om mogelijk vastzittend slijm bij de patiënte die een tracheostoma had, en niet heeft geacteerd op signalen van verstikking, waardoor dat later heeft geleid tot een stikmoment. Op grond van het medisch dossier is het college van oordeel dat de verpleegkundige wel degelijk direct gehoor heeft gegeven aan de zorgen van klaagster om vastzittend slijm, en dat zij op de voorgeschreven wijze heeft gereageerd op de ademstilstand die de patiënte tijdens het vernevelen onverhoeds opliep vanwege een slijmprop. Beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-1049/DH/DH

    Verzet ongegrond.