Zoekresultaten 20241-20250 van de 42388 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:360 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.170

      Klacht tegen arts. De arts heeft bij de zoon van klager een besnijdenis uitgevoerd. De klacht houdt in dat de arts klager tevoren niet over de mogelijke methodes heeft geïnformeerd en dat hij de besnijdenis niet goed heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vastgesteld dat klager vooraf over de operatie is geïnformeerd, dat hij heeft gekozen voor de klassieke methode en met de gevolgde procedure heeft ingestemd, en heeft geoordeeld dat de operatie volgens de heersende standaarden uitgevoerd. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege is de wondgenezing gecompliceerd verlopen met een cosmetisch minder fraai litteken als gevolg. Van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten door verweerder is geen sprake. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-220/DH/RO

    Beslissing op verzet. De klacht houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij zich schuldig heeft gemaakt aan intimideren, provoceren, dwalen, onthouden van tijdig informatie verschaffen, ondermijnen van hoger beroep, uitbuiten en extra duperen. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts heeft achtgeslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:235 Raad van Discipline Amsterdam 16-1045/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet in strijd gehandeld met artikel 7.2 lid 2 Voda. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/87

      Klacht tegen huisarts. De broer van klaagster (patiënt) wendde zich in maart 2016 tot de doktersdienst, waar verweerder op dat moment waarnemend huisarts was. Ondanks dat patiënt klachten uitte die op een mogelijk cardiaal probleem wezen, zag verweerder tijdens het consult geen aanleiding hem in te sturen. Patiënt werd naar huis gestuurd, alwaar hij later die dag zodanig onwel werd dat hij alsnog werd opgenomen. Enkele dagen later overleed hij aan de gevolgen van een hartinfarct. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:198 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-559

    Klager verwijt verweerder die voor zijn wederpartij is opgetreden, dat hij onrechtmatig beslagen heeft gelegd en uit schikkingsonderhandelingen heeft geciteerd bij een kort geding. Ook overigens heeft verweerder zich onwelwillend gedragen. De raad toetst de verwijten van klager onder meer aan de norm dat een advocaat in het algemeen niet  af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen. In dit geval beschikte verweerder over een titel voor de gelegde beslagen. Die waren daarom niet onrechtmatig ook al heeft de kort gedingrechter later opheffing van de beslagen gelast. De civiele rechter toetst aan een andere norm dan de tuchtrechter. In de gegeven omstandigheden was het tijdens het kort geding verwijzen door verweerder naar schikkingsonderhandelingen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het traag opheffen van de beslagen is weliswaar onwelwillend maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klachten zijn allen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:236 Raad van Discipline Amsterdam 16-511/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen adjunct-secretaris. Verweerster heeft door haar handelen het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 103/2016

      Klacht tegen bedrijfsarts. Klager werd gezien in verband met de vraag of hij belastbaar was voor arbeid. Verweerster heeft naar het oordeel van het college haar conclusie in redelijkheid kunnen baseren op voldoende onderzoeksbevindingen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-196 16-197

    Verweerders mochten optreden voor hun huidige cliënte tegen klaagster, oud-cliënte van hun kantoor. Geen schending beroepsgeheim. Evenmin sprake van belangenconflict, want voldaan aan de voorwaarden van gedragsregel 7 lid 5. Vrijheid om te handelen als advocaat wederpartij. Geen onwil van verweerder 2 bij vertraagde opheffing bankbeslag.  Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:237 Raad van Discipline Amsterdam 16-773/A/A

     Wrakingsverzoek tegen advocaat-lid wegens uitlatingen ter zitting. Wrakingsverzoek afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-264a

      Gegronde klacht tegen huisarts. Huisarts heeft geen gepaste maatregelen genomen jegens zijn assistente die (zonder medeweten van klager) eigenmachtig een Chlamydiatest voor een ander heeft laten uitvoeren op naam van klager en mogelijk illegaal medicijnen heeft verhandeld in het buitenland. Huisarts had consequenties moeten verbinden aan het frauduleuze gedrag van assistente en ketenpartners op de hoogte moeten stellen. Huisarts toont geen inzicht in de mate van zijn nalatigheid. Schending tweede tuchtnorm. Voorwaardelijke schorsing van zes maanden met een proeftijd van 2 jaar.