ECLI:NL:TADRSGR:2023:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-974/DH/DH

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2023:120
Datum uitspraak: 30-05-2023
Datum publicatie: 02-06-2023
Zaaknummer(s): 22-974/DH/DH
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak ongegrond. Niet kan worden vastgesteld dat het anders is gegaan dan verweerster stelt.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 30 mei 2023 in de zaak 22-974/DH/DH naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 2 september 2021 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 7 december 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K194 2021 ia/jh van de deken ontvangen. 
1.3    De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 3 april 2023. Daarbij waren klaagster en verweerster aanwezig. 
1.4    De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 5 (inhoudelijk) en 1 tot en met 20 (procedureel). 

2    FEITEN
2.1    Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2    Klaagster is met haar ex-partner verwikkeld (geweest) in een procedure bij het gerechtshof Amsterdam. De ex-partner werd daarin bijgestaan door verweerster.
2.3    Op 18 augustus 2021 om 14:00 uur zou er een zitting plaatsvonden. Die dag om 9.08 uur heeft verweerster in een e-mail aan het gerechtshof (en cc aan klaagsters advocaat) geschreven:
“vannacht ben ik plotseling ziek geworden en dat maakt dat ik niet in staat ben om de zitting van vanmiddag bij te wonen. Mijn oprechte excuses hiervoor. 
Er is voor mij op deze korte termijn geen vervanger beschikbaar. Dit nog los van het feit dat het dossier dusdanig gecompliceerd is dat deze niet eenvoudig aan een collega kan worden overgedragen. 
Ik wil u gezien deze situatie van overmacht met klem verzoeken om de procedure aan te houden en om een nieuwe zittingsdatum te bepalen.”
2.4    Het gerechtshof heeft, ondanks het bezwaar van klaagsters advocaat, de zitting aangehouden en nieuwe zittingsdatum gepland (30 augustus 2021 om 10:30 uur).

3    KLACHT
3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klaagster verwijt verweerster dat zij heeft gelogen over haar gezondheid als gevolg waarvan de zitting op 18 augustus 2021 is uitgesteld.
3.2    Klaagster stelt dat verweerster helemaal niet ziek bleek te zijn die dag. Dat vermoeden was er al vanwege haar eerdere bericht van 28 mei 2021 (verzoek verweerster om uitstel van de zitting vanwege verhindering ex-partner, niet gehonoreerd). Verweerster nam gewoon de telefoon op toen klaagster haar belde op 18 augustus 2021. Klaagster is vervolgens met haar vader naar het kantoor van verweerster gegaan. Toen haar vader aanbelde, deed verweerster de deur open en heeft zij hem te woord gestaan. Rond het tijdstip van de zitting (13:44 uur) gaf zij aan op dat moment in gesprek te zijn met de politie, maar daarna had ze wel tijd om even met de vader van klaagster te bellen. 
3.3    Ten gevolge van het uitstel van de zitting heeft klaagster inkomsten gederfd en onnodige kosten moeten maken. Zij verzoekt vergoeding van deze kosten.

4    VERWEER 
4.1    Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. Zij stelt dat zij de nacht voor de zitting ziek is geworden en dat zij zich die ochtend niet in staat voelde naar het gerechtshof te reizen en de zitting bij te wonen. Zij heeft daarom om uitstel gevraagd. Dat zij de telefoon heeft opgenomen, maakt niet dat zij niet ziek was: zij heeft een klein kantoor (slechts één collega) en de telefoon wordt automatische doorgeschakeld naar de mobiele telefoon van verweerster. Zij heeft geprobeerd zo veel mogelijk telefoontjes te beantwoorden. Toen zij zich iets beter voelde, is zij naar kantoor (op zeer korte afstand van haar woning) gegaan. Zij heeft daar een piketmelding (telefonisch verhoor) afgehandeld.
4.2    De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

5    BEOORDELING
Toetsingskader
5.1    De klacht richt zich tegen de advocaat van de wederpartij van klager. Dit betekent dat de klacht moet worden beoordeeld aan de hand van de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt, maar kan onder meer worden begrensd indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten naar voren brengt waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet in ogenschouw worden genomen dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.
Beoordeling
5.2    Het verwijt is dat verweerster zich onterecht ziek heeft gemeld, als gevolg waarvan de zitting bij het gerechtshof is verplaatst. Hoewel de raad het gevoel en het verwijt van klaagster niet onbegrijpelijk acht, kan de raad niet vaststellen dat verweerster zich ten onrechte heeft ziek gemeld. Niet kan worden vastgesteld dat het anders is gegaan dan verweerster stelt. Het is vervelend voor klaagster dat de zitting is verplaatst, maar niet is gebleken dat zij daardoor onnodig of onevenredig in haar belangen is geschaad. De raad verklaart de klacht daarom ongegrond. 
Verzoek schadevergoeding
5.3    Het verzoek tot vergoeding van schade en kosten wordt afgewezen, omdat de klacht ongegrond wordt verklaard. 

BESLISSING
De raad van discipline:
-    verklaart de klacht ongegrond;
-    wijst het verzoek tot vergoeding van schade en kosten af.

Aldus beslist door mr. H.C.A. de Groot, voorzitter, mrs. M.A.M. Wagemakers en F.G.L. van Ardenne, leden, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2023.